-
1 niets
niets1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ ergens niets geen zin in hebben • ↑ n'avoir absolument aucune envie de qc.————————niets21 (ne …) rien♦voorbeelden:1 weet je niets beters? • tu ne sais rien de mieux?het gaat om niets meer of minder dan • il ne s'agit de rien de moins queniets is er zo goed als … • il n'y a rien de tel que …niets is minder waar • rien n'est moins vrainiets daarvan! • rien à faire!ik weet er niets van • je n'en sais riendat loopt op niets uit • cela finira maleen dingetje van niets • un truc de rien du toutdaar is niets van aan, van waar! • il n'en est rien!niets voor niets • rien pour rienhet niets • le néantniets doen dan lachen • ne faire que riredat heeft ons niets dan ellende opgeleverd • cela ne nous a valu que des ennuis -
2 helpen
1 [algemeen] aider2 [verzorgen] soigner3 [bedienen] servir4 [castreren, steriliseren] couper♦voorbeelden:God zal me helpen! • que Dieu me vienne en aide!iemand iets helpen dragen • aider qn. à porter qc.ik help het je hopen • je le souhaite autant que toiik zal het u helpen onthouden • je vous y ferai penserzich weten, zien te helpen • savoir se débrouillerbroers moeten elkaar helpen • on doit s'aider entre frères et soeurswij zijn op de wereld om elkaar te helpen • on doit s'aider les uns les autreshet helpt niet, je moet mee • il n'y a rien à faire, tu viens aussiwat helpt het of je hem beklaagt? • à quoi bon le plaindre?zich(zelf) helpen • se tirer d'affaire (tout seul)ik zal hem er wel door helpen • je vais le tirer d'affaireiemand er weer bovenop helpen • remettre qn. sur piediemand ergens vanaf helpen • aider qn. à se défaire de qc.; 〈 ironisch〉 aider qn. à finir qc.wie helpt mij aan een tweedehands fiets? • qui m'aide à trouver un vélo d'occasion?kun je mij aan honderd gulden helpen? • tu peux me prêter cent florins?iemand aan iets helpen • procurer qc. à qn.iemand over de grens helpen • aider qn. à passer la frontièredat helpt tegen hoofdpijn • c'est bon contre le mal de têteiemand uit zijn jas helpen • débarrasser qn. de son manteauhelp! • au secours!welke specialist heeft u geholpen? • quel spécialiste vous a soigné?3 kan ik u helpen? • que désirez-vous?wordt u al geholpen? • on s'occupe de vous?ik kan het niet helpen • je n'y puis rieniets niet kunnen helpen • ne rien pouvoir à qc. -
3 opzitten
1 [overeind zitten] être assis2 [m.b.t. honden] faire le beau3 [op zijn] être debout♦voorbeelden:het zit erop • c'est finidaar zit niets anders op • il n'y a rien à faireer zit niets anders op dan naar huis te gaan • il n'y a plus qu'à rentrer à la maisonhij heeft er vijf jaar opzitten • il vient de faire cinq ans de prisondaar zal wat voor je opzitten! • tu vas (me) le payer cher! -
4 uitstaan
1 [uitsteken] faire saillie2 [van visnet, geld] être placé3 [van val] être tendu4 [te doen hebben] avoir à faire (avec)♦voorbeelden:uitstaande schulden • dettes en souffrancehet geld staat uit tegen 10 % • l'argent est placé à 10 %wij hebben niets met elkaar uit te staan • nous n'avons rien à faire ensembleII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verduren, verdragen] supporter♦voorbeelden:1 iemand niet kunnen uitstaan • ne pas pouvoir souffrir qn. -
5 vallen
1 [algemeen] tomber2 [los neerhangen] (re)tomber3 [zich aangetrokken voelen tot] avoir un faible pour♦voorbeelden:bommen laten vallen • lâcher des bombeseen gat in zijn knie vallen • s'ouvrir le genou en tombanter valt sneeuw • il neigehet toneelstuk is gevallen • la pièce de théâtre a fait un fourde vesting is gevallen • la forteresse est tombéehij laat alles vallen • tout lui glisse des mainshet anker laten vallen • jeter l'ancrezich laten vallen • se laisser tomberzijn beste vriend laten vallen • lâcher son meilleur amihij viel languit op de grond • il s'étala de tout son longop, over een woord vallen • tiquer sur un motde verantwoordelijkheid valt op … • la responsabilité incombe à …haar aandacht viel plotseling op die man • son attention fut soudain attirée par cet hommeKerstmis valt op een woensdag • Noël tombe un mercrediover een steen vallen • trébucher sur une pierreuit de handen vallen • échapper des mainsvoor het vaderland vallen • mourir pour la patriehet vallen van de bladeren • la chute des feuillesbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuitin plooien vallen • retomber en plisniet op elkaar vallen • ne pas être fait l'un pour l'autreer vielen doden • il y eut des mortswat valt er te doen? • qu'est-ce qu'il y a à faire?een kandidaat laten vallen • faire échouer un candidatiets laten vallen van de prijs • rabattre un peu du prixhij liet de aanklacht vallen • il a retiré sa plainteer viel niet aan te tornen • il n'y eut rien à fairedat valt goed • cela tombe bienin een bepaalde categorie vallen • tomber dans une certaine catégorievallen onder • être du ressort deal naar het valt • suivant le cas -
6 zoeken
1 [algemeen] (re)chercher♦voorbeelden:moeilijkheden zoeken • chercher des ennuisu hebt hier niets te zoeken • vous n'avez rien à faire icide definitieve oplossing is nog ver te zoeken • la solution définitive n'est pas pour demaindat is ver gezocht • c'est tiré par les cheveuxnaar gas zoeken • chercher du gaz2 iemands ondergang zoeken • chercher à détruire qn.iets niet achter iemand zoeken • ne pas croire qn. capable de (faire) qc.achter alles iets zoeken • voir malice à toutdat talent had ik niet achter hem gezocht • je ne lui connaissais pas ce talent -
7 zien
1 [niet blind zijn] voir2 [kijken] regarder3 [er uitzien] avoir l'air (de)4 [+ op][uitzicht geven] donner (sur)♦voorbeelden:scheel zien • loucherslecht zien • avoir la vue faiblemet één oog zien • ne voir que d'un oeilhet ziet zwart van de mensen • c'est noir de mondezo te zien gaat het nog niet zo best • ça n'a pas l'air d'aller mieuxII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen] voir♦voorbeelden:ik zie hem liever gaan dan komen • moins je le vois, mieux je me porte〈 figuurlijk〉 iemand niet kunnen zien • ne pas pouvoir souffrir qn.iets laten zien • montrer qc.zich ergens laten zien • se montrerdat moet ik nog zien • c'est à voiriets wel eens willen zien • vouloir voir qc.ik zie die baan zitten • j'ai envie de ce jobik zie haar zitten • elle est bienik zie het niet zitten om dat te doen • ça ne me dit rien de faire çahet niet meer zien zitten • 〈 radeloos zijn〉 ne plus savoir à quoi s'en tenir; 〈 geen oplossing zien〉 ne plus savoir comment s'en sortirdan zul je eens wat zien • tu vas voirwe zullen zien • on verrawe zullen zien wat we gaan doen • nous verrons ce que nous feronsdat zie ik niet • 〈 daar ben ik het niet mee eens〉 je vois les choses autrement; 〈 dat begrijp ik niet〉 je (ne) vois pas〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand graag zien • aimer qn.zo zie je maar weer! • et voilà!tot ziens • au revoiriets voor zich zien • s'imaginer qc.ik zie het al voor me • je le vois déjàwaar ziet u me voor aan? • pour qui me prenez-vous?bij het zien van hem • à sa vuezie je, ziet u • vois-tu, voyez-vousmij niet gezien • à d'autresik zie mij al • je m'y vois déjàer vanaf zien • s'abstenir de qc.het voor gezien houden • tenir qc. pour vugraag zien dat … • aimer que …zie het maar klaar te spelen! • tâche donc d'y parvenir! -
8 uitmikken
2 [regelen] arranger♦voorbeelden:2 hij heeft het zó uitgemikt, dat hij zelf niets hoeft te doen • il s'est arrangé pour n'avoir rien à faire lui-même -
9 uitwerken
2 [helemaal berekenen] résoudre3 [bewerkstelligen] effectuer♦voorbeelden:met uitgewerkte plannen voor de dag komen • présenter des projets détaillésde punten voor een leerplan uitwerken • développer les points d'un programme d'études1 [zijn volle werking hebben] faire son effet♦voorbeelden:een geneesmiddel laten uitwerken • laisser à un médicament le temps d'agir -
10 daar helpt geen lievemoederen aan
daar helpt geen lievemoederen aanDeens-Russisch woordenboek > daar helpt geen lievemoederen aan
-
11 daar is geen kruid tegen gewassen
daar is geen kruid tegen gewassenDeens-Russisch woordenboek > daar is geen kruid tegen gewassen
-
12 daar is geen zalf aan te strijken
daar is geen zalf aan te strijkenDeens-Russisch woordenboek > daar is geen zalf aan te strijken
-
13 daar valt niets aan te verhelpen
daar valt niets aan te verhelpenDeens-Russisch woordenboek > daar valt niets aan te verhelpen
-
14 daar zit niets anders op
daar zit niets anders op -
15 er viel niet aan te tornen
er viel niet aan te tornen -
16 het helpt niet, je moet mee
het helpt niet, je moet meeil n'y a rien à faire, tu viens aussi -
17 het wil maar niet (lukken)
het wil maar niet (lukken)rien à faire, ça ne marche pas -
18 hij heeft het zó uitgemikt, dat hij zelf niets hoeft te doen
hij heeft het zó uitgemikt, dat hij zelf niets hoeft te doenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft het zó uitgemikt, dat hij zelf niets hoeft te doen
-
19 hij kan daar niets uitwerken
hij kan daar niets uitwerken -
20 ik zie het niet zitten om dat te doen
ik zie het niet zitten om dat te doenDeens-Russisch woordenboek > ik zie het niet zitten om dat te doen
См. также в других словарях:
Rien à faire — ● Rien à faire indique un refus définitif à quelqu un … Encyclopédie Universelle
Rien à faire — Pour les articles homonymes, voir Rien à faire. Rien à faire est un film français de Laurent Cantet réalisé en 1999 par Marion Vernoux. Distribution Valeria Bruni Tedeschi : Marie Del Sol Patrick Dell Isola : Pierre Perset Sergi… … Wikipédia en Français
Il n'y a rien à faire — ● Il n y a rien à faire toute action est inutile … Encyclopédie Universelle
N'avoir rien à faire avec — ● N avoir rien à faire avec n avoir aucun rapport avec quelqu un, quelque chose … Encyclopédie Universelle
N'en avoir rien à faire — ● N en avoir rien à faire ne pas être concerné par quelque chose, s en moquer … Encyclopédie Universelle
rien — [ rjɛ̃ ] pron. indéf., n. m. et adv. • 1050 n. f. « chose » encore au XVIe; 980 ren non « nulle chose »; du lat. rem, accus. de res « chose » → réel REM. Rien (objet direct) se place normalement devant le p. p. des v. aux temps comp. et devant l… … Encyclopédie Universelle
faire — 1. (fê r) Au XVIe Siècle, d après Bèze, les Parisiens prononçaient à tort fesant au lieu de faisant ; c est cette prononciation des Parisiens, condamnée alors, qui a prévalu ; on prononce aujourd hui fe zan, fe zon, fe zê, fe zié), je fais, tu… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
faire — FAIRE. v.a. Ce Verbe est d une si grande estenduë, que pour en marquer tous les sens, & tous les emplois, il faudroit faire presqu autant d articles, qu il y a de termes dans la Langue, avec lesquels il se joint. On ne s est proposé icy, que de… … Dictionnaire de l'Académie française
Faire du bruit, beaucoup de bruit pour rien — ● Faire du bruit, beaucoup de bruit pour rien en faire grand cas. ● Faire du bruit, beaucoup de bruit pour rien donner beaucoup d importance à ce qui n en vaut pas la peine … Encyclopédie Universelle
faire — 1. faire [ fɛr ] v. tr. <conjug. : 60> • Xe; fazet 3e pers. subj. 842; lat. facere. REM. Les formes en fais (faisons, faisions, etc.) se prononcent [ fəz ] I ♦ Réaliser (un objet : qqch. ou qqn). 1 ♦ Réaliser hors de soi (une chose… … Encyclopédie Universelle
FAIRE — v. a. ( Je fais, tu fais, il fait ; nous faisons, vous faites, ils font. Je faisais. Je fis. J ai fait. Je ferai. Je ferais. Fais. Que je fasse. Que je fisse. Faisant. ) Créer, former, produire, engendrer. Dieu a fait le ciel et la terre. Les… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)