-
1 growing hair
groeiend haar; haar dat groeit -
2 growing
-
3 ingrown
adj. ingegroeid; naar binnen groeiend[ ingroon]♦voorbeelden: -
4 lush
adj. rijk; overdadig begroeid; sappig--------n. Zuiplap--------v. Sterkedrank drinken; drinkenlush11 zuiplap————————[ lusjie] 〈bijvoeglijk naamwoord; lushier〉♦voorbeelden: -
5 mural
adj. muur-, wand-; aan muur groeiend; binnen---------n. muur-, wandschildering[ mjoeərəl]♦voorbeelden: -
6 progressive
adj. vooruitgaand; modern; stap voor stap; gaat achteruit; progressief--------n. progressief iemand, vooruitstrevend iemand; iem. die van vooruitgang houdt; iem. die in vooruitgang gelooftprogressive1[ prəgressiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————progressive2〈bijvoeglijk naamwoord; progressiveness〉2 progressief ⇒ in beweging, groeiend♦voorbeelden: -
7 rambling
[ ræmbling]♦voorbeelden: -
8 social
adj. sociaal--------n. gezellige bijeenkomst, feestsocial1[ soosjl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————social23 sociabel ⇒ gezellig, vriendelijk♦voorbeelden:social anthropology • culturele antropologiesocial climber • iemand die in de hogere kringen wil doordringensocial critic • maatschappijcriticussocial democrat • sociaal-democraatsocial security • uitkering, sociale voorzieningen; 〈 Amerikaans-Engels〉 stelsel van sociale zekerheidsocial welfare • bijstandactive social life • druk uitgaansleven -
9 tufted
adj. met een bosje of kwastje; met kwastjes; met een kuifje; met een sik[ tuftid]2 met/vol bosjes♦voorbeelden: -
10 upturn
n. omwenteling (ten goede); groeiend--------v. omkeren, ondersteboven zettenupturn -
11 vegetative
adj. vegetatief, van de (planten)groei, groei-[ vedzjittətiv]1 vegetatief ⇒ planten-, plantaardig; groeiend, groei-; ongeslachtelijk♦voorbeelden: -
12 accretionary
adj. aanslibbend; aanwassend, groeiend -
13 blue mold
n. schimmel, blauw-groene schimmel op voedsel groeiend (zoals op kaas, brood, enz) -
14 corncockle
n. bolderik, eenjarige plant, 20 tot 100 cm hoog, met lancetvormige bladeren en zwak behaard tot viltig, met rode bloemen en in korenvelden groeiend -
15 cowpea
n. jaarlijkse groente groeiend in zuiden van V.S. voor veevoer en aardebemesting, kousenband; eetbaar zaad van koudenbandplant -
16 lushly
adv. welig, overdadig groeiend, in overvloed, weelderig, rijk -
17 lysimachia
n. soort wederik met gele bloemen in moerasachtige land groeiend -
18 schizandra
n. magnolia, struikensoort met bessen (meestal in tuinen groeiend) -
19 self-sown
in het wild groeiend, niet aangeplant -
20 snakehead
n. schildpadbloem, overblijvende plant uit Noord-Amerika met witte bloemen in de vorm van kop van schildpad en bij stromend water groeiend (Botanie); lange tropische vis met grote kop die in staat is atmosferische zuurstof in te ademen; (Slang) gebruikt in Hong Kong); illegale smokkelaar van illegale emigranten van China naar Hong Kong
Страницы
- 1
- 2