-
1 neerzetten
2 [dramaturgie] camper♦voorbeelden:kijk uit waar je je voeten neerzet • regarde où tu mets les piedskrachtig neerzetten • typer -
2 neerzetten
1 [iets ergens plaatsen] put/lay down ⇒ place, 〈 koffers ook〉 set down, 〈 gebouw ook〉 erect, 〈 zich neerzetten〉 sit down2 [dramaturgie] create, depict, render♦voorbeelden:kijk uit waar je je voeten neerzet • watch out where you put your feet (down) -
3 neerzetten
(по)ставить; наставить; сажать, усадить; рассадить* * *(t)опускать, ставитьсм. тж. zich neerzetten* * *1. сущ.общ. основание, учреждение2. гл.общ. сажать, ставить -
4 neerzetten
hinsetzen -
5 neerzetten
v. seat, emplane, sit, set down, lay down, put down, enplane -
6 neerzetten
-
7 zich neerzetten
см. тж. neerzetten1) садиться2) размещаться; поселяться, обосновываться ( где)* * *гл.общ. поселяться, садиться, обосноваться -
8 een goede tijd neerzetten
een goede tijd neerzetten -
9 een personage overtuigend neerzetten
een personage overtuigend neerzettenDeens-Russisch woordenboek > een personage overtuigend neerzetten
-
10 krachtig neerzetten
krachtig neerzetten -
11 zich neerzetten
zich neerzetten -
12 een goede tijd neerzetten
een goede tijd neerzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een goede tijd neerzetten
-
13 een personage overtuigend neerzetten
een personage overtuigend neerzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een personage overtuigend neerzetten
-
14 een scherpe tijd neerzetten
een scherpe tijd neerzettenrecord/run a fast timeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een scherpe tijd neerzetten
-
15 met een smak neerzetten
met een smak neerzettenslam/slap (down)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een smak neerzetten
-
16 zich neerzetten
v. squat -
17 обосноваться
vgener. ergens zijn bivak opslaan, zich metterwoon vestigen, zich neerzetten, zich vestigen, zijn tabernakelen ergens opslaan (где-л.) -
18 основание, учреждение
ngener. neerzetten -
19 поселяться
v1) gener. intrekken, zich neerzetten, zich domicilieren, zich vestigen2) liter. zijn tenten opslaan -
20 садиться
vgener. vilten (niet-viltende wollen artikelen - íå ñàäàùèåñà êåðñòàíûå èçäåôèà), bestijgen (на лошадь), krempen (о ткани), krimpen (о ткани), opstappen (на трамвай и т.п.), opstijgen (на лошадь), opzitten (на коня), stappen (in-â), zich neerzetten, aanzitten, gaan eten, gaan zitten, inkrimpen (о тканях), neerstrijken (о птицах), neerzitten, plaats nemen, uitzakken (о стенах и т.п.)
- 1
- 2