-
1 behalve
♦voorbeelden:behalve mij heeft hij geen enkele vriend • except for me he hasn't got a single friendik weet er niets van, behalve dat ik er gisteren terloops over hoorde spreken • I don't know anything about it, except that I heard someone mention it in passing yesterday -
2 uitgezonderd
uitgezonderd1〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:1 niemand uitgezonderd • with no exceptions, bar none————————uitgezonderd2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:1 iedereen ging mee, uitgezonderd hij • everyone came (along), except for him, everybody but him came (along) -
3 buiten
buiten1〈 het〉————————buiten2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:hij woont buiten • he lives in the countrynaar buiten gaan • 〈 buitenshuis〉 go outside/outdoors; 〈 naar het platteland, de stad uit〉 go into the country/out of town; 〈 scheepvaart〉 put to seanaar buiten opengaan • open outwardshij ging zijn bevoegdheid te buiten • he exceeded his authorityzich te buiten gaan (aan) • overindulge (in)zich aan eten/drinken/roken te buiten gaan • eat/drink/smoke to excessvan buiten • from/on the outsidevan buiten komen • 〈 van het platteland〉 come from the country; 〈 van buiten naar binnen〉 come from outsidehulp/invloeden van buiten • outside help/influenceseen gedicht van buiten leren/kennen • learn/know a poem by heart————————buiten3〈 voorzetsel〉2 [niet betrokken bij] out of3 [behalve] except (for)4 [zonder] without♦voorbeelden:buiten gevaar • out of dangerhij was buiten zichzelf van angst/woede • he was beside himself with fear/angeriemand buiten gevecht stellen • put someone out of actionbuiten werking/gebruik • out of order/useer buiten blijven • stay out of itzich ergens buiten houden • stay out of somethinghij staat buiten alles • 〈 neemt nergens deel aan〉 he is always on the outside; 〈 is er niet bij betrokken〉 he's not involved't is buiten mijn medeweten gebeurd • it happened without my knowledgeik kan er niet/moeilijk buiten • I cannot do without ithij heeft de zaak buiten mij om beslist • he decided the matter without (consulting) me -
4 allesbehalve
pron. everything except for, anything but -
5 behalve
adv. alongside, over and above--------prep. except, excluding, but, beside, barring -
6 behoudens
prep. barring, saving, apart from, except for -
7 culdesac
n. cul de sac, dead end, blind alley; situation in which military forces are surrounded on all sides except from behind -
8 doordeweeks
adj. weekday, any day of the week except Saturday and Sunday -
9 tegenwerping maken
v. except -
10 uitgenomen
prep. but, except, excepted -
11 uitgezonderd
prep. except, save, saving -
12 uitzonderen
v. except -
13 exclusie
• and not operation• except operation• exclusion• not-if-then operation -
14 uitzonderen
• to except -
15 aangeven
♦voorbeelden:de trein vertrok op de aangegeven tijd • the train left on timetenzij anders aangegeven • except where otherwise specified, unless stated otherwisenauwkeurig aangeven • specify (in detail)een geboorte/huwelijk aangeven • register a birth/marriagehebt u nog iets aan te geven? • do you have anything (else) to declare?de dader heeft zichzelf aangegeven • the culprit turned himself inde maat aangeven • beat timekunt u ongeveer aangeven waar het is? • can you indicate approximately where it is? -
16 allen op een na
allen op een naVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > allen op een na
-
17 behalve dat
behalve dat -
18 behalve mij heeft hij geen enkele vriend
behalve mij heeft hij geen enkele vriendVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > behalve mij heeft hij geen enkele vriend
-
19 behoudens
1 [met voorbehoud van] subject to2 [behalve] except (for)3 [met behoud van] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:2 behoudens enkele wijzigingen werd het plan goedgekeurd • with a few alterations, the plan was approved -
20 buiten hem bestaat niets voor haar
buiten hem bestaat niets voor haarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > buiten hem bestaat niets voor haar
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Except — Ex*cept , prep. [Originally past participle, or verb in the imperative mode.] With exclusion of; leaving or left out; excepting. [1913 Webster] God and his Son except, Created thing naught valued he nor . . . shunned. Milton. Syn: {Except},… … The Collaborative International Dictionary of English
except — [ek sept′, iksept′] vt. [ME excepten < OFr excepter < L exceptare, to take out, except < exceptus, pp. of excipere < ex , out + capere, to take: see HAVE] to leave out or take out; make an exception of; exclude; omit vi. Now Rare to… … English World dictionary
except — Ⅰ. except UK US /ɪkˈsept/ preposition (also except for) ► used to mean not including or but not : »Our offices are open Monday through Friday except on national holidays. » All money transfers, except for those between members of the same branch … Financial and business terms
Except — Ex*cept , v. i. To take exception; to object; usually followed by to, sometimes by against; as, to except to a witness or his testimony. [1913 Webster] Except thou wilt except against my love. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Except — Ex*cept ([e^]k*s[e^]pt ), conj. Unless; if it be not so that. [1913 Webster] And he said, I will not let thee go, except thou bless me. Gen. xxxii. 26. [1913 Webster] But yesterday you never opened lip, Except, indeed, to drink. Tennyson. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
except — ex·cept /ik sept/ vt: to take or leave out (as from insurance coverage or a deed): exclude specifically except ed the air carriers and unions from the provisions M. A. Kelly vi: object; esp: to fi … Law dictionary
Except — Ex*cept , v. t. [imp. & p. p. {Excepted}; p. pr. & vb. n. {Excepting}.] [L. exceptus, p. p. of excipere to take or draw out, to except; ex out + capere to take: cf. F. excepter. See {Capable}.] 1. To take or leave out (anything) from a number or… … The Collaborative International Dictionary of English
except — [prep] other than apart from, aside from, bar, barring, besides, but, excepting, excluding, exclusive of, exempting, if not, lacking, leaving out, minus, not for, omitting, outside of, rejecting, save, saving, short of, without, with the… … New thesaurus
except — late 14c., to receive, from M.Fr. excepter (12c.), from L. exceptus, pp. of excipere take out, from ex out (see EX (Cf. ex )) + capere to take (see CAPABLE (Cf. capable)). Meaning to leave out is from 1510s. Related … Etymology dictionary
except — ► PREPOSITION ▪ not including; other than. ► CONJUNCTION ▪ used before a statement that forms an exception to one just made. ► VERB ▪ exclude: present company excepted. ORIGIN from Latin excipere take out … English terms dictionary
except — ex|cept1 W2S2 [ıkˈsept] conj, prep 1.) used to introduce the only person, thing, action, fact, or situation about which a statement is not true ▪ The office is open every day except Sundays. ▪ You can have any of the cakes except this one. except … Dictionary of contemporary English
