-
1 ring in
inluiden, berichten over -
2 ring
n. bel; ring; cirkel; kring; geluid; piste--------v. bellen, telefoneren; omsingelen, omringenring1[ ring]1 ring ⇒ kring; piste, arena♦voorbeelden:her offer has a suspicious ring • er zit een luchtje aan haar aanbodII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 het boksen ⇒ bokswereld, ring2 circus ⇒ circuswereld, piste♦voorbeelden:————————ring2〈 werkwoord〉————————ring32 bellen ⇒ de klok luiden, aanbellen♦voorbeelden:1 ring true • oprecht/gemeend ken→ ring up ring up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen/laten rinkelen ⇒ luiden♦voorbeelden:→ ring up ring up/ -
3 herald in
herald in -
4 herald
n. bode, voorbode--------v. aankondigenherald1[ herrəld] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bode3 voorbode————————herald2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 inaugurate
v. inwijden, inhuldigen, onthullen, openen (nieuw tijdperk)[ inno:gjoereet]2 (feestelijk/plechtig) openen -
6 prelude
n. opening; voorstuk; prelude (opening bij muziek en zang)--------v. inleiden, een inleiding vormen tot; aankondigenprelude1[ preljoe:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————prelude2〈 werkwoord〉1 als inleiding/voorspel dienen (van) ⇒ aankondigen, inluiden -
7 ring out the Old and ring in the New
ring out the Old and ring in the NewEnglish-Dutch dictionary > ring out the Old and ring in the New
-
8 see the new year in
see the new year in -
9 see
n. (aarts)bisschopszetel; (aarts)bisschopsdom--------v. zien; begrijpen; oppassen op; er zeker van zijn; begeleiden; ontmoetensee1[ sie:] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————see21 nadenken ⇒ bekijken, zien♦voorbeelden:1 let me see • wacht eens, even denken1 zien ⇒ kijken (naar), aankijken tegen2 zien ⇒ (het) begrijpen, (het) inzien3 toezien (op) ⇒ opletten, ervoor zorgen, zorgen voor♦voorbeelden:things seen • waargenomen dingen/zaken 〈 tegenover wat in de verbeelding bestaat〉worth seeing • de moeite waard, opmerkelijkI cannot see him doing it • ik zie het hem nog niet doengo and see! • ga dan/maar kijken!we shall see • we zullen wel zien, wie weetsee into a matter • een zaak onderzoeken〈 figuurlijk〉 see through someone/something • iemand/iets doorzien/doorhebbenas far as I can see • volgens mijI see • (o,) ik begrijp hetas I see it • volgens mij〈 informeel〉 see? • snap je?see about/after • zorgen voor, iets doen aan; onderzoekensee to it that • ervoor zorgen dat5 bezoeken ⇒ opzoeken, langs gaan bij7 meemaken ⇒ ervaren, getuige zijn van♦voorbeelden:3 see you (later)!, (I'll) be seeing you! • tot ziens!, tot kijk!I'd like to see more of you • ik zou je wel vaker willen ziensee a lot of someone • iemand veel/vaak zien/ontmoetensee the town • de stad bezichtigensee over/round a house • een huis bezichtigensee someone about something • iemand over iets raadplegen/advies vragensee the new year in • het nieuwe jaar inluidensee the old year out • het oude jaar uitluidensee someone in • iemand binnenlatensee someone off at the station • iemand uitwuiven op het stationsee someone out • iemand uitlatenI'll see you through • ik help je er wel doorheenhave enough money to see one through the month • genoeg geld hebben om de maand door te komensee someone to the door • iemand uitlatensee something out/through • iets tot het einde volhouden/doorzetten -
10 usher
n. portier; plaatsaanwijzer--------v. voeren, leidenusher1[ usjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————usher2〈 werkwoord〉1 als portier/plaatsaanwijzer/ceremoniemeester optreden voor ⇒ voorgaan; brengen naar♦voorbeelden:1 usher out • uitlaten, naar buiten geleidenusher into • binnenleiden in
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский