-
1 hand over
v. inleveren, afleveren, overhandigen, afgeven, uitreikenhand over♦voorbeelden:hand over power to someone • aan iemand de macht overdragen -
2 hand over someone/hand someone over to the police
hand over someone/hand someone over to the policeEnglish-Dutch dictionary > hand over someone/hand someone over to the police
-
3 hand over power to someone
hand over power to someone -
4 hand over for trial
overleveren voor gerecht -
5 make/earn money hand over fist
make/earn money hand over fist -
6 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
7 hand in
inleveren van huiswerk (Bv.: "Ik kan het beste met mijn verslag over het boek beginnen, want ik moet het morgen als eerste inleveren")hand in2 voorleggen ⇒ aanbieden, indienen♦voorbeelden: -
8 pass one's hand across/over one's forehead
pass one's hand across/over one's foreheadEnglish-Dutch dictionary > pass one's hand across/over one's forehead
-
9 whip hand
hand waarin de zweep wordt gehouden, rechterhand; beheersingwhip hand〈 the〉♦voorbeelden:¶ have (got) the whip hand of/over • de overhand/macht hebben over -
10 have (got) the whip hand of/over
have (got) the whip hand of/overde overhand/macht hebben over -
11 she rules over her children with a firm hand
she rules over her children with a firm handEnglish-Dutch dictionary > she rules over her children with a firm hand
-
12 get the upper hand
de bovenhand krijgen over -
13 have the whip hand
de baas zijn over iemand -
14 to have control over
in de hand hebben -
15 pass
n. pas; stand van zaken; doorgang; slagen bij een examen; doorgeven van een bal; handbeweging--------v. voorbijgaan, passeren; aangeven; slagen; inhalen; goedkeurenpass1[ pa:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 passage ⇒ (berg)pas; doorgang, vaargeul♦voorbeelden:it/things had come to such a pass that • het was zo ver gekomen dat————————pass21 (verder) gaan ⇒ (door)lopen, voortgaan2 voorbijgaan ⇒ passeren; voorbijkomen; overgaan, eindigen3 passeren ⇒ er door(heen) (ge)raken/komen6 aanvaard/aangenomen worden ⇒ slagen 〈 voor examen(onderdeel)〉; door de beugel kunnen 〈 grove taal bijvoorbeeld〉10 overgemaakt/overgedragen worden♦voorbeelden:pass from a solid to an oily state • van een vaste in een olieachtige stof overgaanpass to other matters • overgaan naar/tot andere zakenpass on the left • s inhalenpass unnoticed • niet opgemerkt wordeneverything must pass • aan alles moet een einde komenno passing (permitted) • geen doorgangplease, let me pass • mag ik er even langswe are only passing through • we zijn enkel op doorreispass as/for • doorgaan voor, dienen alscome to pass • gebeuren〈 juridisch〉 pass on/upon a constitutional question • een uitspraak doen/vonnis vellen over een grondwettelijke kwestie→ pass away pass away/, pass between pass between/, pass by pass by/, pass into pass into/, pass off pass off/, pass on pass on/, pass out pass out/, pass over pass over/, pass through pass through/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijlopen, voorbijtrekken2 oversteken ⇒ gaan/lopen door, komen over4 goedkeuren ⇒ aanvaarden, bevestigen5 slagen in/voor6 komen door ⇒ aanvaard/bekrachtigd worden door♦voorbeelden:pass the salt • het zout doorgevenpass the word (a)round • vertel het verderpass in • inleverenpass an opinion • een oordeel/idee geven -
16 prevalent
-
17 всё более и более увеличиваться
ngener. hand over hand toenemenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > всё более и более увеличиваться
-
18 постепенно увеличиваться
advgener. hand over hand toenemenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > постепенно увеличиваться
-
19 become more and more prevalent
-
20 envahissement
См. также в других словарях:
hand over — [v] give back; release abandon, cede, commend, commit, consign, deliver, dispense, donate, entrust, feed, find, fork out*, fork up*, give up, hand, leave, present, provide, relegate, relinquish, supply, surrender, transfer, turn over, waive,… … New thesaurus
hand over — (someone/something) to give someone or something to someone else. The prisoners were handed over to the marshals to be taken to another jail to serve their sentences. The old man handed his passport over … New idioms dictionary
hand over — index abalienate, bestow, consign, contribute (supply), delegate, discharge (pay a debt), dole … Law dictionary
hand over to — index bequeath Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
hand over — phrasal verb Word forms hand over : present tense I/you/we/they hand over he/she/it hands over present participle handing over past tense handed over past participle handed over 1) [transitive] to give something to someone by holding it in your… … English dictionary
hand over — verb to surrender someone or something to another (Freq. 5) the guard delivered the criminal to the police render up the prisoners render the town to the enemy fork over the money • Syn: ↑fork over, ↑fork out, ↑ … Useful english dictionary
hand over — 1) PHRASAL VERB If you hand something over to someone, you pass it to them. [V P n (not pron)] He also handed over a letter of apology from the Prime Minister... [V n P] I ve got his card. Judith said, handing it over. 2) PHRASAL VERB When you… … English dictionary
hand over — UK US hand (sth) over Phrasal Verb with hand({{}}/hænd/ verb ► to give someone else control of or responsibility for something: »to hand over control/power/responsibility hand sth over to sb »The founder handed the company over to his sons. »The… … Financial and business terms
hand over — {v.} To give control or possession of; give (something) to another person. * /When the teacher saw Johnny reading a comic book in study period, she made him hand over the book./ * /When Mr. Jones gets old, he will hand over his business to his… … Dictionary of American idioms
hand over — {v.} To give control or possession of; give (something) to another person. * /When the teacher saw Johnny reading a comic book in study period, she made him hand over the book./ * /When Mr. Jones gets old, he will hand over his business to his… … Dictionary of American idioms
hand\ over — v To give control or possession of; give (smth) to another person. When the teacher saw Johnny reading a comic book in study period, she made him hand over the book. When Mr. Jones gets old, he will hand over his business to his son. Syn.: fork… … Словарь американских идиом