-
1 days of grace
gratie verlenen (een tijdperk waarin men een functionaris in een nieuwe baan niet beoordeeld op zijn prestaties; uitstel voor het uitvoeren v.e. verplichting) -
2 grace
n. zijne hoogheid (eretitel bij kering tot de graaf, archiebisschop e.d)grace1[ grees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bevalligheid ⇒ gratie, charme2 〈 goedheid〉vriendelijkheid, fatsoen3 respijt ⇒ uitstel, genade7 deugd♦voorbeelden:2 with (a) bad grace • onvriendelijk, met tegenzinwith (a) good grace • vriendelijk, welwillendhe had the grace to say he was sorry • hij was zo beleefd te zeggen dat het hem speetbe in someone's good graces • bij iemand in de gratie staan————————grace2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 pardon
n. pardon; vergiffenis; gratie--------v. vergeven; gratie verlenen; vergiffenis schenkenpardon, wat zei u?————————pardon1[ pa:dn] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:general pardon • amnestiepardon • pardon, wat zei u?————————pardon2〈 werkwoord〉1 vergeven ⇒ genade/vergiffenis schenken, een straf kwijtschelden♦voorbeelden: -
4 fall from grace
uit de gratie vallenfall from grace————————tot zonde vervallen; 〈 figuurlijk〉uit de gratie raken, in ongenade vallen -
5 act of grace
daad van gratie———————— -
6 favour
n. gunst; insigne; genegenheid; partijdigheid; steun; voordeel; toestemmingfavour11 genegenheid ⇒ sympathie, goedkeuring2 partijdigheid ⇒ voorkeur, voortrekkerij3 gunst ⇒ attentie, begunstiging♦voorbeelden:find favour in someone's eyes, find favour with someone • iemands goedkeuring krijgenlook with favour on • iets met welgevallen bezien, iets goedkeurenlose favour with someone/in someone's eyes • uit de gratie raken bij iemandbe/stand high in someone's favour • bij iemand in een goed blaadje staanbe in/out of favour with • in de gunst/uit de gratie zijn bijreturn a favour • een wederdienst bewijzen¶ do me a favour! • zeg, doe me een lol!vote in favour of a motion • vóór een motie stemmena cheque in favour of • een cheque ten name vanin your favour • te uwen gunste————————favour21 gunstig gezind zijn ⇒ positief staan tegenover, een voorstander zijn van3 begunstigen ⇒ prefereren, bevoorrechten♦voorbeelden: -
7 reprieve
n. uitstel/opschorting van executie; verzachten--------v. verzachten; uitstellenreprieve1[ riprie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 respijt ⇒ verlichting, verademing♦voorbeelden:————————reprieve2〈 werkwoord〉1 uitstel/gratie/opschorting verlenen 〈 van doodstraf〉 -
8 at the mercy of
-
9 be in disgrace
be in disgrace -
10 be in someone's good graces
-
11 be in the doghouse
be in the doghouse -
12 be in/out of favour with
be in/out of favour within de gunst/uit de gratie zijn bij -
13 cloud
n. wolk; schaduw--------v. bedrukken; belasten; verdoezelencloud1[ klaud]♦voorbeelden:he is somewhat up in the clouds • hij is een beetje een fantastunder a cloud • uit de gratie, in diskrediet♦voorbeelden:————————cloud2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 disgrace
n. schande, beschaming--------v. schande brengen, beschamendisgrace1[ disgrees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schande ⇒ eerverlies, ongenade♦voorbeelden:I have fallen into disgrace with him • ik ben bij hem uit de gunst geraaktbe in disgrace • uit de gratie zijnthey are a disgrace to our school • ze maken onze school te schande————————disgrace2〈 werkwoord〉1 te schande maken ⇒ onteren, een slechte naam bezorgen♦voorbeelden:they disgraced themselves by their behaviour • ze hebben zich te schande gemaakt door hun gedrag -
15 doghouse
n. hondenhuis, hondenhokdoghouse♦voorbeelden: -
16 fall
n. buiteling; afgang, val; ineenstorting; lawine; herfst; waterval; verleiding; afdaling; (gedurende aanval) landing van elke raket (geworpen gedurende het conflict tussen Israël en de Hizbollah in juli-augustus 2006)--------v. vallen; dalen; verminderen; omkeren, dichtbij komen; ruimte makenfall1[ fo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ride for a fall • zijn ondergang tegemoet gaanthe Fall (of man) • de zondeval————————fall21 vallen ⇒ om/neervallen, invallen 〈 van duisternis〉; afnemen, dalen 〈 van prijzen, barometer, stem〉; aflopen, afhellen 〈 van land〉2 ten onder gaan ⇒ vallen; sneuvelen; ingenomen worden 〈 van stad, fort〉; zijn (hoge) positie verliezen; 〈 religie〉 zondigen, onteerd worden 〈 van vrouw〉6 raken♦voorbeelden:fall to pieces • in stukken/kapot vallen 〈 ook figuurlijk〉fall on one's sword • zich op zijn zwaard stortenit fell on my way • het kwam op mijn padthe wind fell • de wind nam af, ging liggen〈 informeel〉 fall about (laughing/with laughter) • omrollen/omvallen (van het lachen)something to fall back on • iets om op terug te vallenfall over • omvallen〈 informeel〉 fall over backwards • zich uitsloven, zich in allerlei bochten wringenfall through • mislukkenthe town fell to the enemy • de stad viel in handen van de vijandfall for • zich laten overtuigen door, erin trappen; vallen op, verliefd worden opit fell to me to put the question • het was aan mij de vraag te stellenfall from grace • uit de gratie rakenNick's name fell • Nicks naam viel/werd genoemdfall asleep • in slaap vallenfall flat • niet inslaan, mislukkenfall short (of) • tekortschieten (voor), niet voldoen (aan)fall in love (with) • verliefd worden (op)→ fall away fall away/, fall down fall down/, fall in fall in/, fall into fall into/, fall in with fall in with/, fall off fall off/, fall out fall out/, fall to fall to/, let let/1 worden♦voorbeelden:fall silent • stil worden/vallen -
17 free pardon
-
18 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
19 lose favour with someone/in someone's eyes
lose favour with someone/in someone's eyesEnglish-Dutch dictionary > lose favour with someone/in someone's eyes
-
20 under a cloud
verdachtunder a clouduit de gratie, in diskrediet
- 1
- 2
См. также в других словарях:
graţie — GRÁŢIE, graţii, s.f. 1. Drăgălăşenie, fineţe, gingăşie demonstrate de o fiinţă în mişcări, atitudini etc.; atracţie particulară pe care o provoacă cineva sau ceva prin aspect, mişcare etc.; farmec. ♢ (În mitologia romană) Cele trei graţii sau… … Dicționar Român
gratie — GRÁTIE, gratii, s.f. Fiecare dintre vergelele care se aşază (paralel) în tocul (sau în faţa) uşilor, ferestrelor, vitrinelor etc., alcătuind împreună un ansamblu fix sau semimobil, care serveşte ca măsură de siguranţă sau ca motiv arhitectonic. – … Dicționar Român
Gratie, die — Die Gratie, S. Grazie … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Gratie — Ynde … Danske encyklopædi
grátie — s. f. (sil. ti e), art. grátia (sil. ti a), g. d. art. grátiei; pl. grátii, art. grátiile (sil. ti i ) … Romanian orthography
gráţie — I. prep. II. s. f. (sil. ţi e), art. gráţia (sil. ţi a), g. d. art. gráţiei; pl. gráţii, art. gráţiile (sil. ţi i ) … Romanian orthography
gratie — I gra|tie 1. gra|tie sb., n (ynde) II gra|tie 2. gra|tie sb., n, r, rne (gudinde) … Dansk ordbog
gratie — s ( n, r) (el. grace) gudinna … Clue 9 Svensk Ordbok
graţios — GRAŢIÓS, OÁSĂ, graţioşi, oase, adj. 1. Plin de graţie (1), de gingăşie, de farmec. 2. (înv.) Binevoitor, prietenos. [pr.: ţi os] – Din lat. gratiosus, it. grazioso. cf. fr. g r a c i e u x. Trimis de gall, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 … Dicționar Român
dizgraţios — DIZGRAŢIÓS, OÁSĂ, dizgraţioşi, oase, adj. Lipsit de graţie, de farmec, de drăgălăşenie. ♦ Dezagreabil. [pr.: ţi os] – Din it. disgrazioso. cf. fr. d i s g r a c i e u x . Trimis de LauraGellner, 18.06.2004. Sursa: DEX 98 Dizgraţios ≠ graţios… … Dicționar Român
Cesare Negri — Abbildung Negris in seinem Buch Nuove Inventioni di Balli (1604) Cesare Negri, auch Il Trombone, (* um 1535 in Mailand; † um 1604), war ein italienischer Tanzmeister der Renaissance am Hof zu Mailand. In der zweiten Hälfte des 16. Jahrhundert… … Deutsch Wikipedia