-
1 to become misted
beslaan -
2 to become blurred
beslaanvervagen -
3 mist
n. mist; nevel, lage wolk; waas--------v. doen beslaan, misten, mistig wordenmist1[ mist] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 waas♦voorbeelden:see things through a mist • alles in een waas zien————————mist21 mistenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 cover
n. schuilplaats; beschutting; deksel; omslag; envelop--------v. bedekken; verslaan; verbergen; beschermen; afleggen; onder vuur hebbencover1[ kuvvə] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉3 omslag ⇒ stofomslag, boekband7 → cover charge cover charge/8 → cover point cover point/9 → cover version cover version/♦voorbeelden:1 dekmantel ⇒ voorwendsel, mom♦voorbeelden:take cover • dekking zoeken, (gaan) schuilenthis policy provides cover against burglary • deze polis biedt dekking tegen inbraakunder cover • heimelijk, in het geheim; verborgen————————cover2→ cover up cover up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 beslaan ⇒ omvatten, bestrijken5 verslaan ⇒ verslag uitbrengen over/van7 dekken ⇒ bescherming/een alibi geven9 beheersen ⇒ controleren, bestrijken♦voorbeelden:a covered wagon • een huifkarcover in • overdekkenhe was covered in/with blood • hij zat ónder het bloedcover over • bedekkenthe two towns cover 50 square miles • de twee steden beslaan/strekken zich uit over 50 vierkante mijlwe aren't covered against fire • we zijn niet tegen brand verzekerd7 covered from behind by his partner • met rugdekking van/in de rug gedekt door zijn maat8 keep them covered! • hou ze onder schot!→ cover up cover up/ -
5 fog
n. mist; nevel; verwarring; vervaging; vlek (bij film)--------v. misten; vervagen; veroorzaken van vervaging van gevoelfog1[ fog] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————fog2〈 fogged〉2 beslaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in mist/nevels hullen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ onduidelijk maken, vertroebelen♦voorbeelden: -
6 shoe
n. schoen; hoefijzer; sandaal (bij auto, etc)--------v. beslaan (paard); schoeienshoe1[ sjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schoen3 schoenvormig voorwerp ⇒ remschoen/blok♦voorbeelden:put on/take off one's shoes • zijn schoenen aantrekken/uittrekkenput oneself in someone's shoes • zich in iemands positie verplaatsenstep into someone else's shoes • de rol/taak van iemand anders overnemen〈 spreekwoord〉 if the shoe fits, wear it • wie de schoen past, trekke hem aan————————shoe22 schoeien -
7 steam up
steam up1 beslaan ⇒ met condensatie/wasem bedekt worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen beslaan ⇒ met condensatie/wasem bedekken2 〈voornamelijk passief; informeel〉opgewonden/enthousiast maken ⇒ opwinden, ergeren♦voorbeelden: -
8 stud
n. stoeterij; renstal; dekhengst--------v. (met knopjes) beslaan, bezetten, versierenstud1[ stud] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 knoop(je) ⇒ overhemds/boorde/manchetknoopje4 stoeterij ⇒ (ren)stal, fokbedrijf♦voorbeelden:————————stud2〈werkwoord; studded〉2 bezetten ⇒ bezaaien, bedekken♦voorbeelden: -
9 calk
n. (ijs)spoor, ijskrap--------v. van ijssporen voorziencalk1[ ko:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ijsspoor ⇒ kalkoen, ijskrap————————calk2〈 werkwoord〉1 scherp zetten ⇒ scherpen, scherp/met gescherpte hoefijzers beslaan2 → caulk caulk/ -
10 comprehend
v. begrijpen; includeren, omvatten[ komprihhend]1 (be)vatten ⇒ begrijpen, doorgronden2 omvatten ⇒ beslaan, inhouden -
11 drop hammer
-
12 fur
adj. van bont; van vacht gemaakt--------n. vacht, bont, bontjas; aanslag, beslag--------v. bontkleding; aanslag, voeren met bont; beslagfur1[ fə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vacht♦voorbeelden:————————fur21 bonten ⇒ bont-, pels-♦voorbeelden:fur felt • haarvilt————————fur3〈werkwoord; furred〉♦voorbeelden: -
13 hoop
n. hoepel; hoepelrok; ring, band--------v. het moeilijk hebben; een beproeving doorstaan; gestraft wordenhoop1[ hoe:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:put someone through the hoop(s) • iemand het vuur na aan de schenen leggen————————hoop2〈 werkwoord〉2 → whoop whoop/ -
14 mash
n. pap; puree--------v. stampenmash1[ mæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mash2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 shod
-
16 the two towns cover 50 square miles
de twee steden beslaan/strekken zich uit over 50 vierkante mijlEnglish-Dutch dictionary > the two towns cover 50 square miles
-
17 shoed
v. schoeien; beslaan (paard) -
18 shoetree
n. het beslaan van schoenen -
19 to cover
afdekkenafschermenafsluitenbedekkenbeslaandekkenomhullenomkledenomspinnenomwikkelenomwindenoverdekkenvoorzien -
20 to plate
bedekkenbeslaan
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Pferd — (s. ⇨ Ross). 1. A blind Ferd trefft gleich (gerade) in Grüb herein. (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. Alte Pferde achten der Peitsche nicht. Lat.: Psittacus senex ferulam negligit. (Gaal, 926.) 3. Alte Pferde gehen nicht durch. Holl.: Het hollen is… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gold — 1. Auch das Gold will gewaschen sein. 2. Auch feines Gold schäumt im Tiegel. Auch das Gold ist nur ein Erz, sagen die Russen. (Altmann VI, 477.) Frz.: Nul or sans escume. (Leroux, I, 54.) Lat.: Auri natura non sunt splendentia pura. (Gaal, 774.)… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon