-
1 schommelen
-
2 schommelen
1 [heen en weer bewegen] balancer2 [zich schommelend vermaken] se balancer3 [zich bewegen om een gemiddelde] osciller4 [wiegen] bercer♦voorbeelden:de prijzen schommelen • les prix fluctuent -
3 schommelen
(по)колебать; раскачать; колыхать, поколыхать; (по)колебаться; раскачаться; колыхаться поколыхаться; переваливаться раскачиваться ходить вразвалку; болтать ногами* * *(d)качаться, раскачиваться; перен. колебаться* * *гл.общ. качаться (на качелях, волнах), колебаться (о ценах и т.п.) -
4 schommelen
I.schaukelnII.schwanken -
5 schommelen
zoyaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > schommelen
-
6 schommelen
v. swing, oscillate, librate, rock, fluctuate, wobble, wabble, wag, seesaw, weave, waver, welter, waddle -
7 schommelen
-
8 schommelen
• to fluctuate• to oscillate• to rock• to swing• to vary• to wobble -
9 schommelen
sallanmak [-ır] v -
10 schommelen
osciller -
11 schommelen
zoya -
12 de prijzen schommelen
de prijzen schommelen -
13 de prijzen schommelen tussen de 20 en 25 gulden
de prijzen schommelen tussen de 20 en 25 guldenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de prijzen schommelen tussen de 20 en 25 gulden
-
14 ze zijn aan 't schommelen
ze zijn aan 't schommelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ze zijn aan 't schommelen
-
15 doen schommelen
1) gunga2) svängning3) svänga4) vagga5) svinga -
16 doen schommelen
balancer -
17 njihati
schommelen -
18 ride on a swing
schommelen op de schommel -
19 to fluctuate
schommelenverlopen -
20 to swing
schommelenslingerenzwaaien
См. также в других словарях:
schummeln — schummeln: Die Herkunft des ugs. Ausdrucks für »(beim Kartenspiel) betrügen« ist nicht sicher geklärt. Vielleicht ist das Verb identisch mit einem mdal. weitverbreiteten schummeln (niederl. schommelen) »sich hastig bewegen, schlenkern, schaukeln« … Das Herkunftswörterbuch