-
1 gegrond
rasonDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > gegrond
-
2 founded
gegrond -
3 primed
gegrond -
4 обоснованный
gegrond, gemotiveerd -
5 rason
gegrond, gelijk hebbend, juist -
6 rason
gegrond, gelijk hebbend, juist -
7 веский
zwaar ; zwaarwichtig, gegrond, krachtig -
8 веский
adjgener. gewichtig, gegrond, zwaar -
9 грунтованный
vgener. gegrond (о холсте, бумаге) -
10 загрунтованный
-
11 мотивированный
adjgener. gedreven, gegrond, gemotiveerd, met redenen omkleed -
12 обоснованный
adjgener. gegrond, gerechtigd, beredeneerd, gefundeerd, gemotiveerd, gerechtvaardigd, met redenen omkleed, steekheudend -
13 основываться
v -
14 правильный
adj1) gener. correct, juist, gegrond (о доводе), geregeld, normaal, ordelijk, recht, regelmatig, regulair, regulier2) mus. accoord, akkoord -
15 just
adj. eerlijk; fatsoenlijk; juist; passend; geschikt; behoorlijk; wenselijk; waar(dig); rechtvaardig; echt--------adv. nu; op dit moment; precies; ongeveer; bijna niet; alleen; nauwelijks; echt--------n. dueljust1[ dzjust] 〈bijvoeglijk naamwoord; justness〉1 billijk ⇒ rechtvaardig, fair♦voorbeelden:————————just2〈 bijwoord〉1 precies ⇒ juist, net2 amper ⇒ ternauwernood, (maar) net3 net ⇒ zoëven, daarnet♦voorbeelden:just about • zowat, wel zo'n beetje, zo ongeveerjust like him • net iets voor hemjust a minute, please • (een) ogenblikje a.u.b.that's just one of those things • dat gaat nu eenmaal zoit just doesn't make sense • het slaat gewoon nergens opjust listen to that cheering • moet je ze eens horen juichenjust wait and see • wacht maar, dan zul je eens zienjust like that • zo maar¶ just the same • toch, niettemin -
16 legitimate
adj. wettelijk; koosjer; terecht; echt; logisch; legitiem--------v. wettig verklaren, echten, wettigen, legitimeren[ lidzjittimmət]1 wettig ⇒ met betrekking tot/uit een wettig huwelijk2 wettig ⇒ rechtmatig, legitiem3 geldig ⇒ gegrond, gewettigd4 beredeneerd ⇒ logisch, redelijk5 authentiek ⇒ echt, origineel♦voorbeelden:legitimate child • wettig kind -
17 solid
adj. vast; massief; stevig; solidair; vol--------n. vast lichaam; vast voedselsolid1[ sollid]II 〈 meervoud〉————————solid2〈bijvoeglijk naamwoord; solidness〉8 zuiver ⇒ massief, puur♦voorbeelden:solid rock • vast gesteente4 solid evidence • betrouwbaar/concreet bewijssolid firm • kredietwaardige zaaksolid against/for something • unaniem tegen/voor ietssolid reasons • gegronde redenen -
18 sound
adj. gezond en wel; aanspreekbaar; diep; gevestigd; ontwikkeld; zeker; rechtvaardig; geloofwaardig; sterk--------n. geluid; klank; zeeëngte; uitspraak; medisch instrument--------v. ken; peilen, polsen; laten horen; horen; uitsprekensound1[ saund]2 inham ⇒ baai, golf1 geluid ⇒ klank, toon♦voorbeelden:1 I don't like the sound of it • het bevalt me niet, het zit me niet lekkerfrom/by the sound(s) of it/things • zo te horen————————sound2〈bijvoeglijk naamwoord; soundness〉3 solvent ⇒ financieel gezond; evenwichtig, betrouwbaar♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 be (as) sound as a bell • (zo) gezond als een vis zijn; perfect functioneren 〈 machine〉a sound mind in a sound body • een gezonde geest in een gezond lichaam————————sound3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:————————sound4〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
19 valid
adj. van kracht, geldelijk, logisch[ vælid] -
20 well-founded
Страницы
- 1
- 2