-
1 clothe
-
2 enfold
-
3 robe
n. jurk; gewaad; toga, mantel--------v. (zich) kleden, be-, aankleden, in ambtsgewaad stekenrobe1[ roob] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————robe2I 〈onovergankelijk werkwoord; wederkerend werkwoord〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 befog
v. verwarren, benevelen1 in mist/nevel hullen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ benevelen; vertroebelen, verwarren -
5 clothe oneself
zich kleden/hullen in -
6 envelop
v. in/omwikkelen, hullen[ invelləp]1 in/omwikkelen ⇒ inpakken; 〈 figuurlijk〉 omhullen, omgeven♦voorbeelden: -
7 fog
n. mist; nevel; verwarring; vervaging; vlek (bij film)--------v. misten; vervagen; veroorzaken van vervaging van gevoelfog1[ fog] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————fog2〈 fogged〉2 beslaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in mist/nevels hullen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ onduidelijk maken, vertroebelen♦voorbeelden: -
8 fold
n. vouw, plooi; kooi, kudde; schuur; kudde (van gelovigen)--------v. vouwen; plooien,; ontvouwen; ontplooien; kaften; handenvouwenfold1[ foold]1 vouw ⇒ plooi, kronkel(ing), kreukIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:1 return to the fold • in de schoot der kerk/van zijn familie terugkeren————————fold2♦voorbeelden:1 fold out • uitvouwbaar/uitklapbaar zijn→ fold up fold up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉6 beëindigen ⇒ ophouden met, sluiten♦voorbeelden:1 fold away • opvouwen, opklappenfold back • terugslaan, omslaanfold someone in one's arms • iemand in zijn armen sluiten→ fold up fold up/ -
9 mantle
n. mantel; afdekking; afscheiding, omhulsel--------v. dekken; bedekken; verhullenmantle1[ mæntl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mantle2〈 werkwoord〉 -
10 robe oneself in
-
11 shroud
n. (doods)kleed; lijkwade, sluier--------v. omhullen, verbergenshroud1[ sjraud] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:wrapped in a shroud of mystery • in een sluier van geheimzinnigheid gehuld————————shroud2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 swathe
v. zwachtelen, (om)hullen; bakerenswathe1♦voorbeelden:————————swathe2〈 werkwoord〉1 zwachtelen ⇒ verbinden, inpakken♦voorbeelden: -
13 wrap
n. hulsel; omslagdoek, sjaal; plaid, deken--------v. inpakken; verpakken; rondom vastbinden; toedekken; omhullen; in elkaar kruipen; toedekken; verstoppen; ontdoekenwrap1[ ræp] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉1 omslag(doek) ⇒ omgeslagen kledingstuk, sjaal, stola♦voorbeelden:under wraps • geheim————————wrap2〈 wrapped〉1 zich wikkelen/winden→ wrap up wrap up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in/verpakken2 wikkelen ⇒ omslaan, vouwen3 (om/ver)hullen ⇒ bedekken♦voorbeelden:John wrapped a cloth (a)round his head • John wikkelde een doek om zijn hoofd→ wrap up wrap up/
См. также в других словарях:
Hüllen — ist der Name folgender Orte: Gelsenkirchen Bulmke Hüllen, ein Stadtteil von Gelsenkirchen Hüllen I und Hüllen II, Ortsteile in der Gemeinde Saterland Hüllen bzw. van Hüllen ist der Familienname folgender Personen: Herbert van Hüllen (1910–1977),… … Deutsch Wikipedia
Hüllen — Hüllen, verb. reg. act. ganz in einen biegsamen Körper wickeln, oder hinter demselben verbergen. Einen Sack um sich hüllen, Es. 37, 1. Sich in den Mantel hüllen. Sie hüllte ihr Gesicht in ein Tuch. Ehedem wurde es in noch weiterer Bedeutung für… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
hüllen — hüllen: Das gemeingerm. Verb mhd. hüllen, ahd. hullan, got. huljan, aengl. hyllan, schwed. hölja »‹ein›hüllen, bedecken, verbergen« gehört zu der unter ↑ hehlen dargestellten idg. Wortgruppe. Sowohl das einfache Verb als auch die… … Das Herkunftswörterbuch
Hüllen — Hüllen, Dorf im preuß. Regbez. Arnsberg, Landkreis Gelsenkirchen, hat eine evangelische und eine kath. Kirche, Röhren und Façongießerei, Dampfziegelei und (1900) 6479 Einw … Meyers Großes Konversations-Lexikon
hüllen — V. (Mittelstufe) geh.: jmdn. oder etw. in etw. einwickeln, um ihn oder es vor Kälte, Nässe o. Ä. zu schützen Beispiele: Sie hat das Kind in ein Handtuch gehüllt. Er hat sich in eine Decke gehüllt … Extremes Deutsch
hüllen — umhüllen; einhüllen; verbinden; einwickeln; wickeln * * * hül|len [ hʏlən] <tr.; hat: (mit etwas als Hülle) umgeben: ich habe das Kind, mich in eine Decke gehüllt. Syn.: ↑ einpacken, ↑ … Universal-Lexikon
hüllen — hụ̈l·len; hüllte, hat gehüllt; [Vt] 1 jemanden / sich / etwas in etwas (Akk) hüllen etwas um jemanden / sich selbst / etwas legen (um ihn / sich / es zu bedecken, zu wärmen oder zu schützen) ≈ jemanden / sich / etwas in etwas (Akk) wickeln:… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
hüllen — a) bedecken, einhüllen, einwickeln, mit einer Umhüllung versehen, umhüllen, vermummen, verpacken, wickeln, zudecken; (ugs.): [ein]packen; (fam.): einmummeln, vermummeln; (landsch. ugs.): sich huscheln; (landsch. fam.): mummeln; (veraltet): mummen … Das Wörterbuch der Synonyme
hüllen — hụ̈l|len ; sich in etwas hüllen … Die deutsche Rechtschreibung
Hullen-Hube — Inhaltsverzeichnis 1 Die Hullen Huben 2 Bildergalerie 3 Beschreibung einer grünseidenen Hulle 4 Beschreibung einer goldenen Hulle … Deutsch Wikipedia
Werner Hüllen — (* 17. Oktober 1927 in Köln; † 13. April 2008 in Düsseldorf) war zuletzt emeritierter Professor für Anglistik/Linguistik und Theorie des fremdsprachlichen Unterrichts an der Universität Gesamthochschule Essen (jetzt Universität Duisburg Essen).… … Deutsch Wikipedia