-
41 kosher
-
42 let someone stew (in one's own juice)
English-Dutch dictionary > let someone stew (in one's own juice)
-
43 let someone stew in his own juice
iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenEnglish-Dutch dictionary > let someone stew in his own juice
-
44 let someone stew in their own juice
English-Dutch dictionary > let someone stew in their own juice
-
45 overdo
v. overdrijven, te veel gebruikenoverdo♦voorbeelden:1 overdo things/it • te hard werken, overdrijven -
46 own
adj. van mij (van jou, van haar, etc.); zelf--------v. behoren tot; dank verschuldigd zijn aan; erkennen; bezittenown1[ oon] 〈bijvoeglijk naamwoord; voornaamwoord〉1 eigen ⇒ van … zelf, eigen bezit/familie♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeienthey ate of their own cooking • zij aten uit hun eigen keukenleave someone to his/her own devices/resources • iemand aan zijn lot overlatenan own goal • een doelpunt in eigen doelput/set one's own house in order • orde op zaken stellentake the law into one's own hands • het recht in eigen handen nemen, voor eigen rechter spelentake matters into one's own hands • de zaak zelf onder handen nemenlet someone stew in his own juice • iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenbe one's own man/master • zijn eigen heer en meester/onafhankelijk zijnthe truth for its own sake • de waarheid op zich(zelf)my time is my own • ik heb de tijd aan mezelffor one's own use • voor eigen gebruiknot have a moment/minute/second to call one's own • geen moment voor zichzelf hebbenhe finally came into his own • eindelijk kreeg hij wat hem toekwamit has a value all its own • het heeft een heel bijzondere waardemay I have it for my own? • mag ik het echt hebben?/houden?he has a computer of his own • hij heeft zijn eigen computerfor reasons of his own • om persoonlijke redenenhave a way of his own • zo zijn eigen manier van doen hebbenmy own self • ikzelf, ik persoonlijkin his own (good) time • wanneer het hem zo uitkomt/uitkwam→ come into come into/————————own2♦voorbeelden:he owned to having said that • hij gaf toe dat hij dat gezegd hadII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
47 precook
-
48 primus stove
-
49 purée
n. puree (aardappelen of appels)--------v. puree[ pjoeəree] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————〈 werkwoord〉1 tot puree maken/koken -
50 put the kettle on
-
51 scallop
n. kamerschelp; schulpwerk, schulp; feston; schelp (bij diner)--------v. uitschulpen; festonneren[ skolləp] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————1 in de schelp bakken/koken ⇒ gratineren -
52 she knows how to cook
-
53 shrink
n. zielknijper (slang); verschrompeling--------v. krimpen; doen krimpen; terugdeinzen (voor)shrink1————————shrink2〈shrank [ sjrængk], shrunk [ sjrungk]/voornamelijk als bijvoeglijk naamwoord ook shrunken [ sjrungkən]〉1 krimpen ⇒ afnemen, sen♦voorbeelden:shrink at/from a situation • terugschrikken voor een situatieII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen krimpen ⇒ kleiner maken, doen sen♦voorbeelden: -
54 simmer
n. het lang op het vuur staan pruttelen; het langdurig laten koken--------v. sudderen, pruttelen; zich inhouden (woede, lach)simmer1[ simmə] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:————————simmer2♦voorbeelden:he was simmering with anger • inwendig kookte hij van woedeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan het sudderen/pruttelen brengen/houden -
55 sodium chloride
-
56 stew
n. gestoofd vlees; visvijver, oesterbed--------v. stoven, smorenstew1[ stjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hutspot♦voorbeelden:1 Irish stew • stoofschotel van schapenvlees, ui en aardappelen————————stew2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
57 truss
n. steunbalk; bundel--------v. steunen; bindentruss1[ trus] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gebint ⇒ dakkap/spant————————truss2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
58 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
59 zap
n. korte tijdsperiode in microgolf oven; energie en enthousiasme; onverwachtse klap of slag; schok; pittige kwaliteit--------v. doden, neerschieten, doodschieten; verslaan; plotseling aanvallen (Slang); iets snel afmaken, snel te werk gaan; iets in een mirogolf oven opwarmen of koken; iets fotocopiëren; (Computers) hardware of media vernietigen door middel van elektriciteit; uitwissen of ergens vanaf komen (Computers); van televisiekanalen veranderen tijdens reclames, zappen met afstandsbediening; (Uitzending) een instrument gebruiken om reclames uit uitzending te wissen (bv; met een pauzeknop tijdens video-opname); een elektrische schok geven (Slang)zap1♦voorbeelden:¶ zap! • zoef!, flits!, wam!————————zap2〈 zapped〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; slang〉1 snel gaan ⇒ zoeven, racen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
60 Better Homes and Gardens
"Better Homes and Gardens", Amerikaans maandblad dat zich in artikelen richt op verzorging van woning en tuin (vormgeving, tuin, koken, familie)
См. также в других словарях:
Koken — bezeichnet die japanischen Tennō Kōken die Gemeinde Kohoutov, Okres Trutnov, Tschechien Koken ist der Familienname folgender Personen: Änne Koken (1885–1919), deutsche Malerin und Gebrauchsgraphikerin, Tochter von Gustav (Heinrich Julius) Koken… … Deutsch Wikipedia
Kōken — (jap. 孝謙天皇 Kōken tennō; * 718; † 28. August 770), auch bekannt als Abe (阿部内親王). Als Kōken war sie 46. Tennō von Japan (749–758). Sie regierte erneut (764–770) als 48. unter dem Namen Shōtoku (称徳天皇). Ordensname zwischen den Regierungszeiten und… … Deutsch Wikipedia
Koken — Kōken Pour les articles homonymes, voir Shōtoku. L impératrice Kōken (孝謙天皇, Kōken Tennō, 718 770), qui a régné une seconde fois sous le nom de Shōtoku (称徳天皇, Shōtoku Tennō) était à la fois le quarante sixième et le quarante huitième dirigeant… … Wikipédia en Français
Kôken — Kōken Pour les articles homonymes, voir Shōtoku. L impératrice Kōken (孝謙天皇, Kōken Tennō, 718 770), qui a régné une seconde fois sous le nom de Shōtoku (称徳天皇, Shōtoku Tennō) était à la fois le quarante sixième et le quarante huitième dirigeant… … Wikipédia en Français
Köken — † Köken, verb. reg. act. et neutr. welches im letztern Falle das Hülfswort haben bekommt, ein niedriges, im Hochdeutschen veraltetes Wort, für speyen, und figürlich und im verächtlichen Verstande, reden wie und was in den Mund kommt. Sie sind… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Köken — der Pferde, s. Koppen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Köken — Köken, Untugend der Pferde, s. Aufsetzen … Kleines Konversations-Lexikon
Kōken — Pour les articles homonymes, voir Shōtoku. L impératrice Kōken (孝謙天皇, Kōken Tennō, 718 770), qui a régné une seconde fois sous le nom de Shōtoku (称徳天皇, Shōtoku Tennō) était à la fois le quarante sixième et le quarante huitième dirigeant impérial… … Wikipédia en Français
Kōken — ▪ empress of Japan in full Kōken Tennō, also called (764–770) Shōtoku Tennō born 718, Nara, Japan died Aug. 28, 770, Nara the last empress to rule Japan until the 17th century; she twice occupied the throne (749–758; 764–770). There had … Universalium
Köken — Ali Köken (* 20. April 1967 in Afyon, Türkei) ist ein türkischer Theater , Karagöz und Hacivat Meister und Dichter. Er wohnt in Grevenbroich. Künstlerische Tätigkeit Nach seiner schulischen Ausbildung zog er nach Deutschland und vollendete seine… … Deutsch Wikipedia
köken — is. 1) Bir şeyin çıktığı, dayandığı temel, biçim, neden veya yer, menşe Yazının kökeni resimdir. 2) Soy, asıl 3) tic. Bir malın üretildiği veya yapıldığı, alındığı, getirildiği yer, menşe, orijin 4) hlk. Kavun, karpuz, kabak vb. bitkilerin toprak … Çağatay Osmanlı Sözlük