-
61 alleen
♦voorbeelden:1 vrouw/man alleen • single man/womanhij is graag alleen • he likes to be alone/by himselfhet alleen klaarspelen • manage it alone/on one's ownalleen staan • be on one's ownhelemaal alleen • all/completely aloneeen kamer voor hem alleen • a room (all) to himselfik alleen wens u te spreken • I'm the only one who wants to talk to youalleen in het weekeinde geopend • only open at weekendsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:de gedachte alleen al • the mere/very thoughtzijn toezegging alleen al was genoeg • his promise was enough in itselfalleen al hierom • if only because of thisik wilde u alleen maar even spreken • I just wanted to talk to youal was het alleen maar om/omdat • if only for (the fact that)alleen maar aan zichzelf denken • only think of oneselfniet alleen … maar ook • not only … but also2 alleen al het feit dat … • the very/mere fact that … -
62 als een geslagen hond kwam hij terug
als een geslagen hond kwam hij terugVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als een geslagen hond kwam hij terug
-
63 baas
1 [chef, leider] boss3 [met betrekking tot een huisdier] owner♦voorbeelden:1 eigen baas zijn • be one's own master/bossiemand de baas blijven • keep the upper hand over someoneiemand/iets gemakkelijk de baas kunnen • easily get the better of someone/somethingde moeilijkheden de baas kunnen/zijn • cope with/deal with the problemsde situatie /zijn gevoelens de baas zijn • be in control of the situation/one's feelingsde Japanners zijn ons de baas op het gebied van de elektronica • the Japanese are ahead of us in electronicszijn vrouw is de baas in huis • his wife wears the trousers -
64 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
65 bekoren
♦voorbeelden:1 zijn nieuwe boek kon mij niet bekoren • his new book did not appeal to me; 〈 informeel〉 I didn't go much on his new book -
66 berusten
1 [+ op] [steunen op] rest on ⇒ be based/founded on2 [zich schikken in] resign oneself to♦voorbeelden:dit moet op een misverstand berusten • this must be due to a misunderstandingdeze stelling berust nergens op • this proposition is groundlessberusten in zijn lot • resign oneself to one's fatede wetgevende macht berust bij het parlement • legislative power rests with parliament -
67 best
best1〈 het〉♦voorbeelden:zijn uiterste best doen • try as hard as one canop zijn best • at besthij is op zijn best • he is at his bestze is op haar best (gekleed) • she looks her bestten beste keren • turn to advantageeen mening ten beste geven • volunteer an opinion————————best2♦voorbeelden:beste maatjes zijn met • be very thick withje bent een bovenste beste • you're fantasticPeter ziet er niet al te best uit • Peter is looking the worse for wearzij kwam als de beste uit de bus • she came out bestdat kan de beste overkomen • that can happen to the best of ushij kan koken als de beste • he can cook like the best of themop een na de beste • the second bestop twee na de beste • the third besthet beste van iets hopen • hope for the besthet beste van iets maken • make the best of somethinghet beste ermee! • good luck!; 〈 bij ziekte ook〉 best wishes!zo is het maar het beste • it's better like thiszij is er relatief het beste aan toe • compared to the others, she has the best of itik wil alleen het beste van het beste • only the best is good enough for mede eerste, de beste die nu nog z'n mond opendoet, krijgt een dreun • the first person to open his mouth is in for ithij overnacht niet in het eerste het beste hotel • he doesn't stay at just any (old) hotelII 〈 bijwoord〉1 [overtreffende trap van ‘goed’] best2 [uitstekend] fine3 [om ontkenning tegen te spreken; stellige overtuiging] sure4 [afzwakking] quite5 [erkenning] really♦voorbeelden:jij kent hem het beste • you know him bestik kan me dat best voorstellen • I can very well imagine thatkomt hij niet? best! • he's not coming? fine!wil je niet? mij best! • not interested? it's your choice!/if that's the way you want it!het zal best lukken • it's going to work out all righthet is eigenlijk best wel een goede film • actually quite a reasonable filmdat zou best kunnen • that's quite possibleze zou best willen … • she wouldn't mind … -
68 beurt
1 turn♦voorbeelden:een slechte beurt maken • put up a poor showzijn beurt afwachten • wait one's turnde kamer een grondige beurt geven • give the room a good cleaninghij is aan de beurt • it's his turn, he's nexthij scoorde acht in één beurt • he scored eight at one goom de beurt/om beurten iets doen • take turns doing somethingom de beurt • in turnhij, op zijn beurt, vond het maar niks • he for his part did not think much of itte beurt vallen • fall to someone's lot/sharevoor zijn beurt gaan • jump the queuevoor zijn beurt praten • jump the gun, talk out of turnvóór zijn beurt, niet op zijn beurt • out of turn -
69 bevel
2 [gezag] command♦voorbeelden:(het) bevel geven tot/om • give the order to(een) bevel is (een) bevel • orders are orderszijn bevelen krijgen van/uit • take one's orders frombevelen in ontvangst nemen/uitdelen • take/issue orderseen bevel uitvoeren/opvolgen • carry out an ordertegen zijn uitdrukkelijk bevel in • against his express ordersop zijn bevel • at his commandop bevel van de dokter • on doctor's orders2 het bevel op zich nemen • take/assume commandhet bevel voeren over een leger • be in command of an armyonder bevel van • under (the) command of -
70 beweren
♦voorbeelden:ik meen te mogen beweren dat … • I submit that …dat zou ik niet willen beweren • I wouldn't (go as far as to) say thatzij beweerde onschuldig te zijn • she claimed to be innocentwat ik wil beweren is dat … • the point I want to make is that …dat is precies wat wij beweren • that's the very point we're makinghij beweert dat hij niets gehoord heeft • he maintains that he did not hear anythingmet klem beweren dat • contend thater wordt beweerd dat hij erbij was • he is alleged to have been involvednaar hij zelf beweert • by his own account, according to his (own) claim(s)naar beweerd wordt/men beweert • reputedly, allegedly, supposedly -
71 binnenste
1 [het meest naar binnen gelegen deel] inside ⇒ in(ner)most/inner part♦voorbeelden:1 het binnenste buiten keren • turn (everything) inside out; 〈 figuurlijk ook〉 turn the place upside down2 in zijn binnenste had hij er spijt van • deep down (in his heart)/in his heart (of hearts) he regretted it -
72 dat houdt hem (in z'n ongeluk) overeind
dat houdt hem (in z'n ongeluk) overeindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat houdt hem (in z'n ongeluk) overeind
-
73 dat strekt hem tot aanbeveling
dat strekt hem tot aanbevelingthat is to his credit/in his favourVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat strekt hem tot aanbeveling
-
74 de blik in zijn ogen weersprak zijn toon
de blik in zijn ogen weersprak zijn toonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de blik in zijn ogen weersprak zijn toon
-
75 de moed zonk hem in de schoenen
de moed zonk hem in de schoenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de moed zonk hem in de schoenen
-
76 de schrik sloeg hem om het hart
de schrik sloeg hem om het harthis heart missed a beat/was in his mouthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de schrik sloeg hem om het hart
-
77 de student haalde op het nippertje zijn examen
de student haalde op het nippertje zijn examenthe student (just) scraped through (his exam)/only passed by the skin of his teethVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de student haalde op het nippertje zijn examen
-
78 de zekeringen zijn doorgeslagen
de zekeringen zijn doorgeslagenthe fuses have blown; 〈razend zijn; informeel〉 he/ 〈enz.〉 has blown his top ; 〈in geestelijke crisis raken; informeel〉 he/ 〈enz.〉 has flipped his lidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zekeringen zijn doorgeslagen
-
79 deel
I 〈 het〉2 [aandeel] share3 [boekdeel] volume♦voorbeelden:één deel zwavel op één deel salpeter • one part (of) sulphur to one part (of) saltpetrede edele delen • the vital partsvoor een groot deel • to a great extentvoor het grootste deel • for the most parteen hoorspel in zeven delen • a seven-part radio playsonate in drie delen • a sonata in three movementsten dele • partly, in partdeel aan iets hebben • have a share in somethingzijn deel inbrengen • do one's fair shareelk zijn deel • to each his ownpart noch deel aan iets hebben • have no share in somethinghet viel hem ten deel • it fell to himII 〈de〉1 [planken vloer] wooden floor3 [dorsvloer] threshing-floor -
80 dertiger
1 someone in his/her thirties♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
His — (h[i^]z), pron. [AS. his of him, his, gen. masc. & neut. of h[=e], neut. hit. See {He}.] 1. Belonging or pertaining to him; used as a pronominal adjective or adjective pronoun; as, tell John his papers are ready; formerly used also for its, but… … The Collaborative International Dictionary of English
His (EP) — Saltar a navegación, búsqueda His (EP) EP de The Beach Boys Publicación 1966 Grabación 24 de febrero de 1965 23 de septiembre de 1965 … Wikipedia Español
His — or HIS may refer to: * a gender specific pronoun, the possessive form of he * His, Haute Garonne, a commune in the Haute Garonne département , in France * Hospital information system, an enterprise resource planning system that caters to hospital … Wikipedia
HIS — can refer to: * HIS Hightech Information System Limited * Hospital Infection Society * Hospital information system * Hotel information system * Hybrid intelligent system * Japanese travel agent H.I.S. * Harare International School, an… … Wikipedia
His — His, der durch ein Kreuz erhöhte Ton h; man nimmt dafür den Ton c. Als Grund einer Tonart braucht man das his, wegen zu vieler nöthig werdenden Kreuze, nicht … Pierer's Universal-Lexikon
His — His. См. гистидин. (Источник: «Англо русский толковый словарь генетических терминов». Арефьев В.А., Лисовенко Л.А., Москва: Изд во ВНИРО, 1995 г.) … Молекулярная биология и генетика. Толковый словарь.
His — His, so v.w. Hes (in den Nachträgen) … Pierer's Universal-Lexikon
His [1] — His (franz. Si ♯ [diese], engl. B ♯ [sharp), das durch ♯ erhöhte H (Terz im Gis (dur Akkord, Leitton in Cis dur) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
His [2] — His, Wilhelm, Mediziner, geb. 9. Juli 1831 in Basel, gest. 1. Mai 1904 in Leipzig, studierte in Basel, Berlin, Würzburg und Wien, ward 1857 Professor der Anatomie und Physiologie in Basel und 1872 Professor der Anatomie in Leipzig. H. lieferte … Meyers Großes Konversations-Lexikon
His — His, Wilhelm, Anatom, geb. 9. Juli 1831 zu Basel, 1857 Prof. das., seit 1872 in Leipzig, gest. das. 1. Mai 1904; bes. um die Entwicklungsgeschichte verdient; schrieb: »Anatomie menschlicher Embryonen« (3 Tle., 1880 85), »Die Entwicklung des… … Kleines Konversations-Lexikon
His — Véase histidina. Diccionario Mosby Medicina, Enfermería y Ciencias de la Salud, Ediciones Hancourt, S.A. 1999 … Diccionario médico