-
41 een schuin vlak
-
42 eer
eer1〈de〉♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 eer van iets halen • tirer gloire de qc.de eer aan zichzelf houden • sauver la facedat is, komt mijn eer te na • il y va de mon honneurde eer redden • sauver l'honneuriemands eer en goede naam stelen • compromettre la réputation de qn.iemand in zijn eer herstellen • réhabiliter qn.in eer en aanzien leven • être estimé et honoré de touseen gebruik in ere houden • respecter une traditioniets in ere herstellen • remettre qc. en honneurin eer en deugd • en tout bien tout honneurnaar eer en geweten handelen • agir en son âme et conscience2 iemand de laatste eer bewijzen • rendre les derniers honneurs à qn.een diner eer aandoen • faire honneur à un dînerer is geen eer aan te behalen • on y perd sa peineiemand eer bewijzen • rendre hommage à qn.met wie heb ik de eer (te spreken)? • à qui ai-je l'honneur (de parler)?ik heb de eer u te melden • j'ai l'honneur de vous annoncergeen eer van iets hebben • ne tirer aucune satisfaction de qc.zich iets tot een eer rekenen • s'honorer de qc.het zal me een eer zijn … • je me ferai (un) honneur de …ter ere van • en l'honneur detot iemands eer • à l'honneur de qn.dat strekt u tot eer • cela vous honorevoor de eer bedanken • décliner l'honneurere zij God • Dieu soit loué————————eer2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:spreek niet eer hij klaar is • ne parlez pas avant qu'il (n')ait fini -
43 ergens alleen voor staan
ergens alleen voor staanêtre seul face à qc. -
44 figuur
♦voorbeelden:een lomp figuur slaan • marquer d'aisanceeen pover figuur slaan • faire piètre figureeen slecht figuur slaan • faire mauvaise figureeen zielig figuur • un pauvre typezijn figuur redden • sauver la facemet zijn figuur geen raad weten • ne pas savoir comment se tenirde figuren op het behang • le(s) motif(s) du papier peint〈 pejoratief〉 wat is dat voor een figuur? • qu'est-ce que c'est que ce zèbre-là?een goed figuur hebben • être bien faiteen jurk die het figuur goed laat uitkomen • une robe qui dessine bien les formes -
45 flipside
-
46 gek
gek1〈de〉♦voorbeelden:ja, ik ben daar gek! • tu me prends pour quoi?met iemand, iets de gek steken • tourner qn., qc. en ridiculehet is zoveel waard als een gek ervoor wil geven • une chose vaut autant que ce que l'acquéreur en donneiemand voor de gek houden • se payer la tête de qn.zichzelf voor de gek houden • refuser de voir les choses en facevoor gek staan • avoir l'air ridiculeiemand voor gek zetten • ridiculiser qn.voor gek lopen • avoir l'air d'un fourijden als een gek • conduire comme un foudat is te gek om los te lopen • c'est trop fort〈 spreekwoord〉 één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden • un fou fait plus de questions qu'un sage (ne donne) de raisons〈 spreekwoord〉 gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen • les murailles sont le papier des fous→ link=buurman buurman————————gek21 [krankzinnig] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 fou/fol/folle♦voorbeelden:1 ik ben me daar gek! • je ne suis pas fou, moi!ben je gek • ça va pas?het is om gek van te worden • c'est à devenir fouzich gek zoeken naar iets • se donner un mal fou pour trouver qc.ik word gek van hem • il me rend fou2 ben je gek! • tu es fou!hij is er gek genoeg voor • il en est bien capablehij is zo gek nog niet als hij er (wel) uitziet • il n'est pas aussi bête qu'il en a l'airdat lijkt me niet gek • ça n'est pas bêtedat is lang niet gek • ce n'est pas si bête que çagekke streken uithalen • faire des bêtiseswat een gekke vent! • quel drôle de type!je kunt het zo gek niet bedenken, verzinnen of … • on a beau se creuser la cervelle, mais …doe maar gewoon, dan doe je (al) gek genoeg • arrête de faire l'imbécilegek staan, zitten te kijken • tomber de (son) hautergens gek van opkijken • en ouvrir de grands yeuxiets geks zeggen • dire qc. d'idiotdat is te gek om los te lopen • c'est complètement idiotdat is van de gekke • c'est complètement dinguehet gekke van de zaak is … • ce qu'il y a de drôle dans l'affaire, c'est que …→ link=oud oudgek zijn op aardbeien • adorer les fraiseshet is nog niet zo gek lang geleden • il n'y a pas si longtemps¶ het moet al gek gaan als … • ce serait bien le diable si …dat is niet gek • c'est pas malte gek, zeg! • terrible!een te gekke meid • une fille du tonnerre -
47 gelijkkomen
-
48 gezichtsverlies lijden
gezichtsverlies lijden -
49 gezichtsverlies
♦voorbeelden: -
50 heb je geen ogen in je hoofd?
heb je geen ogen in je hoofd?tu n'as pas les yeux en face des trous? -
51 hek
♦voorbeelden:als wij dit toestaan, dan is het hek van de dam • si nous tolérons cela, c'est le commencement de la fin -
52 het huis ertegenover
het huis ertegenover -
53 het huis hiertegenover
het huis hiertegenover -
54 hier lijnrecht tegenover
-
55 hier schuin tegenover
hier schuin tegenover -
56 hij woont recht tegenover mij
hij woont recht tegenover mij -
57 iemand iets ronduit zeggen
iemand iets ronduit zeggendire qc. à qn. en face -
58 iemand met zijn neus op de feiten drukken
iemand met zijn neus op de feiten drukkenforcer qn. à regarder la réalité en faceDeens-Russisch woordenboek > iemand met zijn neus op de feiten drukken
-
59 iemand recht in de ogen zien, kijken
iemand recht in de ogen zien, kijkenregarder qn. en faceDeens-Russisch woordenboek > iemand recht in de ogen zien, kijken
-
60 iemand strak in het gezicht kijken
iemand strak in het gezicht kijkenregarder qn. en faceDeens-Russisch woordenboek > iemand strak in het gezicht kijken
См. также в других словарях:
face — face … Dictionnaire des rimes
face — [ fas ] n. f. • XIIe; lat. pop. °facia, class. facies 1 ♦ Partie antérieure de la tête humaine. ⇒ figure, tête, visage. « La face est le moyen d expression du sentiment » (Malraux). Une face large, pleine, colorée. « dans sa face rasée, ronde,… … Encyclopédie Universelle
face — FÁCE, fac, vb. III. a. tranz. I. 1. A întocmi, a alcătui, a făuri, a realiza, a fabrica un obiect. Face un gard. ♢ A procura un obiect, dispunând confecţionarea lui de către altcineva. Îşi face pantofi. 2. A construi, a clădi; a ridica, a aşeza.… … Dicționar Român
Face — (f[=a]s), n. [F., from L. facies form, shape, face, perh. from facere to make (see {Fact}); or perh. orig. meaning appearance, and from a root meaning to shine, and akin to E. fancy. Cf. {Facetious}.] 1. The exterior form or appearance of… … The Collaborative International Dictionary of English
Face of a — Face Face (f[=a]s), n. [F., from L. facies form, shape, face, perh. from facere to make (see {Fact}); or perh. orig. meaning appearance, and from a root meaning to shine, and akin to E. fancy. Cf. {Facetious}.] 1. The exterior form or appearance… … The Collaborative International Dictionary of English
face — FACE. s. f. Visage. Se couvrir la face. destourner sa face. regarder quelqu un en face. voir la face de Dieu. le voir face à face. Face, se dit aussi De la superficie des choses corporelles. La face de la terre. En ce sens on dit. en termes de l… … Dictionnaire de l'Académie française
face — [fās] n. [ME < OFr < VL facia < L facies, the face, appearance < base of facere, DO1] 1. the front of the head from the top of the forehead to the bottom of the chin, and from ear to ear; visage; countenance 2. the expression of the… … English World dictionary
face — ► NOUN 1) the front part of a person s head from the forehead to the chin, or the corresponding part in an animal. 2) an expression on someone s face. 3) the surface of a thing, especially one presented to the view or with a particular function.… … English terms dictionary
face — n Face, countenance, visage, physiognomy, mug, puss denote the front part of a human or, sometimes, animal head including the mouth, nose, eyes, forehead, and cheeks. Face is the simple and direct word {your face is dirty} {she struck him in the… … New Dictionary of Synonyms
face — n 1 a: outward appearance b: the surface or superficial reading or meaning of something (as a document or statute) that does not take into account outside information the face of [the] deed reveals that she had two purposes in mind State v. Rand … Law dictionary
Face — (f[=a]s), v. t. [imp. & p. p. {Faced}; p. pr. & vb. n. {Facing}.] 1. To meet in front; to oppose with firmness; to resist, or to meet for the purpose of stopping or opposing; to confront; to encounter; as, to face an enemy in the field of battle … The Collaborative International Dictionary of English