-
1 dose
dosis -
2 constrict dosage
dosis beperking -
3 an operative dose
-
4 come down
naar beneden gaan, afdalencome down1 neerkomen ⇒ naar beneden komen, (neer)vallen3 afzakken, aan lager wal geraken6 overkomen♦voorbeelden:come down in the world • aan lager wal geraken4 this song has come down to us from the 14th century • dit lied is ons overgeleverd uit de 14e eeuw¶ come down in favour of/on the side of • zich uitspreken voor/ten gunste van -
5 dosage
-
6 dose
n. dose (van medicijn), portie--------v. doserendose1[ doos] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 a dose of bad luck • enige/f wat tegenslag————————dose2〈 werkwoord〉 -
7 draught
-
8 fix
n. ongeluksgeval; opsporing, localisatie; gebruik van heroine (slang)--------v. vastmaken; vaststellen; vestigen; opknappen; fixeren; regelenfix1[ fiks] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 moeilijke situatie ⇒ knel, penarie♦voorbeelden:1 be in/ get oneself into a fix • in de knel zitten/raken————————fix2♦voorbeelden:¶ fix (up)on (the idea) of something • iets vaststellen/besluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastmaken ⇒ bevestigen, monteren5 opknappen ⇒ repareren, in orde brengen7 omkopen♦voorbeelden:1 fix something in the mind/memory • iets in de geest/in het geheugen prentenfix the blame on someone • iemand de schuld gevenfix something onto something • iets ergens aan vastmaken2 fix one's eyes/gaze/attention (up)on something • de blik/aandacht fixeren/vestigen op ietsfix someone with a cold stare/look • iemand koud/strak aankijken6 I'll fix him! • ik krijg hem wel te pakken!, ik zál hem!¶ have one's cat fixed • zijn kater laten castreren, zijn poes laten steriliseren→ fix up fix up/ -
9 lethal dose
-
10 lethal
adj. dodelijk; kan dood veroorzaken; kan dodelijk zijn[ lie:θl]2 doods- ⇒ van/met betrekking tot de dood♦voorbeelden:lethal weapon • moordwapen -
11 megadose
-
12 operative
adj. doeltreffend; werkzaam, in werking, van kracht--------n. (geschoold) (fabrieks)arbeider; (privé) detective (AE)operative1[ oprətiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————operative22 werkzaam ⇒ in werking, van kracht♦voorbeelden:become operative • in werking treden, ingaan 〈 van wet〉 -
13 overdose
n. een te grote dosis (van medicijnen of drugs)--------v. overdosis nemen (van geneesmiddelen of drugs); overdosis geven (van geneesmiddel of druk)overdose -
14 therapeutic dose
-
15 therapeutic
adj. medisch, genezend♦voorbeelden: -
16 unit
n. eenheid; afdeling; meubelstuk[ joe:nit]1 eenheid ⇒ onderdeel, afdeling; meetgrootheid; 〈 techniek, technologie〉 apparaat, module; 〈 medicijnen, geneeskunde〉 dosis♦voorbeelden:→ British British/ -
17 fatal dose
noodlottige dosis -
18 microdot
n. klein fotootje dat in grootte van een punt is gereduceerd om gemakkelijk te verzenden of ter beveiliging; dosis LSD in heel klein tabletje (Informeel) -
19 nonfatal dose
geen fatale dosis -
20 poison cup
gifbeker (dosis van problemen en leed)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Dosis — Saltar a navegación, búsqueda En farmacología se entiende por dosis es el contenido de principio activo de un medicamento, expresado en cantidad por unidad de toma, por unidad de volumen o de peso, en función de la presentación, que se… … Wikipedia Español
dosis — (plural dosis) sustantivo femenino 1. Cantidad de medicamento que debe administrarse a un enfermo cada vez: Se inyectó la dosis de insulina indicada por el médico. 2. Cantidad o porción de una cosa: El drogadicto consiguió una dosis de heroína.… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
Dosis — Sf zugemessene Menge, verabreichte Menge erw. fach. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus ml. dosis Gabe , dieses aus gr. dósis, ti Abstraktum zu gr. didónai geben . Verb: dosieren. Ebenso nndl. dosis, ne. dose, nfrz. dose, nschw. dos(is), nnorw … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
dosis — f. med. Dícese de la cantidad de sustancia o medicamento que se administra en una sola vez. Medical Dictionary. 2011. dosis cantidad de un … Diccionario médico
Dosis — »zugemessene ‹Arznei›gabe; kleine Menge«: Das Substantiv wurde als medizinischer Fachausdruck im 16. Jh. aus griech. mlat. dósis »Gabe« entlehnt. Das Verb dosieren »die gehörige Dosis zumessen« erscheint im 20. Jh. durch Vermittlung von frz.… … Das Herkunftswörterbuch
dosis — (Del gr. δόσις, acción de dar). 1. f. Toma de medicina que se da al enfermo cada vez. 2. Cantidad o porción de algo, material o inmaterial. Una buena dosis de paciencia, de ignorancia … Diccionario de la lengua española
Dosis — (gr., Gabe), die bestimmte Quantität, in der ein Arzneimittel gereicht wird; die Bestimmung geschieht am sichersten nach dem Gewichte, u. es wird dann ein Mittel gleich in Dosen abgetheilt; od. auch nach Maß, wie nach Tassen, Eß od. Theelöffeln,… … Pierer's Universal-Lexikon
Dosis — (griech., »G abe«), s. Arzneidosis … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Dosis — Dōsis (grch.), Gabe; in der Heilkunde die Gewichts oder Maßmenge eines Arzneimittels, die man auf einmal reicht. Maximal D., die im Arzneibuch festgesetzte größte solche Menge, deren Überschreitung eines besondern Vermerks auf dem Rezept bedarf … Kleines Konversations-Lexikon
Dosis — Dosis, griech., Gabe, in der Heilkunde das bestimmte Maß eines zu reichenden Arzneimittels … Herders Conversations-Lexikon
dosis — sub. saikas, matas (?): Turėkite dosį visame kame P … Dictionary of the Lithuanian Language