-
1 imperatieve constructie
• imperative constructNederlands-Engels Technisch Woordenboek > imperatieve constructie
-
2 gebiedend
1 [met betrekking tot woorden/gebaren] authoritative ⇒ commanding, 〈 geen tegenspraak duldend〉 peremptory, 〈 aanmatigend〉 imperious3 [taalkunde] imperative♦voorbeelden:gebiedend naar iets wijzen • gesture peremptorily at something3 gebiedende wijs • imperative mood, imperative -
3 imperatief
adj. imper., imperative, form used when making an order or request, verb in the imperative mood (Grammar) -
4 gebiedende wijs
gebiedende wijsimperative mood, imperativeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gebiedende wijs
-
5 gebiedende wijs
n. imperative -
6 imp
imper., imperative, form used when making an order or request (Grammar) -
7 de aantonende/aanvoegende/gebiedende wijs
de aantonende/aanvoegende/gebiedende wijsthe indicative/subjunctive/imperative (mood)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aantonende/aanvoegende/gebiedende wijs
-
8 dwingend recht
dwingend recht -
9 dwingend
2 → link=dwingerig dwingerig♦voorbeelden:dwingende redenen • compelling reasonsII 〈 bijwoord〉1 [op gebiedende wijze] authoritatively♦voorbeelden: -
10 imperatief
-
11 noodzakelijk
1 [onmisbaar] necessary; imperative, essential, vital2 [onvermijdelijk] necessary, inevitable♦voorbeelden:het hoogst noodzakelijke • the bare necessities2 een noodzakelijk gevolg van inflatie • an inevitable/automatic consequence of inflationhij achtte het noodzakelijk iets te doen • he considered it necessary to do somethingII 〈 bijwoord〉2 [dringend] urgently♦voorbeelden:1 daaruit volgt niet noodzakelijk dat • that does not necessarily mean/imply that -
12 wijs
wijs1〈de〉2 [melodie] tune3 [taalkunde] mood♦voorbeelden:bij wijze van spreken • so to speak, as it werebij wijze van uitzondering • as an exceptionop de een of andere wijze • one way or anotherop deze/die wijze • 〈 ook〉 like this/thatop generlei/geen enkele wijze • in no wayop enigerlei wijze • in any waywijze van betaling • method of payment2 hij kan geen wijs houden • he sings/plays out of tunewijs houden • keep/sing/play in tuneeen lied zingen op de wijs van de Internationale • sing a song to the tune of the Internationalehij was helemaal van de wijs • he was completely at sea3 〈 van werkwoord〉 de aantonende/aanvoegende/gebiedende wijs • the indicative/subjunctive/imperative (mood)————————wijs21 [verstandig, (veel) wetend] wise2 [kindertaal] [erg leuk, goed] super♦voorbeelden:een wijs man • a wise manben je niet (goed) wijs? • are you mad/crazy?ben je wel wijs? • 〈 ook〉 are you in your right mind?hij is niet wijzer • he doesn't know any betteriemand door schade en schande wijs laten worden • give someone enough rope to hang himselfwees wijs • be smartik werd er niet/geen cent wijzer van • I came away none the wiserik kan er niet wijs uit worden • I can't make head or tail of itje wordt niet wijs uit hem • you can't get anything out of himhij zal wel wijzer wezen • he knows better than thathij zal nooit wijzer worden • he'll never learnde wijste zijn • give in, accept things (as they are)vroeg wijs • precocioushet kind is wijs voor zijn leeftijd • the child is very knowing for its age
См. также в других словарях:
Imperative — Im*per a*tive, a. [L. imperativus, fr. imperare to command; pref. im in + parare to make ready, prepare: cf. F. imp[ e]ratif. See {Perade}, and cf. {Empire}.] 1. Expressive of command; containing positive command; authoritatively or absolutely… … The Collaborative International Dictionary of English
Imperative — can mean: *Imperative mood, a grammatical mood expressing commands, direct requests, and prohibitions *Imperative programming, a programming paradigm in computer science *Moral imperative, a philosophical concept relating to obligation … Wikipedia
imperative — I adjective compulsory, critical, crucial, demanding, essential, exigent, impero, indispensable, mandatory, necessary, needful, obligatory, pressing, required, requiring immediate attention, requisite, unavoidable, urgent associated concepts:… … Law dictionary
imperative — [im per′ə tiv] adj. [LL imperativus, commanding < pp. of L imperare, to command: see EMPEROR] 1. having the nature of, or indicating, power or authority; commanding [an imperative gesture] 2. absolutely necessary; urgent; compelling [it is… … English World dictionary
Imperative — Im*per a*tive, n. (Gram.) The imperative mood; also, a verb in the imperative mood. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
imperative — [adj1] necessary acute, burning, clamant, clamorous, compulsory, critical, crucial, crying, essential, exigent, immediate, important, importunate, indispensable, inescapable, insistent, instant, no turning back*, obligatory, pressing, urgent,… … New thesaurus
imperative — 1 peremptory, imperious, *masterful, domineering Analogous words: commanding, ordering, bidding (see COMMAND vb): magisterial, *dictatorial, dogmatic, oracular: arbitrary, autocratic, despotic (see ABSOLUTE) Contrasted words: supplicating or… … New Dictionary of Synonyms
imperative — ► ADJECTIVE 1) of vital importance. 2) giving an authoritative command. 3) Grammar denoting the mood of a verb that expresses a command or exhortation, as in come here! ► NOUN ▪ an essential or urgent thing. DERIVATIVES imperatively adverb … English terms dictionary
imperative — I adj. 1) imperative to + inf. (it is imperative to act now) 2) imperative that + clause; subj. (it is imperative that you be/should be present) II n. 1) a moral imperative 2) an imperative that + clause; subj. (it is a moral imperative that no… … Combinatory dictionary
imperative — I UK [ɪmˈperətɪv] / US adjective 1) formal extremely important and urgent Long term investing is risky, and careful planning is imperative. it is imperative (that): It is imperative that these claims are dealt with quickly. it is imperative to do … English dictionary
imperative — im|per|a|tive1 [ ım perətıv ] adjective 1. ) FORMAL extremely important and urgent: Long term investing is risky, and careful planning is imperative. it is imperative (that): It is imperative that these claims are dealt with quickly. it is… … Usage of the words and phrases in modern English