-
1 klikken
1 [‘klik’ laten horen] click3 [eensgezind zijn, samengaan] click, hit it off 〈 met persoon subject〉♦voorbeelden:2 je mag niet klikken • don't tell tales, don't snitch3 het klikte meteen tussen hen • they hit it off immediately, it clicked immediately between them -
2 klikken
-
3 klikken op
klikken op -
4 klikken
щёлкать, щёлкнуть, пощёлкивать* * *гл.1) общ. доносить, щёлкать, выдавать, ябедничать2) сл. находить контак с человеком -
5 klikken
I.klickenII.petzen -
6 klikken
denunsiáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > klikken
-
7 klikken
v. click, make a quick sharp sound; connect, make contact (Slang) -
8 klikken
-
9 klikken
1) rossling2) rassel3) skallra4) rossla -
10 klikken
accuser, claquer, dénoncer, livrer -
11 klikken
denunsiá -
12 je mag niet klikken
je mag niet klikkendon't tell tales, don't snitchVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je mag niet klikken
-
13 tell on
klikken over, verraden -
14 click
n. tik, klik (ook op de computer), een muis klik (op computers)--------v. kloppen; slagenclick1[ klik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klik ⇒ tik, klak————————click21 klikken ⇒ tikken, ratelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
15 clack
n. klik, klap, tik, geklepper--------v. klepperen, klikkenclack1[ klæk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klik ⇒ klap, tik, geklepper♦voorbeelden:————————clack2〈 werkwoord〉1 klepperen ⇒ klikken, tikken♦voorbeelden: -
16 grass
n. gras; grasveld; hasjiesj (in spreektaal)--------v. met gras bedekken; klikkengrass1[ gra:s]1 gras2 grasland ⇒ weiland, grasperk♦voorbeelden:keep off the grass • verboden het gras te betredenput someone/send someone/turn someone out to grass • iemand de wei insturen; iemand eruit gooien/sturen————————grass2♦voorbeelden:1 grass on someone • iemand verraden/aangevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 met gras bedekken/bezaaien♦voorbeelden: -
17 peach
n. perzik; kleur van perzik, rood-geel; prachtig (spreektaal)--------v. klikken (slang)peach1[ pie:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a peach of a housewife • een prima huisvrouw————————peach2♦voorbeelden: -
18 squeal
n. gil, schreeuw, gepiep--------v. gillen, janken, krijsen; klikken, de boel verradensqueal1[ skwie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gil ⇒ schreeuw, gepiep————————squeal21 krijsen ⇒ piepen, snerpen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
19 tattle
n. geklets, gebabbel--------v. kletsen, babbelen, (uit de school) klappentattle1[ tætl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 geklik————————tattle22 klikken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
20 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin]
См. также в других словарях:
click — click1 clickless, adj. /klik/, n. 1. a slight, sharp sound: At the click of the latch, the dog barked. 2. a small device for preventing backward movement of a mechanism, as a detent or pawl. 3. Phonet. any one of a variety of ingressive, usually… … Universalium
Clique — Sf Gruppe erw. fremd. Erkennbar fremd (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. clique, einer Ableitung von afrz. cliquer, clinquer lärmen, klingen , das wohl auf eine Vermengung von ndl. klinken schallend schlagen und ndl. klikken petzen,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
click — {{11}}click (n.) 1610s, from CLICK (Cf. click) (v.). {{12}}click (v.) 1580s, of imitative origin (Cf. Du., E.Fris. klikken to click; O.Fr. clique tick of a clock ). The figurative sense of fit together (based on the sound of a key in a lock,… … Etymology dictionary
click — [[t]klɪk[/t]] n. 1) a slight, sharp sound: the click of a latch[/ex] 2) mac a small device for preventing backward movement of a mechanism, as a detent or pawl 3) phn any of a variety of ingressive, usu. implosive, speech sounds, phonemic in some … From formal English to slang
click — /klɪk / (say klik) noun 1. a slight, sharp sound: the click of a latch. 2. some clicking mechanism, as a detent or a pawl. 3. Phonetics a speech sound produced by allowing air to flow suddenly into a partial vacuum in the mouth or in part of the… …
click — n. & v. n. 1 a slight sharp sound as of a switch being operated. 2 a sharp non vocal suction, used as a speech sound in some languages. 3 a catch in machinery acting with a slight sharp sound. 4 (of a horse) an action causing a hind foot to touch … Useful english dictionary