-
1 opmerken
riparáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > opmerken
-
2 to comment
opmerken -
3 to remark
opmerken -
4 take note of
-
5 take notice of
opmerken, aandacht aan besteden -
6 to notice
opmerkenwaarnemen -
7 observer
observer [opservee]1 gadeslaan ⇒ waarnemen, observeren, in het oog houden4 in acht nemen ⇒ naleven, zich houden aan♦voorbeelden:3 faire observer qc. • iets opmerken, iets zeggenfaire observer qc. à qn. • iemand opmerkzaam maken op ietsfaire observer la loi • de wet doen nalevenv1) gadeslaan, observeren2) onderzoeken3) opmerken4) naleven, in acht nemen -
8 miss
n. mejuffrouw, juffrouwmiss1[ mis] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————miss21 missen♦voorbeelden:→ miss out miss out/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ miss out miss out/ -
9 note
n. aantekening, notitie; noot; toon; opmerking--------v. noteren; opmerkennote1[ noot] 〈 zelfstandig naamwoord〉7 aanzien ⇒ belang, gewicht8 aandacht ⇒ acht, nota♦voorbeelden:1 you must make a mental note to see the dentist tomorrow • je moet niet vergeten morgen naar de tandarts te gaanmake notes • aantekeningen makenmake a note of your expenses • houd bij wat voor onkosten je maakt6 note of carelessness • een zekere achteloosheid, iets van achteloosheidsound/strike a note of warning • een waarschuwend geluid laten horenchange one's note • een toontje lager (gaan) zingen7 of note • van belang, met een reputatie, algemeen bekendtake note of • notitie nemen van, acht slaan op→ right right/————————note2〈 werkwoord〉1 nota nemen van ⇒ aandacht schenken aan, letten op2 (op)merken ⇒ bespeuren, waarnemen3 aandacht vestigen op ⇒ opmerken, melding maken van♦voorbeelden:1 please note that you still have to pay the bill • neemt u er nota van dat u de rekening nog moet voldoen2 you may have noted that I'm a married man now • het zal je wel opgevallen zijn dat ik nu getrouwd ben -
10 remark
n. opmerking; aandacht--------v. opmerken; erop wijzenremark1[ rimma:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————remark21 〈+(up)on〉op/aanmerkingen maken (over)II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
11 thermoscope
n. thermoscoop (instrument voor opmerken van temperatuurverschillen dmv. opmerken van verandering in volume van de stof) -
12 enregistrer
enregistrer [ãrəzĵiestree]〈 werkwoord〉2 vermelden ⇒ optekenen, noteren3 in zich opnemen ⇒ opmerken, observeren♦voorbeelden:3 enregistrer qc. dans sa mémoire • iets in zijn, haar geheugen prentenv1) registreren2) vermelden, noteren3) opmerken, observeren4) opnemen [op plaat, band] -
13 lire
lire [lier]1 lezen2 lezen ⇒ ontcijferen, interpreteren, begrijpen3 zien ⇒ opmerken, gewaarworden♦voorbeelden:dans l'attente de vous lire • in afwachting van uw reactielire des yeux • stil, niet hardop lezenlire qc. en diagonale • iets vluchtig doorlezenlire un graphique • een grafiek lezen♦voorbeelden:1. f 2. v1) (voor-, af)lezen2) zien, opmerken3. se lirev -
14 noter
-
15 percevoir
-
16 saisir
saisir [sezzier]2 aangrijpen ⇒ waarnemen, gebruik maken van3 opmerken ⇒ opvangen, waarnemen4 begrijpen ⇒ (be)vatten, doorhebben5 bevangen ⇒ aangrijpen, overvallen♦voorbeelden:saisir par le regard • overziensaisir par l'intuition • intuïtief begrijpen→ ballele Conseil municipal fut saisi de la question • de zaak werd voorgelegd aan de gemeenteraadsaisir un tribunal d'une affaire • een zaak bij een rechtbank aanhangig makenv2) aanhouden4) aangrijpen5) opmerken6) begrijpen, snappen7) begrijpen, bevatten8) invoeren [gegevens] -
17 bemerken
bemerken2 opmerken, zeggen3 notitie nemen van, opmerken ⇒ aandacht schenken aan♦voorbeelden:2 nebenbei, am Rande bemerkt • (even) tussen haakjes, (dit even) terloops -
18 заметить
bemerken, opmerken, aanmerken -
19 замечать
bemerken, opmerken, aanmerken -
20 отметить
merken, noteren, aantekenen ; opmerken ; vieren, herdenken
Страницы