-
1 science corps
korps dat zich verdiept in wetenschap met betrekking tot de militaire benodigheden) -
2 Marine Corps
-
3 corps
-
4 diplomatic corps
-
5 fire department
brandweer(korps)fire department〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉 〈 Amerikaans-Engels〉 -
6 muleteers corps
het korps van muilezeldrijvers (korps van joodse vrijwilligers die samenwerkten met de Britten bij bezetting van Israël) -
7 body
n. fysieke verschijning van persoon of dier, lichaam; lijf; blok; grote hoeveelheid, massa; groep (van mensen, dingen, ideeen, etc.); substantie; menselijk wezen[ boddie] 〈meervoud: bodies〉1 lichaam ⇒ romp, lijk4 〈 benaming voor〉 voornaamste deel ⇒ grootste/centrale deel, kern, meerderheid; schip 〈 van kerk〉; casco, carrosserie 〈 van auto〉; romp 〈 van vliegtuig〉; klankkast 〈 van instrument〉6 voorwerp ⇒ object, lichaam♦voorbeelden:keep body and soul together • in leven blijvena dead body • een lijkthey left in a body • ze vertrokken als één manheavenly bodies • hemellichamen7 a wine with a good body • een volle/rijke wijn -
8 brigade
n. brigade[ brigeed]1 brigade2 (geüniformeerde) groep mensen (met een bepaalde taak) ⇒ korps, brigade -
9 captain
n. kapitein; gezagvoerder; aanvoerder--------v. aanvoerder, veldheer, kapitein, gezagvoerder, ploegbaas, leidercaptain1[ kæptin] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:captain of industry • grootindustrieel————————captain2〈 werkwoord〉1 commanderen ⇒ leiden, de aanvoerder zijn van -
10 constabulary
adj. van politiekorps--------n. politiekorps, politiemacht[ kənstæbjoel(ə)rie] 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud; meervoud: constabularies〉1 politie(korps/macht) -
11 diplomatic
adj. diplomatiek[ dipləmætik] 〈 diplomatically〉2 subtiel ⇒ berekend, sluw3 diplomatiek ⇒ met betrekking tot/van de diplomatie(ke dienst)♦voorbeelden:diplomatic corps • corps diplomatique, diplomatieke korpsdiplomatic immunity/privilege • diplomatieke onschendbaarheid/immuniteitdiplomatic service • diplomatieke dienst, diplomatie -
12 fire brigade
brandweerbrigadefire brigade〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉 〈 Brits-Engels〉 -
13 force
n. (strijd)kracht, geweld; sterkte; legersterkte; dwang--------v. dwingen, noodzaken; onder dwang; eruit persen; inbreken, doorbrekenforce1[ fo:s]1 macht ⇒ krijgsmacht, leger2 ploeg ⇒ groep, personeel♦voorbeelden:1 kracht ⇒ geweld, macht♦voorbeelden:by force of circumstances • door omstandigheden gedwongenthe forces of evil • kwade krachtenthe force of gravity • de zwaartekrachtthe force of his words • de overtuigingskracht van zijn woordena powerful force in local politics • een invloedrijke persoon in de plaatselijke politiekjoin forces (with) • de krachten bundelen (met)the machine was put in force • de machine werd in werking gesteldby force • met geweldby force of • door middel vanby/from/out of force of habit • uit gewoonte2 werkelijke betekenis ⇒ werkelijk effect, belang♦voorbeelden:2 the force of this poem is hard to grasp • de precieze betekenis van dit gedicht is moeilijk te vattenIV 〈meervoud; Forces; the〉1 strijdkrachten ⇒ strijdmacht, krijgsmacht♦voorbeelden:————————force2〈 werkwoord〉1 dwingen ⇒ (door)drijven, forceren2 forceren ⇒ open/doorbreken♦voorbeelden:force a smile/one's voice • een glimlach/zijn stem forcerenforce one's will on someone • iemand zijn wil opleggenforce along • meesleurenforce back • terugdrijvenforce something down • iets met moeite binnenkrijgenforce a plane down • een vliegtuig dwingen tot landenforce it out • het met moeite uitbrengenGovernment will force the prices up • de regering zal de prijzen opdrijvenhe wants to force his ideas down our throats • hij wil zijn ideeën met geweld aan ons opdringenforce something from/out of someone • iets van iemand afdwingenforce something on/upon someone • iemand iets opdringen -
14 staff
n. personeel, staf(personeel; staf (stok); paal, stang; steun, stut--------n. stok, staf, paal; groep van 5 horizontale lijnen en de vier ruimtes tussen hen waarop muziek wordt geschreven; speer, lans (Archaïsch)--------v. bemannen, v. personeel voorzienstaff1♦voorbeelden:staff and staple • hoofdbestanddeel/schotel————————staff2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 the force
de macht, bovennatuurlijke kracht bij "sterrenoorlogen" (science fictionfilm)de politie(macht/korps) -
16 Camp Pendleton
n. Camp Pendleton, militaire basis van Amerikaanse Marine Korps in zuidwesten van Californië (V.S.) -
17 Supply Corps
Proviand Korps (legermacht verantwoordelijk voor onderhoud en bevoorrading) -
18 devil dog
n. lid van het Amerikaanse Marine Korps, een Amerikaanse marinier -
19 genl
aangestelde rang in leger van V.S.(Luchtmacht of Marine Korps boven lieutenant generaal); iemand die deze rang of een gelijkwaardige rang aan deze in een andere militaire organisatie; opperofficier; principe of feit dat toepasselijk is op het geheel; algemene verdoving; (Archaïsch) publiekgenl (general; general anesthesia) -
20 medical corps
medisch korps
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Korps — 〈[ko:r] n.; [ko:rs], [ko:rs]〉 oV Corps 1. Armeekorps, größerer Truppenverband aus mehreren Waffengattungen 2. studentische Verbindung 3. Gemeinschaft von Personen gleichen Standes od. Berufes (OffiziersKorps) ● diplomatisches Korps Gesamtheit der … Universal-Lexikon
Korps — 〈[ko:r] n.; Gen.: [ko:rs], Pl.: [ko:rs]〉 1. 〈kurz für〉 Armeekorps 2. Studentenverbindung 3. Gemeinschaft von Personen gleichen Standes od. Berufes; OffiziersKorps; diplomatisches Korps; →a. s. Corps [Etym.: <frz. corps »Körper, Körperschaft«… … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
Korps — Sn Verbund, Verbindung erw. fach. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. corps, dieses aus l. corpus n. Körper , auch Körperschaft . Ebenso nndl. corps, korps, ne. corps, nfrz. corps, nschw. kår, nnorw. korps. ✎ DF 1 (1913), 395f. französisch … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
korps — sb., et, korps, ene (en gruppe af personer; en militær enhed), i sms. korps , fx korpschef … Dansk ordbog
Korps — [koːɐ̯] das; , [koːɐ̯s]; Kollekt; 1 Mil; ein großer Truppenverband (aus mehreren Divisionen) || K: Armeekorps 2 das diplomatische Korps alle Botschafter in einem bestimmten Land, die ihre Regierungen vertreten 3 eine besondere Art von… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Korps — Korps: Das seit dem Beginn des 17. Jh.s bezeugte Fremdwort erscheint zuerst im militärischen Bereich in der Bedeutung »Abteilung, Schar« (hier bezeichnet es noch heute einen größeren Truppenverband), beachte Zusammensetzungen wie Freikorps (18.… … Das Herkunftswörterbuch
Korps — (franz. corps, spr. kōr, »Körper«), Gesamtheit durch gemeinsame Regeln, Gesetze, Gebräuche und Tätigkeit verbundener Personen, z. B. Offizierskorps; beim Militär unter einem Oberbefehl stehender Truppenverband, oft als Abkürzung für Armeekorps (s … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Korps — (frz., spr. kohr), Körper, Körperschaft, z.B. Offizier K.; Truppenabteilung unter einem Befehlshaber, insbes. Armeekorps (s.d.); auch eine Gruppe farbentragender Studentenverbindungen, größtenteils in einem Kartellverband der Seniorenkonvente (S … Kleines Konversations-Lexikon
Korps — 1.Verbindung,Studentenverbindung,Verband,Gemeinschaft,Bund,Verein,Organisation,Union,Liga,Klub 2.Truppenverband,Truppeneinheit,Truppenteil,Kompanie,Truppe,Heeresverband,Formation … Das Wörterbuch der Synonyme
Korps — [ko:ɐ̯] das; [ko:ɐ̯(s)], [ko:ɐ̯s] <aus fr. corps »Körper, Körperschaft, Heerhaufe«, dies aus lat. corpus, vgl. 1↑Korpus>: 1. größerer Truppenverband. 2. studentische Verbindung … Das große Fremdwörterbuch
Korps — Ein Korps [koːɐ̯] (franz. corps, „Körper(schaft)“; von lat. corpus, „Körper“) ist ein militärischer Großverband des Heeres aus mehreren Divisionen beziehungsweise Brigaden und zusätzlichen Korpstruppen. Der Truppenverband besteht in der Regel aus … Deutsch Wikipedia