-
21 transportmiddel
omoyen m de transport -
22 Greenwichtijd
-
23 Midden-Oosten
-
24 afweermiddel
-
25 anticonceptiemiddel
1 (moyen <m.>, produit <m.>) contraceptif 〈m.〉 -
26 associatief
1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 associatif 〈v.: associative〉; 〈 bijwoord〉 au moyen d'associations d'idées♦voorbeelden:associatief reageren • réagir par association (d'idées) -
27 astrologisch
-
28 been
3 [bot; stof waaruit botten bestaan] os 〈m.〉4 [gebeente] os 〈 meervoud〉♦voorbeelden:dat paard staat hoog op de benen • ce cheval a de longues jambesop het verkeerde been gezet worden • être pris à contre-piedmet het verkeerde been uit bed gestapt zijn • s'être levé du pied gauche〈 figuurlijk〉 iemand tegen het zere been schoppen • toucher qn. au vifeen been breken • se casser la jambede benen nemen • prendre ses jambes à son coumijn been slaapt • j'ai des fourmis dans les jambesde benen strekken • se dégourdir les jambesmet zijn been trekken • tirer la jambeal de hele dag op de been zijn • être sur pied toute la (sainte) journéeer was veel volk op de been • il y avait beaucoup de mondeik kan niet meer op mijn benen staan • je ne tiens plus sur mes jambesiemand weer op de been helpen • remettre qn. sur piedvast op z'n benen staan • être d'aplombslecht ter been zijn • avoir de mauvaises jambeszijn benen uit zijn lijf lopen • se démenerik heb geen benen meer om op te staan • je n'ai plus de jambesbenen als een ooievaar hebben • être monté sur des échasses〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • ±il faut de plus grandes vertus pour soutenir la bonne fortune que la mauvaise -
29 betaalmiddel
-
30 beweging
♦voorbeelden:1 uit eigen beweging iets doen • faire qc. de son propre chefer is geen beweging in dit meubelstuk te krijgen • il n'y a pas moyen de déplacer ce meubleer is geen beweging in deze auto te krijgen • impossible de faire démarrer cette voiturebeweging nemen • prendre du mouvementzich in beweging zetten • se mettre en mouvementde gezondheidszorg is in beweging • le secteur de la santé est en pleine évolutionde gemoederen in beweging weten te krijgen • éveiller les esprits¶ wat een saaie beweging! • ce que c'est rasoir! -
31 bewijsmiddel
1 (moyen <m.> de) preuve 〈v.〉 -
32 bij
bij1〈de〉♦voorbeelden:————————bij21 [bij kennis] conscient2 [gelijk] à jour3 [van alles op de hoogte] à la page♦voorbeelden:het koren staat er best bij • le blé promet une riche moissonom en(de) bij • environten naasten bij • à peu de chose près————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van; m.b.t. een raken aan, bereiken] près de3 [m.b.t. een meevoeren] avec4 [voor, in tegenwoordigheid van] à⇒ auprès de5 [gedurende, onder] par⇒ à6 [gelijktijdig met] à⇒ lors de7 [in geval van] en cas de8 [wegens; m.b.t. een omstandigheid, in eden en verzekeringen] par♦voorbeelden:1 iets bij de hand hebben • avoir qc. sous la mainbij een kruispunt komen • arriver à un carrefourbij het raam • à la fenêtrebij het stadhuis • près de l'hôtel de villebij de wind zeilen • naviguer près du vent〈 figuurlijk〉 iets er(gens) bij halen • mêler qc. à qc.ik woon hier vlak bij • j'habite tout près d'icihet is bij zessen • il est près de six heuresdat is bij de boeren zo de gewoonte • c'est la coutume chez les paysansbij familie logeren • loger chez des parentsiets bij zich hebben • avoir qc. sur soizij had haar dochter bij zich • elle était avec sa filleinlichtingen bij een loket inwinnen • se renseigner à un guichetbij zichzelf zeggen • se dire (tout bas)bij tijden • de temps en tempsbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuit6 bij deze bekentenis bloosde hij • à cet aveu, il rougitbij een glas wijn iets bespreken • discuter de qc. autour d'un verre de vin10 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • que vaut-il à côté d'un poète comme Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • la pièce mesure 6 mètres sur 511 iets bij het gewicht verkopen • vendre qc. au poidsbij paren • deux par deuxde mensen kwamen bij duizenden toelopen • les gens vinrent par milliers¶ wat drink je bij het eten? • que bois-tu en mangeant?heb je iets bij de koffie? • as-tu qc. à servir avec le café?bij een mening blijven • persister dans une opinionsoort bij soort leggen • trierik was niet bij de vergadering • je n'ai pas assisté à la réunionbij elkaar zijn het er 20 • il y en a 20 en touthet er niet bij laten • ne pas en rester làik ben er toch zeker zelf bij • je suis majeur et vaccinéer mag nog wel wat bij • un peu plus ne fera pas de torter moet geld bij • il va falloir ajouter de l'argent -
33 bovenbouw
〈 onderwijs〉 -
34 communicatiemiddel
-
35 d.m.v.
d.m.v.1 [afkorting][door middel van] au moyen de -
36 dat is de beste manier om
dat is de beste manier om -
37 dat is een mooie stok achter de deur
dat is een mooie stok achter de deurDeens-Russisch woordenboek > dat is een mooie stok achter de deur
-
38 dat voert ons terug naar de Middeleeuwen
dat voert ons terug naar de MiddeleeuwenDeens-Russisch woordenboek > dat voert ons terug naar de Middeleeuwen
-
39 dat zal een werkzaam middel zijn om
dat zal een werkzaam middel zijn omDeens-Russisch woordenboek > dat zal een werkzaam middel zijn om
-
40 de doorsnee Hollander
de doorsnee Hollander
См. также в других словарях:
moyen — moyen, enne 1. (mo iin, ié n ; plusieurs disent moi iien ; d après Bèze, XVIe siècle, on doit prononcer moi ien ; d autres prononçaient moi en, d autres mo ien, à tort suivant lui) adj. 1° Qui occupe une situation intermédiaire. • Le ventre… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Moyen — Moyen … Wikipedia
Moyen — País … Wikipedia Español
Moyen — Les localisations anciennes de ce patronyme sont très variables, ce qui entraîne des sens sans doute différents. En Lorraine, on pensera à celui qui est originaire de la commune de Moyen (54). Il existe une localité du même nom en Belgique… … Noms de famille
moyen — 1. moyen, moyenne [ mwajɛ̃, mwajɛn ] adj. • moien XIIe; meien 1120; bas lat. medianus « qui est au milieu », de medius ♦ Qui tient le milieu. I ♦ 1 ♦ Qui se trouve entre deux choses. ♢ (Dans l espace, entre deux parties extrêmes ou deux choses de … Encyclopédie Universelle
moyen — I. Moyen, m. acut. Vient de ce mot Latin Medium, ou bien de cestuy Modus. Ainsi l on dit, Le moyen de faire cela, est de bailler argent, Ratio, via, intermedium, methodus, ars. Le François en use en maintes et diverses sortes, comme se peut voir… … Thresor de la langue françoyse
MOYEN — s. m. Ce qui sert pour parvenir à quelque fin. Bon, mauvais moyen. Moyen juste, légitime, permis, aisé, difficile, infaillible, naturel, surnaturel. Chercher, trouver, imaginer, employer un moyen. Proposer, suggérer, fournir un moyen à quelqu un … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
MOYEN — n. m. Ce qui sert pour parvenir à quelque fin. Moyen aisé, difficile, infaillible. Chercher, trouver, imaginer, employer un moyen. Proposer, suggérer, fournir un moyen à quelqu’un. Se pousser dans le monde, parvenir par n’importe quel moyen.… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
moyen — I. MOYEN, [moy]enne. adj. Mediocre, qui est de mediocre grandeur. Il n est pas grand, il est de moyenne grandeur. de moyenne grosseur. de moyenne taille. il ne faut que de moyens plats pour servir sur une petite table. escrire sur de moyen papier … Dictionnaire de l'Académie française
MOYEN — ENNE. adj. Qui tient le milieu entre deux extrémités. Il n est ni grand ni petit, il est de moyenne grandeur, de moyenne taille. Il n a ni trop ni trop peu d embonpoint, il est de moyenne grosseur. Des médailles de moyen bronze, ou absolument,… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Moyen — ARENDT (Hannah) Bio express : Philosophe américaine d origine allemande (1906 1975) «La véracité n a jamais figuré au nombre des vertus politiques, et le mensonge a toujours été considéré comme un moyen parfaitement justifié dans … Dictionnaire des citations politiques