-
21 die
♦voorbeelden:die hond • ce chiendie Jan toch! • ce sacré Jean!die man • cet hommedie mannen • ces hommesdie vrouw • cette femmedie vrouwen • ces femmes1 [bij nadruk op de tegenstelling of bij tegenstelling]celui-là, celle-là, < meervoud> ceux-là, celles-là2 [bij nadruk, of bij gebruik in plaats van persoonlijk voornaamwoord] 〈 als onderwerp〉 il(s), elle(s); 〈 als lijdend voorwerp〉 le, la, les; 〈 als meewerkend voorwerp〉 lui, leur3 [gevolgd door een voorzetselbepaling, meestal ingeleid door ‘van’]celui, celle, ceux, celles4 [gevolgd door een bijvoeglijke bijzin]celui, celle, ceux, celles♦voorbeelden:2 ken je P.? Nee, die heb ik nooit ontmoet • connais-tu P.? Non, je ne l'ai jamais rencontrédie is me toch oud geworden! • c'est fou ce qu'il a vieilli!die is goed! • elle est bien bonne!3 niet deze boom, maar die bij de schutting • non pas cet arbre-ci mais celui qui se trouve près de la palissade4 ik accepteer deze jurk niet; het is niet die die ik uitgezocht heb • je n'accepte pas cette robe; ce n'est pas celle que j'avais choisiemeneer die en die • monsieur Unteldie en die • un tel, une tellemevrouw die en die • madame Untel1 〈 als onderwerp in de Franse bijzin〉 qui, < als lijdend voorwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde> que, <voorafgegaan door het voorzetsel ‘à’> qui♦voorbeelden:dat is een vraag die ik niet verwachtte • c'est une question à laquelle je ne m'attendais pasik ben niet meer de vrouw die ik was • je ne suis plus la femme que j'étaisde was die gestreken is • le linge qui a été repassé -
22 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
23 nauw
nauw1〈 het〉♦voorbeelden:¶ iemand in het nauw drijven • pousser qn. dans ses derniers retranchementsin het nauw zitten • être dans une mauvaise passeik werd in het nauw gedreven door zijn vraag • sa question m'a pris de court————————nauw2♦voorbeelden:een nauwe samenhang • un lien étroitte nauwe schoenen hebben • avoir, porter des chaussures trop étroiteshij is nauw bij die zaak betrokken • cette chose le touche de prèsdeze talen zijn nauw verwant • ces langues sont très proches l'une de l'autrenauw zitten • être serréwat geld betreft kijkt hij niet zo nauw • il n'est pas regardantdat luistert nauw • il s'agit d'être très précishij neemt het zeer nauw met de discipline • il est très strict sur la disciplinehet niet zo nauw nemen • ne pas y regarder de si prèshet steekt niet zo nauw • on n'en est pas à cela près -
24 bliksem
2 [krachtterm]±diable!♦voorbeelden:de bliksem slaat in • la foudre tombe2 om de bliksem niet! • pas question!loop naar de bliksem! • va te faire voir!alles is naar de bliksem • tout est foutuik geef er geen bliksem om • je m'en fous (comme de ma première chemise)je krijgt er geen bliksem van • tu n'en auras pas une mietteals de bliksem • immédiatement -
25 daar wordt niet naar gevraagd
daar wordt niet naar gevraagd -
26 dak
♦voorbeelden:onder dak komen • trouver un toitonder dak brengen • loger (qn.); 〈 figuurlijk〉 caser (qn.)onder één dak wonen • vivre sous le même toit〈 figuurlijk〉 iets van de daken verkondigen, schreeuwen • crier qc. sur les toits¶ op zijn dak krijgen • s'attirer (qc. de désagréable); 〈m.b.t. verwijten enz.〉 essuyer (qc.)iemand op zijn dak hebben • avoir qn. sur les brasiemand op zijn dak vallen • surprendre qn. chez luiiemand iets op zijn dak schuiven • mettre qc. sur le dos de qn.uit je, zijn dak gaan • s'éclater (comme une bête) -
27 dat is de vraag niet
dat is de vraag niet -
28 dat is een vraag die ik niet verwachtte
dat is een vraag die ik niet verwachtteDeens-Russisch woordenboek > dat is een vraag die ik niet verwachtte
-
29 die vraag is niet relevant
die vraag is niet relevant -
30 relevant
-
31 wennen
1 [gewoon maken] habituer (à)1 [gewoon raken] s'habituer (à)2 [aarden] s'adapter♦voorbeelden:alles went • on se fait à toutdat zal wel wennen • tu t'y ferasik ben eraan gewend • j'en ai l'habitude -
32 zaak
♦voorbeelden:het ministerie van Buitenlandse Zaken • le Ministère des Affaires étrangèresbemoei je met je eigen zaken! • mêle-toi de tes affaires!gemene zaak maken met iemand • faire des affaires louches avec qn.de goede zaak • la bonne causehet hele zaakje • tout le bazardat is een kwade zaak • c'est une affaire fâcheuseeen advocaat van kwade zaken • l'avocat du diableeen onaangename zaak • une fâcheuse affaireonverrichter zake terugkeren • revenir bredouilledat is een vies zaakje • c'est une sale affairehij heeft een voordelig zaakje gedaan • il a fait une bonne affaireeen voordelige zaak • une bonne affairezaken met iemand doen • être en relation d'affaires avec qn.hoe gaan de zaken? • comment vont les affaires?z'n zaakjes goed geregeld, voor elkaar hebben • bien mener sa barquede zaak is dat … • le fait est que …de zaak is beklonken • l'affaire est régléede zaken nemen zoals zij zijn • prendre les choses comme elles viennenthoe staan de zaken? • comment ça va?zoals de zaken nu staan • au point où en sont les chosesiemands zaak verdedigen • plaider la cause de qn.iemands zaken waarnemen, behartigen • gérer les affaires de qn.een zaak winnen • obtenir gain de causedat is jouw zaak niet • cela ne te regarde pasdat is zijn zaak • c'est son affairehet fijne van de zaak weten • savoir le fin mot de l'affairevoor een zaak gewonnen zijn • être acquis à une causeiemand voor z'n zaak winnen • gagner qn. à sa cause〈 spreekwoord〉 zaken gaan voor het meisje • le travail d'abord, le plaisir ensuitelopende zaken • affaires couranteszeker zijn van zijn zaak • être sûr de son faitter zake (komen) • (en venir) au faitdat doet niets ter zake • cela est hors de proposin zake van • en matière de¶ de zaak is deze … • voilà de quoi il s'agit …hij stond met z'n zaakje te kijk • il était dans le plus simple appareilniet veel zaaks zijn • n'être pas fameux -
33 branden
1 [algemeen] brûler2 [m.b.t. lamp] être allumé3 [m.b.t. lichaamsdelen] piquer♦voorbeelden:brandende hitte • chaleur brûlantemijn hoofd brandt • j'ai la tête brûlanteeen brandend huis • une maison en flammesde kachel brandt lekker • le poêle brûle bienbrandende liefde • amour ardenteen brandende sigaar • un cigare qui se consumeeen brandend vraagstuk • une question brûlantede zon brandt • le soleil tape (dur)brandend heet • brûlanthij is brandend nieuwsgierig • il est d'une curiosité dévorantehet vuur brandend houden • entretenir le feucognac brandt in de keel • le cognac brûle la gorgehet geld brandt in zijn zak • l'argent lui brûle les doigtsde vraag brandde mij op de lippen • la question me brûlait la langueik brand van (de) dorst • je meurs de soifbranden van ongeduld • brûler d'impatienceII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen] brûler2 [koffie, cacao, tabak] torréfier3 [alcohol] distiller4 [vastleggen] graver (dans)5 [door vuur bezeren] se brûler♦voorbeelden:1 een gat in een kleed branden • faire un trou dans un tapis (avec une cigarette, etc.)gebrande pinda's • cacahuètes grilléeswierook branden • brûler de l'encenshet brood is zwart gebrand • le pain est carbonisézich aan de kachel branden • se brûler au poêlezich aan brandnetels branden • se piquer aux orties -
34 missen
1 [algemeen] manquer2 [m.b.t. afwezigheid van iets of iemand] se passer (de)3 [betreuren van afwezigheid] manquer (de)4 [Algemeen Zuid-Nederlands][zich vergissen] se tromper♦voorbeelden:dat is een gemiste kans • c'est une occasion manquéehij miste geen woord van het gesprek • aucun mot de la conversation ne lui échappaer missen een paar bladzijden uit dat boek • il manque quelques pages à ce livreje weet niet wat je gemist hebt • tu n'as pas idée de ce que tu as ratézij moest een oog missen • elle a perdu un oeilik mis mijn portemonnee • je ne trouve plus mon porte-monnaiezij mist haar zoon • son fils lui manqueik mis je erg • tu me manques beaucoupdat kan niet missen • c'est sûr et certain -
35 rusten
1 [uitrusten; slapen] se reposer2 [begraven liggen] reposer3 [innerlijke rust hebben] avoir l'esprit tranquille4 [niet gebruikt worden] ne pas être utilisé5 [stil liggen; steunen op; gebaseerd zijn op] reposer (sur)6 [als iets bezwarends drukken] peser7 [m.b.t. de blik] être posé♦voorbeelden:niet rusten voor … • n'avoir pas de cesse que … ne 〈+ aanvoegende wijs〉2 hier rust • ici repose, ci-gîtop hem rust een zware verdenking • de graves soupçons pèsent sur luidie kwestie moet nu blijven rusten • cette question doit rester en suspens pour le moment -
36 eigenlijk
♦voorbeelden:de eigenlijke kwestie • la question proprement ditede eigenlijke reden • la vraie raisonik wist eigenlijk niet wat ik moest zeggen • je ne savais trop que direik kom eigenlijk niet daarom • au fond, je ne viens pas pour çaze is ziek of eigenlijk: ze voelt zich niet lekker • elle est malade ou plutôt, elle ne se sent pas bien -
37 praten
1 parler♦voorbeelden:hij kon niet meer praten • il n'avait plus de voixlaten we ergens anders over praten • passons (à autre chose)je moet niet zoveel praten • ne parle pas tantdaarover moeten we praten • il faut que nous en parlionsdaarover valt met hem te praten • on peut s'arranger avec lui là-dessusover die kwestie valt niet met hem te praten • il est intraitable sur cette questionpraat me er niet van • ne m'en parle paseromheen praten • tourner autour du potzich eruit praten • s'en tirergemakkelijk (kunnen) praten • avoir la parole facilegemakkelijk praten hebben • avoir beau direlangs elkaar heen praten • mener un dialogue de sourdsiemand aan het praten krijgen • faire parler qn.in zichzelf praten • parler tout seulmet iemand praten • parler avec qn.ik wil er niet meer over praten • je ne veux plus en entendre parlerover iets praten • parler de qc.tegen iemand praten • parler à qn. -
38 bedoelen
1 [zeggen, aanduiden] vouloir dire2 [met een bedoeling doen] avoir en vue♦voorbeelden:wat bedoel je? • qu'est-ce que tu veux dire?ieder wist wie ik bedoelde • tout le monde savait à qui je pensais -
39 beginnen
1 [starten, openen] commencer♦voorbeelden:een winkel beginnen • ouvrir un magasinde les beginnen met een overhoring • commencer la leçon par une interrogation¶ wat moet ik met hem beginnen? • je ne sais pas quoi en faire!begin er niet aan! • laisse tomber!1 [algemeen] commencer2 [+ over][gaan praten] commencer à parler (de)♦voorbeelden:dat begint goed! • cela s'annonce bien! 〈 ook ironisch〉opnieuw beginnen • recommenceraan iets nieuws beginnen • se mettre à autre chosemet iets beginnen • 〈 iets eerst doen〉 commencer par qc., commencer par faire qc.; 〈 begin maken met iets〉 commencer qc., commencer à faire qc.laat ik beginnen met iedereen welkom te heten • tout d'abord, je voudrais souhaiter la bienvenue à toushet begint te lijken • cela commence à prendre formeover politiek beginnen • commencer à parler politiqueals je zó begint … • si tu le prends comme ça …voor zichzelf beginnen • se mettre à son compte→ link=bezinnen bezinnen -
40 vlotten
1 [voorspoedig verlopen] marcher2 [drijven] flotter♦voorbeelden:de onderhandelingen vlotten nogal • les négociations vont bon trainhet werk wil niet vlotten • le travail ne marche pas
См. также в других словарях:
Il n'est pas question, c'est hors de question ou, familièrement, pas question — ● Il n est pas question, c est hors de question ou, familièrement, pas question expriment une opposition résolue à quelque chose … Encyclopédie Universelle
Pas question le samedi — est un film franco italo israélien réalisé par Alex Joffé en 1965 et sorti l année suivante. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution … Wikipédia en Français
question — [ kɛstjɔ̃ ] n. f. • mil. XIIe; lat. quæstio 1 ♦ Demande qu on adresse à qqn en vue d apprendre qqch. de lui. ⇒ interrogation. Poser une question à qqn. ⇒ interroger, questionner . Énoncer, formuler une question. Répondre à une question. « ta… … Encyclopédie Universelle
question — Question. s. f. Interrogation, demande que l on fait pour s éclaircir de quelque chose. Il m a fait cent questions. qu avez vous respondu à cette question? c est une question captieuse. ce n est pas là une question à faire. Question, est aussi,… … Dictionnaire de l'Académie française
Question Des Nationalités Au XIXe Siècle — Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les pays de la péninsule des Balkans qui peu à … Wikipédia en Français
Question Des Nationalités Au Xixe Siècle — Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les pays de la péninsule des Balkans qui peu à … Wikipédia en Français
Question des nationalites au XIXe siecle — Question des nationalités au XIXe siècle Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les… … Wikipédia en Français
Question des nationalités au xixe siècle — Le XIXe siècle connaît deux mouvements opposés qui reconfigurent les territoires nationaux en Europe. D une part, on assiste à des mouvements d indépendance qui touchent la Belgique et, surtout, les pays de la péninsule des Balkans qui peu à … Wikipédia en Français
question — et doubte, Quaestio. Matiere ou question, Causa. Il est question de la vie, Agitur de capite. Il n est pas maintenant question dont vient la maladie, mais de quoy on la guarit, Non interest quid faciat morbum, sed quid tollat. Il est question de… … Thresor de la langue françoyse
Liste Des Émissions C'est Pas Sorcier — Liste des émissions de C est pas sorcier Liste des titres des émissions C est pas sorcier. On énumère plus de 450 émissions au total. Sommaire 1 La Terre et l univers 1.1 Faune 1.2 Géographie et géologie … Wikipédia en Français
Liste des emissions C'est pas sorcier — Liste des émissions de C est pas sorcier Liste des titres des émissions C est pas sorcier. On énumère plus de 450 émissions au total. Sommaire 1 La Terre et l univers 1.1 Faune 1.2 Géographie et géologie … Wikipédia en Français