-
101 parcourir
parcourir [paarkoerier]〈 werkwoord〉1 doorkruisen ⇒ doortrekken, doorlopen, aflopen2 afleggen3 doornemen ⇒ doorbladeren, snel, vluchtig doorlezen♦voorbeelden:parcourir le monde • de wereld afreizenv1) doorkruisen, doorlopen2) afleggen3) doornemen, doorkijken4) inspecteren -
102 perdu
perdu [perduu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 verloren ⇒ kwijt(geraakt), weg2 verspild ⇒ verknoeid, bedorven3 verloren ⇒ verslagen, geruïneerd, aan lagerwal geraakt♦voorbeelden:il n'y a rien de perdu • alles is nog niet verlorentout est perdu • er is geen hoop meercrier comme un perdu • als 'n razende tekeergaanadj1) verloren, kwijt2) verspild, bedorven3) geruïneerd4) afgelegen -
103 polisson
polisson [polliesõ],polissonne [pollieson]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1 un(e) polisson(ne) • deugniet, rakker, rekelregard polisson • geile blikm (f - polissonne)deugniet, schelm -
104 poser
poser [poozee]1 poseren ⇒ een houding aannemen, geaffecteerd doen♦voorbeelden:1 poser à qn. • voor iemand door willen gaan, iemand na-apenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 plaatsen ⇒ aan-, op-, in-, afzetten, ergens (neer)zetten, -leggen, hangen3 stellen ⇒ aannemen, uitgaan van4 stellen ⇒ opstellen, voorleggen, opwerpen5 aanzien, grote bekendheid geven ⇒ een status geven, doen opzien naar♦voorbeelden:poser son regard sur • zijn blik vestigen opposer le décor • het decor opstellenposer une pierre • een steen metselenposer des règles • regels opstellenposer que 〈+ aantonende wijs〉 • stellen, aannemen dat4 poser sa candidature pour • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarcela pose un problème • dat levert een probleem op1 geplaatst worden ⇒ (neer)gezet, gelegd worden, (be)rusten (op)3 gesteld worden ⇒ zich voordoen, opduiken4 zich voordoen (als) ⇒ zich opwerpen (tot), spelen (voor)♦voorbeelden:se poser en, en tant que • zich voordoen alsse poser comme • zich voordoen alsv1) poseren, een houding aannemen2) steunen (op)4) een tijdopname maken [foto]5) plaatsen6) stellen -
105 profond
profond [proffõ]1 diep4 diep(gevoeld) ⇒ intens, innig♦voorbeelden:dormir profondément • vast slapenprofond de deux mètres • twee meter diepdu profond de son être • uit het diepst van zijn hartle profond • de diepte; het diepste→ tendanceprofondément convaincu • vast overtuigdprofondément différent • totaal verschillendadj1) diep2) diepzinnig3) intens, innig -
106 saisir
saisir [sezzier]2 aangrijpen ⇒ waarnemen, gebruik maken van3 opmerken ⇒ opvangen, waarnemen4 begrijpen ⇒ (be)vatten, doorhebben5 bevangen ⇒ aangrijpen, overvallen♦voorbeelden:saisir par le regard • overziensaisir par l'intuition • intuïtief begrijpen→ ballele Conseil municipal fut saisi de la question • de zaak werd voorgelegd aan de gemeenteraadsaisir un tribunal d'une affaire • een zaak bij een rechtbank aanhangig makenv2) aanhouden4) aangrijpen5) opmerken6) begrijpen, snappen7) begrijpen, bevatten8) invoeren [gegevens] -
107 trahir
trahir [traa.ier]1 verraad plegen ⇒ overlopen, deserterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verraden ⇒ verloochenen, verzaken♦voorbeelden:2 tot uiting komen ⇒ zich uiten, zich openbarenv1) overlopen, deserteren2) verraden3) beschamen4) ontrouw zijn -
108 vif
vif1 [vief]〈m.〉♦voorbeelden:être touché au vif • diep geraakt zijnprendre sur le vif • naar het leven afbeelden, beschrijven→ plaie————————vif2 [vief]1 levendig ⇒ vlug, helder, scherp, beweeglijk2 heftig ⇒ driftig, opvliegend, onstuimig3 fel ⇒ hevig, sterk4 levend♦voorbeelden:les forces vives de la nation • de productieve krachten van de natieregard vif • alerte blik3 air vif • frisse, prikkelende luchtà feu vif • op hoog vuurlumière vive • schel, scherp lichtà mon vif regret • tot mijn grote spijt4 chair vive • gezond weefsel; vlees zonder huidchaux vive • ongebluste kalkeau vive • stromend, levend waterforce vive • kinetische energie= vive; adj1) levendig2) vlug3) helder, scherp4) heftig, driftig5) fel, hevig6) levend -
109 couver des projets de vengeance
Dictionnaire français-néerlandais > couver des projets de vengeance
-
110 foudroyer
foudroyer [foedrwaajee]〈 werkwoord〉1 (als door de bliksem) vellen ⇒ treffen, doen sterven♦voorbeelden:être foudroyé par la surprise • aan de grond genageld zijn -
111 suivre
suivre [sŵievr]1 volgen♦voorbeelden:ne pas pouvoir suivre • niet kunnen meekomenà suivre • wordt vervolgdcomme suit • als volgtII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 volgen♦voorbeelden:suivre qn. des yeux, du regard • iemand nakijkensuivre qn. par la pensée, en pensée • in gedachten bij iemand zijn→ tracesuivre des cours • college lopensuivre un régime • op dieet zijnsuivre sa classe • met z'n klas meekomen♦voorbeelden:→ jour
См. также в других словарях:
regard — [ r(ə)gar ] n. m. • regart 980; de regarder 1 ♦ Action, manière de diriger les yeux vers un objet, afin de le voir; expression des yeux de la personne qui regarde. Le regard humain. « Les voleurs, les espions, les amants, les diplomates, enfin… … Encyclopédie Universelle
Regard dur — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
Regard impitoyable — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
Regard vers Dieu — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
Regard vers le bas — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
Regard vers le ciel — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
Regard vers le haut — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
Regard vicieux — Regard Le regard désigne le mouvement ou la direction des yeux vers un objet et, par métaphore, la capacité intellectuelle d un individu à appréhender une situation. Le regard est un support important de la communication entre individus y compris … Wikipédia en Français
regard — Regard. s. m. Action de la veuë, action par laquelle on regarde. Regard fixe. regard languissant. regard amoureux. doux regard. regard favorable. il a le regard fier, le regard vif. regard rude, terrible, affreux, farouche, regard perçant. il luy … Dictionnaire de l'Académie française
Regard — Re*gard , n. [F. regard See {Regard}, v. t.] 1. A look; aspect directed to another; view; gaze. [1913 Webster] But her, with stern regard, he thus repelled. Milton. [1913 Webster] 2. Attention of the mind with a feeling of interest; observation;… … The Collaborative International Dictionary of English
Regard de la Lanterne — Vue du regard de la Lanterne depuis le jardin du Regard de la Lanterne. Présentation Période ou style 1 … Wikipédia en Français