-
1 enthousiast
avec enthousiasme -
2 geestdriftig
avec enthousiasme -
3 contact
♦voorbeelden:contact houden met elkaar over iets • garder le contact au sujet de qc.contact(en) leggen met • nouer des contacts aveccontact opnemen met iemand • contacter qn.ik heb het contact met hem verbroken • j'ai rompu avec luiieder contact met de werkelijkheid verloren hebben • avoir perdu tout contact avec la réalitévermijd contact met de huid • évitez tout contact avec la peauin contact komen, treden met iemand, iets • entrer en contact avec qn., qc.iemand in contact brengen met • mettre qn. en contact avechet autosleuteltje in het contact steken • mettre le contactgeen contact meer hebben met iemand • ne plus fréquenter qn.het contact is verbroken • la communication a été interrompue(geen) contact krijgen met iemand • (ne pas) toucher qn. (par téléphone)in contact staan met iemand • être en contact avec qn.3 een goed contact met iemand hebben • avoir de bonnes relations avec qn. -
4 afwisselen
1 [beurtelings opvolgen] alterner avec2 [variëren] varier (qc. avec qc.)♦voorbeelden:elkaar afwisselen • se succédervocale en instrumentale muziek wisselden elkaar af • la musique vocale alternait avec la musique instrumentale2 zijn studie afwisselen met vermaak • faire alterner les périodes d'étude avec les moments de divertissement1 [beurtelings voorkomen] alterner (avec qc.)2 [telkens anders worden] changer♦voorbeelden: -
5 relatie
♦voorbeelden:zakelijke relaties • relations d'affairesrelaties onderhouden (met) • entretenir des relations (avec)in relatie tot • en rapport avecin relatie staan tot, met • être en relation avecde relatie van deze feiten tot elkaar • le rapport de ces faits entre eux2 een relatie hebben met iemand • avoir une liaison avec qn. -
6 verbinding
6 [m.b.t. telefoon] communication♦voorbeelden:de verbinding van woorden tot zinnen • la combinaison de mots en phraseseen verbinding tot stand brengen • établir une liaison2 een verbinding leggen met … • se mettre en contact avec …in verbinding staan met • être en contact aveczich in verbinding stellen met • se mettre en rapport avec3 een directe verbinding • 〈 communicatie(media)〉 une communication en direct; 〈 weg〉 une route directeeen geregelde verbinding • une ligne régulièreeen plaats met goede verbindingen • une ville bien desserviede verbindingen met de stad zijn uitstekend • les communications avec la ville sont excellentesde verbinding verbreken • couper la communication -
7 bij
bij1〈de〉♦voorbeelden:————————bij21 [bij kennis] conscient2 [gelijk] à jour3 [van alles op de hoogte] à la page♦voorbeelden:het koren staat er best bij • le blé promet une riche moissonom en(de) bij • environten naasten bij • à peu de chose près————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van; m.b.t. een raken aan, bereiken] près de3 [m.b.t. een meevoeren] avec4 [voor, in tegenwoordigheid van] à⇒ auprès de5 [gedurende, onder] par⇒ à6 [gelijktijdig met] à⇒ lors de7 [in geval van] en cas de8 [wegens; m.b.t. een omstandigheid, in eden en verzekeringen] par♦voorbeelden:1 iets bij de hand hebben • avoir qc. sous la mainbij een kruispunt komen • arriver à un carrefourbij het raam • à la fenêtrebij het stadhuis • près de l'hôtel de villebij de wind zeilen • naviguer près du vent〈 figuurlijk〉 iets er(gens) bij halen • mêler qc. à qc.ik woon hier vlak bij • j'habite tout près d'icihet is bij zessen • il est près de six heuresdat is bij de boeren zo de gewoonte • c'est la coutume chez les paysansbij familie logeren • loger chez des parentsiets bij zich hebben • avoir qc. sur soizij had haar dochter bij zich • elle était avec sa filleinlichtingen bij een loket inwinnen • se renseigner à un guichetbij zichzelf zeggen • se dire (tout bas)bij tijden • de temps en tempsbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuit6 bij deze bekentenis bloosde hij • à cet aveu, il rougitbij een glas wijn iets bespreken • discuter de qc. autour d'un verre de vin10 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • que vaut-il à côté d'un poète comme Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • la pièce mesure 6 mètres sur 511 iets bij het gewicht verkopen • vendre qc. au poidsbij paren • deux par deuxde mensen kwamen bij duizenden toelopen • les gens vinrent par milliers¶ wat drink je bij het eten? • que bois-tu en mangeant?heb je iets bij de koffie? • as-tu qc. à servir avec le café?bij een mening blijven • persister dans une opinionsoort bij soort leggen • trierik was niet bij de vergadering • je n'ai pas assisté à la réunionbij elkaar zijn het er 20 • il y en a 20 en touthet er niet bij laten • ne pas en rester làik ben er toch zeker zelf bij • je suis majeur et vaccinéer mag nog wel wat bij • un peu plus ne fera pas de torter moet geld bij • il va falloir ajouter de l'argent -
8 breken
1 [algemeen] casser2 [een einde maken aan] briser3 [schenden] manquer (à)♦voorbeelden:iemand de benen breken • briser les os à qn.hij heeft een fles gebroken • il a cassé une bouteilledit breekt mij het hart • cela me brise le coeureen zegel breken • briser un sceauhet breken • le fait de casseriemands wil breken • briser la volonté de qn.het breken • la rupturehet breken • la ruptureeen vrije dag breekt de week • un jour de congé coupe la semaine1 [stukgaan] se casser2 [een doorgang, scheiding forceren] percer3 [m.b.t. een jongensstem] muer4 [m.b.t. stralen] se réfracter♦voorbeelden:de lucht breekt • le ciel s'éclaircitde ruit is gebroken • le carreau est casséde golven breken tegen de kust • les vagues se brisent sur la côte5 met iemand breken • rompre avec qn.met een gewoonte breken • rompre avec une habitude→ link=ijs ijs -
9 eigen
eigen1〈 het〉♦voorbeelden:¶ ik was mijn eigenik dacht bij mijn eigen dat • je me suis dit comme ça que————————eigen21 [algemeen] propre3 [vertrouwd] intime (avec)♦voorbeelden:onze eigen literatuur • la littérature de notre pays3 zich iets eigen maken • se familiariser avec qc.met iemand eigen zijn • être intime avec qn. -
10 gemeen
♦voorbeelden:een gemene streek • une bassessedoe niet zo gemeen tegen haar • ne sois pas si méchant avec elledoe niet zo gemeendat vind ik gemeen van jou • je trouve ça moche de ta partda's gemeen2 niets met iemand gemeen hebben • n'avoir rien de commun avec qn.veel met iemand gemeen hebben • avoir beaucoup en commun avec qn.→ link=zaak zaak -
11 genadig
♦voorbeelden:genadige hemel! • juste ciel!een genadig vorst • un prince clémenter genadig (van) afkomen • l'échapper belleiemand genadig behandelen • traiter qn. avec indulgence2 God zij ons genadig! • (que) Dieu nous soit propice! -
12 gesprek
♦voorbeelden:met iemand een gesprek aanknopen • lier conversation avec qn.het gesprek op iets anders brengen • détourner la conversationhet gesprek brengen op • amener la conversation sureen gesprek voeren (met iemand) • avoir une conversation (avec qn.)met iemand in gesprek zijn • s'entretenir avec qn.(het nummer is) in gesprek • (c'est) occupéhet gesprek gaande houden • alimenter la conversationeen gesprek onder vier ogen • un tête-à-tête -
13 gloedvol
♦voorbeelden:hij hield een gloedvolle redevoering • il fit un discours enflammégloedvol spreken • parler avec élan -
14 goedhartig
1 [een goed hart hebbend] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 bon/bonne⇒ gentil 〈v.: gentille〉 〈 bijwoord〉 avec bonté⇒ gentiment2 [vriendelijk, goedig] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 bonhomme 〈 onveranderlijk〉; 〈 bijwoord〉 avec bonhomie♦voorbeelden:op goedhartige toon spreken • parler avec bonhomie -
15 kennis
♦voorbeelden:zij waren goede kennissen • ils se connaissaient bienkennis dragen van iets • connaître qc.kennis geven • faire part de (qc. à qn.)ik heb met hem kennis gemaakt • j'ai fait sa connaissancekennis van zaken hebben • s'y connaîtrenader kennis maken met iemand • faire plus ample connaissance avec qn.kennis nemen van iets • prendre connaissance de qc.zijn kennis spuien • étaler ses connaissanceszij is weer bij kennis gekomen • elle a repris connaissance(geheel) bij kennis zijn • avoir toute sa connaissancedat is buiten mijn kennis gebeurd • cela s'est produit à mon insubuiten kennis zijn • être sans connaissancebuiten kennis raken • perdre connaissanceiemand van iets in kennis stellen • informer qn. de qc.ik zal je met haar in kennis brengen • je te la présenteraimet kennis van zaken • en connaissance de causeiemand iets ter kennis brengen • porter qc. à la connaissance de qn.een kennis van mij • une de mes connaissancesdat gaat mijn kennis te boven • cela me dépasse〈 spreekwoord〉 kennis is macht • savoir, c'est pouvoir¶ kennis aan iemand hebbenkennis maken met iemand, iets • entrer en contact avec qn., qc. -
16 omspringen
♦voorbeelden:ze weet hoe ze met hem moet omspringen • elle sait comment s'y prendre avec luiroyaal met zijn geld omspringen • avoir l'argent facile -
17 overeenkomen
2 [+ met][samengaan] s'accorder (avec)♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 slecht overeenkomen met iemand • s'entendre (très) mal avec qn.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het eens worden] tomber d'accord (sur <+ zelfstandig naamwoord>, pour <+ onbepaalde wijs>)2 [afspreken] convenir (de)♦voorbeelden:2 er werd overeengekomen dat … • il a été convenu que … -
18 passen
1 [nauwkeurig sluiten] aller (bien)2 [+ bij][overeenstemmen] aller ensemble (avec)3 [toepasselijk zijn; schikken; gepast zijn] convenir4 [+ op][ervoor waken] s'occuper (de qn., qc.)5 [kaartspel] passer♦voorbeelden:de sleutel past niet goed in het slot • la clé ne rentre pas dans la serrurein elkaar passen • s'emboîterdat past niet in zijn denkwijze • cela ne cadre pas avec ses idéesde leiding past goed op de kraan • le tuyau est bien ajusté au robineteen stel dat slecht bij elkaar past • un couple mal assortidat past niet bij je leeftijd • ce n'est pas de ton âgedat past niet in de doos • ça n'entre pas dans la boîtedit past een man van wetenschap niet • ce n'est pas digne d'un homme de sciencedie taal past niet in de mond van kinderen • ce langage est déplacé dans la bouche d'un enfanthij past niet in deze omgeving • il détonne dans ce milieuwanneer past het u dat ik eens kom? • quand cela vous arrangerait-il que je passe vous voir?op de kinderen passen • garder les enfantsop zijn zaken passen • veiller à la bonne marche de ses affairesop het huis passen • garder la maisonzou je even op mijn spullen willen passen? • tu veux bien surveiller mes affaires un instant?ik pas • je passe→ link=tel telII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [nauwkeurig meten] mesurer (qc.) (avec précision)2 [precies genoeg betalen] faire l'appoint3 [juist plaatsen] ajuster4 [kijken of het goed zit] essayer♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 met veel passen en meten kwamen we eruit • cela n'est pas allé tout seul, mais nous y sommes arrivésdat is precies gepast • le compte y esthebt u het niet gepast? • vous n'avez pas la monnaie? -
19 plezier
♦voorbeelden:doe me een plezier en houd je mond • fais-moi le plaisir de te taireiemand een plezier doen • faire plaisir à qn.; 〈m.b.t. hulp〉 rendre service à qn.het doet me plezier u te zien • cela me fait plaisir de vous voirplezier in zijn werk hebben • travailler avec plaisirdaar hebben wij veel plezier aan beleefd • cela nous a procuré beaucoup de plaisirplezier maken, hebben • s'amuseriemands plezier vergallen • gâcher le plaisir de qn.met plezier iets doen • faire qc. avec plaisirmet alle plezier • avec plaisireen huis van plezier • une maison closeiets puur voor zijn plezier doen • faire qc. pour le (seul) plaisirik zit hier niet voor mijn plezier! • je ne suis pas là pour m'amuser!veel plezier! • amusez-vous bien!veel plezier verder! • bonne continuation! -
20 puntig
♦voorbeelden:4 iets puntig formuleren • formuler qc. avec sagacité
См. также в других словарях:
Avec le cœur — Album par Kenza Farah Pays France Sortie 17 Novembre 2008 … Wikipédia en Français
Avec — Saltar a navegación, búsqueda avec Acrónimo cuyo significado es arte vectorial, se refiere a cualquier imagen digital, que presenta dos características indispensables, haber sido creado a base de vectores y tener en su concepción la función de… … Wikipedia Español
Avec — is an internationally registered sportswear brand. The brand was established in France and has been in existence for over 12 years, supplying numerous sports clubs (especially footballing) with their team kits … Wikipedia
AVEC — préposition Ensemble, conjointement. Je me concerterai avec vous. Il faut tâcher de bien vivre avec tout le monde. Je suis venu avec lui. Il partit avec dix mille hommes. Il s est marié avec elle. Avec ces gens là, il faut toujours être en… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
AVEC — préposition Conjointement à. Je me concerterai avec vous. Il faut tâcher de bien vivre avec tout le monde. Je suis venu avec lui. Il partit avec dix mille hommes. Il s’est marié avec elle. Avec ces gens là, il faut toujours être en discussion.… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
Avec A — Infobox musical artist Name = Avec A. Background = group or band Alias = Origin = Amsterdam, North Holland, Netherlands Genre = noise rock Years active = 2002–present Label = drowningman Konkurrent.nl URL = [http://www.avec a.nl/ www.avec a.nl]… … Wikipedia
Avec Pas D'casque — Pays d’origine Québec Genre(s) … Wikipédia en Français
Avec pas d'casque — Pays d’origine Québec Genre musical … Wikipédia en Français
Avec la peau des autres — Données clés Réalisation Jacques Deray Acteurs principaux Lino Ventura Marilu Tolo Jean Bouise Jean Servais Pays d’origine … Wikipédia en Français
Avec Tout Mon Amour — est l album de la chanteuse de R n B Melissa M et le 1er single qui prend pour première piste l album de la chanteuse. L album Avec tout mon amour, qui est le premier album de la chanteuse Melissa M, la propulse immédiatement dans les charts… … Wikipédia en Français
Avec ou sans hommes — (Boys on the Side) est un film américain réalisé par Herbert Ross, sorti en 1995 (le 31 mai). Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 Band … Wikipédia en Français