-
81 iemand een hak zetten
iemand een hak zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een hak zetten
-
82 iemand een loer draaien
iemand een loer draaienplay a nasty/dirty trick on someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een loer draaien
-
83 iemand een vuile streek leveren
iemand een vuile streek leverenpull a fast one/play a dirty/nasty trick on someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een vuile streek leveren
-
84 iemand vals aankijken
iemand vals aankijkengive someone a mean/nasty lookVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand vals aankijken
-
85 iemand vuil aankijken
iemand vuil aankijkengive someone a dirty/foul/filthy/nasty lookVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand vuil aankijken
-
86 ik heb de hoest/een lelijke hoest
ik heb de hoest/een lelijke hoestI've got a cough/a nasty coughVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik heb de hoest/een lelijke hoest
-
87 jezuïetenstreek
1 rotten/nasty trickVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > jezuïetenstreek
-
88 knijpen
1 [druk uitoefenen op iemands vel/een lichaamsdeel] pinch ⇒ tweak 〈 bijvoorbeeld neus als liefkozing〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 [door knijpen verplaatsen] squeeze♦voorbeelden: -
89 kwaad
kwaad1〈 het〉♦voorbeelden:hij doet geen vlieg kwaad • he wouldn't hurt a flyvan geen kwaad weten • be completely innocentik zie daar geen kwaad in, daar steekt geen kwaad in • I don't see any/there's no harm in thatvan kwaad tot erger vervallen • go from bad to worsekwaad stichten • do harm/damagehet kwaad was al geschied • the damage had already been donedat kan geen kwaad • it can't do any harmzij bedoelt daar geen kwaad mee • she doesn't mean any harmvan twee kwaden de minste kiezen • choose the lesser of two evils————————kwaad23 [boos] angry♦voorbeelden:het was lang niet kwaad • that wasn't (at all) badhet te kwaad krijgen • be overcome (by); 〈 emoties〉 break down; 〈 in 't nauw gedreven〉 be hard pressed2 ze bedoelde er niets kwaads mee • she meant no harm/offencehet is niet kwaad bedoeld • that isn't/wasn't meant badlyzich kwaad maken, kwaad worden • get angryiemand kwaad maken • make someone angryhij wordt snel/niet snel kwaad • he has a quick/slow tempervreselijk kwaad • hopping madkwaad zijn op/om iemand/iets • be angry at/with someone/at/about something¶ aan hem heb je een kwaaie • he's a nasty/ugly customerII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:hij is de kwaadste niet • he's not a bad guy -
90 kwaaie
-
91 kwalijk ruiken
kwalijk ruiken -
92 lelijk aan zijn einde komen
lelijk aan zijn einde komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lelijk aan zijn einde komen
-
93 lelijk tegen iemand doen
lelijk tegen iemand doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lelijk tegen iemand doen
-
94 lelijk terechtkomen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lelijk terechtkomen
-
95 lelijk weer
lelijk weer -
96 lelijke dingen zeggen
lelijke dingen zeggensay mean/nasty thingsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lelijke dingen zeggen
-
97 loer
-
98 misselijk
1 [onpasselijk] sick (to one's stomach)2 [mis, gering] mean♦voorbeelden:1 ik word er misselijk van • it makes me (feel) sick, it turns my stomachom misselijk van te worden • sickening, nauseating, disgustingzo misselijk als een kat • (as) sick as a dog2 dat is niet misselijk • that's quite something, that's no mean thingII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:doe niet zo misselijk! • don't be (so) disgusting/revolting! -
99 naar doen tegen iemand
naar doen tegen iemandbe nasty/horrible to someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar doen tegen iemand
-
100 neus
1 [lichaamsdeel] nose3 [punt van een voorwerp] nose ⇒ 〈 balg, spuit ook〉 nozzle, (toe)cap 〈 schoen〉, toe 〈 schoen〉, nib 〈 dakpan〉, heel 〈 geweer〉, handle 〈 schaaf〉♦voorbeelden:het neusje van de zalm • 〈 figuurlijk〉 the cream of the crop, the tops, it, the cat's whiskerseen frisse neus halen • get a breath of fresh aireen verstopte neus • a stuffed(-up) nosedoen alsof zijn neus bloedt • 〈 figuurlijk〉 play/act dumbzijn neus dichthouden • hold one's nosedat gaat zijn neus voorbij • that's not for (such as) him, it is lost to himhij haalt voor alles de neus op • he's a bit sniffyde neus voor iemand/iets ophalen • turn up one's nose at someone/something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 look down one's nose at someone/somethingin zijn neus peuteren • pick one's nosezijn neus snuiten • blow one's nosezijn neus overal in steken • 〈 figuurlijk〉 poke/stick one's nose into everything〈 figuurlijk〉 zijn neus in andermans zaken steken • stick one's nose into other people's affairs/business〈 schertsend〉 ja, mijn neus • my eye!, come off it!dat kan ik aan zijn neus niet zien • I can't tell by the look on his face what he wantsdoor de neus spreken • talk through one's nosewit om de neus worden • (go) pale, go green/white about the gillsonder zijn neus • right under one's nose〈 figuurlijk〉 het/hij komt me mijn neus uit • I'm fed up (to the back teeth) with it/him〈 figuurlijk〉 niet verder zien/kijken dan zijn neus lang is • be unable to see further than (the end of) one's noseiemand iets door de neus boren • cheat someone of something
См. также в других словарях:
Nasty — Single par Janet Jackson extrait de l’album Control Face B You ll Never Find (A Love Like Mine) Sortie 15 Avril 1986 Enregistrement septembre 1985 Flyte … Wikipédia en Français
Nasty — may refer to: Nasty (song), by Janet Jackson Nasty (album), by Cameo Nasty (The Young Ones), an episode of The Young Ones Nasty , a song by The Damned, created for the Young Ones episode, released as a B side of the single Thanks for the Night… … Wikipedia
Nasty — Nas ty (n[.a]s t[y^]), a. [Compar. {Nastier} (n[.a]s t[i^]*[ e]r); superl. {Nastiest}.] [For older nasky; cf. dial. Sw. naskug, nasket.] 1. Offensively filthy; very dirty, foul, or defiled; disgusting; nauseous. [1913 Webster] 2. Hence, loosely:… … The Collaborative International Dictionary of English
nasty — [adj1] disgusting, offensive awful, beastly, bum*, dirty, disagreeable, fierce, filthy, foul, gross, grubby, hellish, horrible, horrid, icky*, impure, loathsome, lousy, malodorous, mephitic, murderous*, nauseating, noisome, noxious, objectionable … New thesaurus
nasty — [nas′tē] adj. nastier, nastiest [ME < ? or akin to Du nestig, dirty] 1. very dirty, filthy 2. offensive in taste or smell; nauseating 3. morally offensive; indecent 4. very unpleasant; objectionable [nasty weather] … English World dictionary
nasty — (adj.) c.1400, foul, filthy, dirty, unclean, of unknown origin; perhaps [Barnhart] from O.Fr. nastre miserly, envious, malicious, spiteful, shortened form of villenastre infamous, bad, from vilein villain + astre, pejorative suffix, from L. aster … Etymology dictionary
nasty — ► ADJECTIVE (nastier, nastiest) 1) unpleasant, disgusting, or repugnant. 2) spiteful, violent, or bad tempered. 3) likely to cause or having caused harm; dangerous or serious: a nasty bang on the head. ► NOUN (pl. nasties) informal ▪ … English terms dictionary
nasty — index bad (offensive), bitter (penetrating), harmful, heinous, loathsome, malignant, objectionable … Law dictionary
nasty — *dirty, filthy, squalid, foul Analogous words: *coarse, gross, vulgar, obscene, ribald: tainted, contaminated, polluted, defiled (see CONTAMINATE): indelicate, indecent, unseemly, improper, *indecorous … New Dictionary of Synonyms
-nasty — [nas′tē] combining form forming nouns a condition of plant growth by a (specified) means or in a (specified) direction [epinasty] … English World dictionary
nasty — nas|ty S2 [ˈna:sti US ˈnæsti] adj comparative nastier superlative nastiest ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(behaviour)¦ 2¦(person)¦ 3¦(experience/situation)¦ 4¦(sight/smell etc)¦ 5¦(injury/illness)¦ 6¦(substance)¦ 7 a nasty piece of work ▬▬▬▬▬▬▬ … Dictionary of contemporary English