-
1 shroud
n. (doods)kleed; lijkwade, sluier--------v. omhullen, verbergenshroud1[ sjraud] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:wrapped in a shroud of mystery • in een sluier van geheimzinnigheid gehuld————————shroud2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский