-
1 verbieden
interdire -
2 verbieden
♦voorbeelden:1 iemand het roken verbieden • interdire à qn. de fumerverboden toegang • entrée interditede wet verbiedt dat • c'est interdit par la loihet is verboden de voorwerpen aan te raken • il est interdit de toucher aux objets -
3 ontzeggen
1. ww1) interdire (qc à qn), refuser (qc à qn)2) priver3) rejeter [en justice]4) dénier2. zich ontzeggenww -
4 blijven
♦voorbeelden:dat kan niet zo blijven • cela ne peut durer ainsiblijven staan • 〈 niet gaan zitten〉 rester debout; 〈 stilhouden〉 s'arrêter; 〈 niet omvallen〉 tenir tout seulblijven steken • 〈m.b.t. iemand〉 être bloqué; 〈m.b.t. iemands betoog〉 avoir perdu le fil de ses idées; 〈m.b.t. iets〉 rester en plan; 〈m.b.t. machine〉 être tombée en panneik blijf werken • je continue à travaillerwaar blijft de tijd! • comme le temps passe!achterwege blijven • ne pas avoir lieudaarbij blijft het • on en reste(ra) làniet lang blijven • ne faire que passerblijf maar! • ne vous dérangez pas!waar blijf je toch? • mais où es-tu donc?waar blijf je nou met je bewijzen? • où sont-elles, tes fameuses preuves?waar zijn wij gebleven? • où en sommes-nous restés?waar is mijn portemonnee gebleven? • où est passé mon portemonnaie?bij iets blijven • maintenir qc.laat dit onder ons blijven • que cela reste entre nousblijf van mijn lijf! • bas les pattes!¶ ergens in blijven • mourir subitement de qc.je kunt aan het verbieden blijven • cela ne sert à rien d'interdireII 〈 koppelwerkwoord〉1 [niet ophouden te zijn] rester♦voorbeelden:anoniem blijven • garder l'anonymatbeleefd blijven • rester poligezond blijven • rester en bonne santéniet goed blijven • se gâter -
5 een verbod uitvaardigen om
een verbod uitvaardigen ominterdire de 〈+ onbepaalde wijs〉 -
6 helaas
helaas1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 ik kan dat helaas niet toestaan • à mon vif regret, je dois vous l'interdiredat is helaas maar al te waar • ce n'est que trop vrai————————helaas21 hélas! -
7 iemand de toegang ontzeggen
iemand de toegang ontzeggeninterdire à qn. d'entrer -
8 iemand een spreekverbod opleggen
iemand een spreekverbod opleggeninterdire à qn. de parler en publicDeens-Russisch woordenboek > iemand een spreekverbod opleggen
-
9 iemand het recht ontzeggen om …
iemand het recht ontzeggen om …interdire à qn. de (faire qc.)Deens-Russisch woordenboek > iemand het recht ontzeggen om …
-
10 iemand het roken verbieden
iemand het roken verbiedeninterdire à qn. de fumer -
11 ik kan dat helaas niet toestaan
à mon vif regret, je dois vous l'interdireDeens-Russisch woordenboek > ik kan dat helaas niet toestaan
-
12 je kunt aan het verbieden blijven
Deens-Russisch woordenboek > je kunt aan het verbieden blijven
-
13 ontzeggen
1 [weigeren] interdire2 [te kort doen] priver3 [juridisch] rejeter4 [zeggen dat iemand iets niet heeft] dénierII 〈wederkerend werkwoord; zich ontzeggen〉1 [afzien van] se priver de -
14 recht
recht1〈 het〉♦voorbeelden:de rechten en plichten van de burgers • les droits et les devoirs du citoyenhet recht van de sterkste • le droit du plus fortrecht van successie • droits de successionburgerlijke rechten • droits civilsdat is mijn goed recht • je suis dans mon (bon) droithet ongeschreven recht • la coutumehet publiek recht • le droit publicRomeins recht • droit romainmet het volste recht • de son plein droithet recht hebben om iets te doen • avoir le droit de faire qc.iemand een recht ontnemen • priver qn. d'un droitiemand het recht ontzeggen om … • interdire à qn. de (faire qc.)zich het recht verschaffen om … • 〈 recht, toestemming verkrijgen〉 obtenir le droit de …; 〈 zich aanmeten om〉 s'octroyer le droit de …alle rechten voorbehouden • tous droits réservésin zijn recht staan • être dans son (bon) droitnaar recht en rede • à bon droitwat geeft u het recht om zo te spreken? • de quel droit parlez-vous sur ce ton?op zijn recht staan • revendiquer ses droitsrecht hebben, geven op iets • avoir, donner droit à qc.iemand, iets tot zijn recht laten komen • mettre en valeur qn., qc.recht doen aan iets • tenir compte de qc.iemand recht doen (wedervaren) • rendre justice à qn.het recht in eigen hand nemen • faire sa propre loirecht spreken • rendre la justicehet recht met voeten treden • fouler aux pieds la justice¶ iemand in rechte vervolgen • poursuivre qn. en justicemet recht (en reden) • à juste titre————————recht2♦voorbeelden:recht op zijn benen staan • se tenir droit sur ses jambesrecht zitten • se tenir droit sur sa chaiserecht omhoog • tout droit vers le hautrecht overeind • tout droitrecht op iemand, iets afgaan • aller droit sur qn., qc.de auto kwam recht op ons af • la voiture arriva droit sur nousrecht voor zich uitkijken • regarder droit devant soi -
15 spreekverbod
♦voorbeelden:1 iemand een spreekverbod opleggen • interdire à qn. de parler en public -
16 toegang
♦voorbeelden:verboden toegang • entrée interditevrije toegang • entrée libretoegang geven tot • donner accès àtoegang hebben tot bepaalde documenten • avoir accès à certains documentsiemand de toegang ontzeggen • interdire à qn. d'entrerzich toegang verschaffen • s'introduirealle toegangen tot het terrein waren afgezet • tous les accès au terrain étaient barrés -
17 verbod
♦voorbeelden:een uitdrukkelijk verbod om … • une interdiction formelle de …een verbod trotseren • braver une interdictioneen verbod op het gebruik van alcohol • une prohibition de la consommation de l'alcool
См. также в других словарях:
interdire — [ ɛ̃tɛrdir ] v. tr. <conjug. : 37; sauf interdisez > • XIIIe; entredire 1174; lat. interdicere 1 ♦ (v. 1250) Défendre (qqch. à qqn). Le médecin lui a interdit le sel. ⇒ défendre, proscrire. Interdire sa porte aux intrus. ⇒ consigner. Je t… … Encyclopédie Universelle
interdire — Interdire. v. a. Prohiber, defendre quelque chose à quelqu un. On luy a interdit l entrée de la ville, de telle maison. la ville luy est interdite. interdire le barreau à un Advocat. interdire la chaire à un Predicateur. interdire le commerce.… … Dictionnaire de l'Académie française
interdire — v. tr. [dal lat. interdicĕre, comp. di inter e dicĕre dire ; nel sign. 2, dal fr. interdire ] (coniug. come dire ). 1. a. [emanare d autorità un divieto, una proibizione] ▶◀ impedire, inibire, proibire, vietare. ◀▶ ammettere, autorizzare,… … Enciclopedia Italiana
interdire — Interdire, Interdicere. Interdire de postuler ou plaider, A cancellis Curiae explodere, Budaeus … Thresor de la langue françoyse
interdire — ; prohiber. voir enebir … Diccionari Personau e Evolutiu
interdire — (in tèr di r ), j interdis, nous interdisons, vous interdisez, ils interdisent ; j interdisais ; j interdis ; j interdirai ; j interdirais ; interdis, qu il interdise, interdisons, interdisez ; que j interdise, que nous interdisions ; que j… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
INTERDIRE — v. a. (Il se conjugue comme Dire, excepté à la seconde personne du pluriel du présent de l indicatif, qui fait, Vous interdisez. ) Défendre quelque chose à quelqu un. On lui a interdit l entrée de la ville, de telle maison. La ville lui est… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
INTERDIRE — v. tr. Défendre quelque chose à quelqu’un. Interdire sa porte à quelqu’un. Interdire le barreau à un avocat. Interdire la chaire à un prédicateur. Interdire à quelqu’un l’exercice des droits civiques. Interdire l’usage des sacrements. Interdire… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
interdire — in·ter·dì·re v.tr. 1. CO proibire, vietare in forza di un autorità, con un atto di autorità: interdire il passaggio a qcn., interdire a qcn. di fumare Sinonimi: impedire, inibire. 2. TS dir. colpire con l interdizione: interdire, far interdire… … Dizionario italiano
interdire — {{hw}}{{interdire}}{{/hw}}v. tr. ( coniug. come dire ) 1 Vietare, proibire d autorità: interdire il passaggio. 2 (dir.) Privare qlcu., a opera dell autorità giudiziaria, della capacità di agire per la cura dei propri interessi. 3 Nel diritto… … Enciclopedia di italiano
Interdire sa porte, sa maison à quelqu'un — ● Interdire sa porte, sa maison à quelqu un ne vouloir en aucun cas le recevoir … Encyclopédie Universelle