-
1 loochenen
desmintí, minti, nengaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > loochenen
-
2 desmintí
loochenen [v], ontkennen [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > desmintí
-
3 minti
loochenen [v], ontkennen [v] -
4 nenga
loochenen [v], ontkennen [v]; afkeuren [v], afwijzen [v], het verdommen [v], terugwijzen [v], vertikken [v], weigeren [v] -
5 desmintí
loochenen [v], ontkennen [v] -
6 minti
loochenen [v], ontkennen [v] -
7 nenga
loochenen [v], ontkennen [v]; afkeuren [v], afwijzen [v], het verdommen [v], terugwijzen [v], vertikken [v], weigeren [v] -
8 disavow
v. ontkennen, loochenen, verwerpen, verstoten, afwijzen2 verwerpen ⇒ verstoten, afwijzen -
9 negative
adj. negatief--------n. negatief; verwerping--------v. ontkennen; weigeren; loochenen; afwijzen; verwerpen; negatienegative1[ negətiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 the answer is in the negative • het antwoord luidt nee/is ontkennend————————negative21 negatief♦voorbeelden:〈 schertsend〉 negative quantity • negatieve hoeveelheid, nietsthe negative sign • het mintekennegative evidence • negatief bewijsmateriaal————————negative3〈 werkwoord〉1 verbieden ⇒ afwijzen, verwerpen————————negative41 nee -
10 démentir
démentir [deemãtier]1 tegenspreken ⇒ weerleggen, logenstraffen♦voorbeelden:v1) tegenspreken, weerleggen2) ontkennen, loochenen -
11 leugnen
-
12 отрицать
ontkennen, loochenen -
13 отвергать
v1) gener. afstemmen, verschoppen, versmaden, versmijten, weggooien, wegwerpen, afwijzen, loochenen (что-л.), rebuteren, verstoten, verwerpen2) milit. ketsen -
14 отрекаться
vgener. herroepen (от своих слов), loochenen (от чего-л.), verzweren, afzweren, achteruitkrabbelen (от своих слов, обещаний и т.п.), afstand doen van (от чего-л.), renonceren, resigneren, verzaken -
15 отрицать
v1) gener. loochenen, verloochenen, betwisten, dementeren, ontkennen, ontstrijden, tegenpraten2) obs. negeren -
16 controvert
v. zich kanten tegen, bestrijden[ kontrəvə:t]1 zich kanten tegen ⇒ bestrijden, aanvechten2 loochenen ⇒ ontkennen, verwerpen3 discussiëren/redetwisten over -
17 deny
v. tegenspreken; niet erkennen; er niets mee te maken hebben♦voorbeelden:2 John denies himself/his children nothing • John ontzegt zichzelf/zijn kinderen nietshe has always denied himself • hij heeft zichzelf nooit iets gegund -
18 negate
-
19 disavowal
n. ontkennen, loochenen, verwerpen van verantwoordelijkheid -
20 défendre
défendre [deefãdr]1 verdedigen ⇒ opkomen voor, pleiten voor, behartigen2 beschermen ⇒ beveiligen, beschutten♦voorbeelden:défendre sa maison à qn. • iemand de toegang tot zijn huis ontzeggen→ corps1 zich verdedigen ⇒ zich verweren, zich verzetten♦voorbeelden:se défendre contre le sommeil • tegen de slaap vechtenne pas pouvoir se défendre de 〈+ onbepaalde wijs of zelfstandig naamwoord〉 • het niet kunnen laten te; 〈 iets〉 niet kunnen laten1. v1) verdedigen, opkomen (voor)2) beschermen3) verbieden2. se défendrev5) ontkennen
Страницы
- 1
- 2