-
61 get on the gravy train
aan een winstgevend zaakje meedoen, gemakkelijk geld verdienen -
62 gravy train
gravy train〈 slang〉♦voorbeelden:¶ get on the gravy train • aan een winstgevend zaakje meedoen, gemakkelijk geld verdienen -
63 ground floor
begane grondground floor♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 get in on the ground floor • op de onderste sport van de ladder beginnen; ergens van het begin af aan meedoen -
64 scab
n. roof, korst; schurft; onderkruiper (slang); (soort) plantenziekte--------v. geen lid zijn van de vakbond; niet aan staking meedoenscab1[ skæb] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————scab2〈werkwoord; scabbed〉 -
65 swing
n. geschommel; geslinger; vaart; slinger, omslag--------v. slingeren; zich met een vaart voortbewegenswing1[ swing]1 schommel♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 what one loses on the swings one makes up on the roundabout • men moet de bluts tegen de buil stellen1 schommeling ⇒ zwaai, slingerbeweging♦voorbeelden:the swing of the pendulum • de wisseling(en) van het lotswing in prices • prijzenschommelinggive full/free swing to • de vrije teugel laten1 actie ⇒ vaart, gang♦voorbeelden:1 in full swing • in volle actie/gangget into the swing of things • op dreef komen————————swing22 swingen♦voorbeelden:3 swing for it • ervoor gestraft/gehangen worden1 slingeren ⇒ schommelen, zwaaien♦voorbeelden:swing to and fro • heen en weer schommelen2 swing round • (zich) omdraaien, omgooien1 beïnvloeden ⇒ bepalen, manipuleren♦voorbeelden:swing it • het klaarspelen, het voor elkaar brengenwhat swung it was the money • wat de doorslag gaf, was het geld -
66 be in the race to stay
Met volharding aan de race meedoen -
67 jump on the bandwagon
met de massa meedoen/meelopen; aan de kant van de winnaar staan -
68 psychodrama
n. psychodrama (wijze van groepsbehandeling, waarbij het probleem van de behandelde in drama wordt gebracht, waarbij ook andere behandelden aan meedoen) -
69 abandon
abandon [aabãdõ]〈m.〉1 (het) verlaten ⇒ (het) in de steek laten, (het) verwaarlozen2 (het) afstand doen ⇒ (het) overdragen, afstand, overdracht4 losheid ⇒ ongedwongenheid, ontspannenheid♦voorbeelden:abandon de poursuites • (het) afzien van vervolgingjardin à l'abandon • verwilderde tuinenfants à l'abandon • aan hun lot overgelaten kinderenm1) (het) verlaten, in de steek laten2) (het) opgeven, afzien (van)3) overgave, onderwerping -
70 danse
-
71 auditionner
auditionner [oodiesjonnee]1 voorzingen ⇒ voorspelen, aan een auditie meedoenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
72 boot
♦voorbeelden:hij is met de boot weg • il est parti en bateaude boot naar Breskens • le bateau pour Breskensuit de boot vallen • 〈 niet meer meedoen〉 rester sur la touche; 〈 zijn positie verliezen〉 être mis sur la touche〈 figuurlijk〉 de boot is aan! • ça va barder!de boot ingaan • rater son coupiemand in de boot nemen • mener qn. en bateauzich in de boot laten nemen • faire un marché de dupes -
73 geven
1 [algemeen] donner2 [+ om][gesteld zijn op] être attaché (à)♦voorbeelden:1 de dokter geeft er wel wat voor • le docteur donnera qc. pour çaik geef er een gulden voor • j'en donne un florinmen gaf hem nog geen vijftig jaar • on ne lui donnait pas cinquante ansde kou gaf haar een kleur • le froid lui donnait des couleursop een gegeven ogenblik • à un moment donnégeef dat potlood hier! • donne-moi ce crayon!wat zal de toekomst geven? • que nous réserve l'avenir?een kind voor straf geen toetje geven • priver un enfant de dessertzich gewonnen geven • s'avouer vaincudat verhaal geeft te denken • cette histoire donne à penseriemand te drinken geven • donner à boire à qn.〈 sport en spel〉 wie moet er geven? • à qui la donne?het leven bestaat uit geven en nemen • dans la vie, il faut savoir faire des compromisiemand iets te verstaan geven • faire comprendre qc. à qn.iets er aan geven • abandonner qc.gegeven: een vierhoek ABCD • soit un quadrilatère ABCD〈 spreekwoord〉 het is zaliger te geven dan te ontvangen • il y a plus de bonheur à donner qu'à recevoirhet was hem niet gegeven … • il ne lui fut pas donné … 〈+ onbepaalde wijs〉geef op! • donne!niets om iemand, iets geven • n'attacher aucune valeur à qn., qc.weinig om iets geven • accorder peu d'importance à qc.3 wat geeft het? • qu'est-ce que ça fait?dat geeft niet • cela ne fait rienzulke fouten geven niet • des fautes comme ça importent peuiemand ervan langs geven • 〈 slaag〉 donner une bonne raclée à qn.; 〈 standje〉 donner son paquet à qn.niet thuis geven • 〈 niet ontvangen〉 ne pas être à la maison; 〈 niet reageren〉 faire la sourde oreille; 〈 niet meedoen〉 ne pas vouloir participeriets ten beste geven • jouer, réciter, déclamer qc.→ link=zalig zalig -
74 kampioenschap
♦voorbeelden: -
75 pijp
2 [broekspijp] leg3 [rookgerei] pipe4 [stang, staafje] stick♦voorbeelden:1 een stuk(je) pijp • a length of pipe/tube2 een broek met lange/korte pijpen • a pair of trousers/shorts3 een pijp tabak • a fill (of tobacco), a pipeful〈 figuurlijk〉 de pijp aan Maarten geven • 〈 sterven〉 kick the bucket, turn up one's heels/toes; 〈 niet meer willen meedoen〉 quit, chuck it ineen pijp stoppen • fill a pipe -
76 toernooi
1 [sport] tournament♦voorbeelden: -
77 wedstrijd
♦voorbeelden:het aantal gewonnen/verloren wedstrijden • the number of games/matches won/losteen onbesliste wedstrijd • a draw/tieeen overgespeelde wedstrijd • a replayeen vastgestelde wedstrijd • a fixtureaan een wedstrijd meedoen • enter a competitioneen wedstrijd bijwonen • attend a matcheen wedstrijd fluiten • referee a matchmet nog twee/drie wedstrijden te spelen • with two/three games (still) to goeen wedstrijd uitschrijven/houden/afgelasten • organize/hold/cancel a matchde wedstrijd werd gestaakt bij de stand 2-0 • the game was abandoned with the score at 2-0een wedstrijd winnen/verliezen • win/lose a match/gamealle wedstrijden zijn afgelast • all matches have been postponed/cancelled/ 〈 vanwege de regen〉 rained out〈 in serie van twee〉 de eerste/tweede wedstrijd • the first/second legde wedstrijd in je zak hebben • have the game in one's pocket/in the bag -
78 winstgevend
1 profitable ⇒ 〈 lucratief〉 lucrative, 〈 belonend〉 remunerative, 〈 figuurlijk〉 fruitful, 〈 rendabel〉 economic♦voorbeelden:een winstgevende betrekking • a remunerative jobaan een winstgevend zaakje meedoen • cash in on a lucrative little dodgeweinig/niet winstgevend • marginal, uneconomic, unprofitable -
79 Spiel
〈o.; Spiel(e)s, Spiele〉3 spel, toneelstuk♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 mit jemandem ein leichtes Spiel haben • gemakkelijk spel, weinig moeite met iemand hebbenein Spiel machen, spielen • een spelletje doen, spelendas Spiel machen • het spel(letje) winnen〈 figuurlijk〉 (s)ein Spiel mit jemandem treiben • met iemand spelen, met iemand de vloer aanvegen〈 figuurlijk〉 aus dem Spiel bleiben • buiten spel blijven, erbuiten blijven〈 figuurlijk〉 jemanden, etwas aus dem Spiel lassen • iemand, iets erbuiten latenwie im Spiel • spelenderwijs2 das Spiel verloren geben • (a) de wedstrijd, zich gewonnen geven; 〈 (b) figuurlijk〉iets afschrijven, opgevenden Mittelstürmer aus dem Spiel nehmen • de midvoor uit het veld nemen -
80 eine Regatta segeln
aan een regatta deelnemen, meedoen
Страницы