-
61 af
af1〈 het〉♦voorbeelden:————————af2I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een verwijdering] off, away2 [+ van] [met betrekking tot het uitgangspunt] from3 [met betrekking tot een verwijderd/gescheiden zijn] away, off4 [naar beneden] down♦voorbeelden:1 af en aan • back and forth, to and fromensen liepen af en aan • people came and wentaf en toe • (every) now and thenklaar? af! • get set! go!2 van die dag af • from that day (on/onward(s))van de grond af • from ground levelde nieuwigheid is er een beetje af • the novelty has worn off a bitde verf is er af • the paint has come offver af • a long way offhij woont een eindje van de weg af • he lives a little way away from the roadvan iemand af zijn • be rid of someoneu bent nog niet van me af • you haven't seen the last/back of mede trap af • down the stairsaf! • (get) down!; 〈 tegen hond ook〉 down boy/girl!goed/beter/slecht af zijn • have come off well/better/badlydaar wil ik (van) af zijn • I wouldn't like to sayop 't onbeleefde af • to the point of rudenessik weet er niets van af • I don't know anything about itII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉4 [spel] out♦voorbeelden:2 het werk is af • the work is done/finishedde voorstelling was af • the performance was perfect -
62 al zijn gedachten
al zijn gedachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > al zijn gedachten
-
63 al zijn krachten inspannen
al zijn krachten inspannen————————al zijn krachten inspannenexert all one's energies/strength, use all one's powersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > al zijn krachten inspannen
-
64 alle beetjes helpen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alle beetjes helpen
-
65 alle middelen aanwenden
alle middelen aanwendenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alle middelen aanwenden
-
66 alle stadia doorlopen
alle stadia doorlopenpass through/complete every stageVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alle stadia doorlopen
-
67 alleszins
♦voorbeelden: -
68 ander
ander12 [zich onderscheidend] different♦voorbeelden:een andere keer misschien! • maybe some other timegeen andere keuze hebben dan … • have no option but …de andere sekse, het andere geslacht • the opposite sex(de) een of andere voorbijganger • some passer-bymet andere woorden • in other wordsop de één of andere manier/wijze • one way or anotherom de één of andere reden • for some reason, for one reason or another2 dat is andere koek • 〈 iets anders〉 that's something else altogether; 〈 beter, groter〉 that's more like itik ben nu een ander mens • I'm a different man/woman nowdat is een (ge)heel andere zaak/kwestie • that's quite a different matter, that's a different matter altogether————————ander22 [zaak] another matter/thing ⇒ 〈 meervoud〉 other matters/things♦voorbeelden:1 zeg het niet aan een ander • don't tell a soul/anyone elsede een of ander • somebody, someonesommigen wel, anderen niet • some do/are, some don't/aren'tde één na de ander • one after another, one by onewie? jij onder anderen! • who? you, for oneals geen ander • more than anybody elsede ene of de andere • (choose) one or the other2 (het) een en ander duidt erop dat … • all these things indicate that …je hebt het een en ander nodig om te … • you need a few things in order to …hij moet het een of ander vergeten zijn • he must have forgotten something or otheronder andere (o.a.) • among other things, including; 〈 soms ook〉 e.g.————————ander3〈 rangtelwoord〉♦voorbeelden:1 om de andere dag • every other day, on alternative daysde andere week • (the) next week -
69 aspect
-
70 avond
♦voorbeelden:met het vallen van de avond • at nightfallde hele avond • all evening, the whole eveningmuzikale avondjes • musical eveningshet is zijn vrije avond • it is his night offeen avondje tv kijken/lezen • (spend) the evening watching TV/readingde avond valt • night is fallingalle avonden, iedere avond • every evening/night, nightlyeen avondje uit • a night/an evening outavond aan avond • nightly, night after nightbij avond • in/during the evening, at nighttegen de avond • towards dark/the eveningde avond voor de grote wedstrijd • the eve of the big matchde avond tevoren • (on) the previous evening's avonds • at night, in the eveningvan 's ochtends tot 's avonds • from dawn to duskhij moet 's avonds altijd werken • he always works nights -
71 baas
1 [chef, leider] boss3 [met betrekking tot een huisdier] owner♦voorbeelden:1 eigen baas zijn • be one's own master/bossiemand de baas blijven • keep the upper hand over someoneiemand/iets gemakkelijk de baas kunnen • easily get the better of someone/somethingde moeilijkheden de baas kunnen/zijn • cope with/deal with the problemsde situatie /zijn gevoelens de baas zijn • be in control of the situation/one's feelingsde Japanners zijn ons de baas op het gebied van de elektronica • the Japanese are ahead of us in electronicszijn vrouw is de baas in huis • his wife wears the trousers -
72 beeldbuis
1 [elektronenstraalbuis] cathode-ray tube♦voorbeelden: -
73 beetje
beetje1〈 het〉1 (little) bit, little♦voorbeelden:het beetje geld dat hij heeft • what little money he haseen beetje hoofdpijn • a slight headache, a bit of a headacheeen beetje suiker/melk graag • a little sugar/milk, please; 〈 melk ook〉 a drop/spot of milk, pleasewil je nog een beetje wijn? • would you like some more wine?bij stukjes en bij beetjes • bit by bit, little by little————————beetje2I 〈 bijwoord〉2 [om aan te geven dat iets idioot is] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:hij zal kwaad zijn, en nog niet zo'n beetje ook • he's going to be more than a little angry!hij kon zo'n beetje koken • he could cook after a fashioneen beetje vervelend zijn • 〈 lastig〉 be a bit of a nuisance, be rather annoying; 〈 saai〉 be rather boring, be a bit of a boreeen beetje opschieten • hurry up a bithij zat maar 'n beetje uit zijn neus te vreten • he just sat there picking his nose; 〈 figuurlijk〉 he was just lazing about2 ja zeg, ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden voor jouw plezier • if you think I'm going to make a ten kilometre detour just to please you you've got another think coming1 [wat/wie ook maar enigszins zo is] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:1 een beetje technicus verhelpt dat zo • anyone who calls himself a technician could fix that in a jiffyals hij maar een beetje automonteur was, zou hij dat kunnen maken • if he knew the slightest thing about cars he'd be able to fix it -
74 bekijken
♦voorbeelden:iets vluchtig bekijken • glance at somethingvan dichtbij bekijken • take a close(r) look atiedere aanvraag wordt afzonderlijk bekeken • each application will be considered separatelyiets nog eens goed bekijken • take a closer look at somethingalles wel bekeken • all things consideredbekijk het eens van mijn kant • put yourself in my place3 het is zó bekeken • it'll only take a second/minuteje kunt die zaak van twee kanten bekijken • you can view the matter from two angleshet is bekeken met hem • he's had itje bekijkt het maar! • suit yourself!, be like that! -
75 belang
2 [belangstelling] interest (in)♦voorbeelden:het is in je eigen belang • it's in your own interesttegengestelde belangen hebben • have conflicting interestsiemands belangen behartigen • look after someone's interestsbelang(en) hebben in een bedrijf • have an interest in a companybelang bij iets hebben • have an interest in somethinghij heeft er alle belang bij het te verzwijgen • he has every reason to keep it quietiemands belangen schaden/benadelen • harm/prejudice someone's interestsin het belang van uw gezondheid • for the sake of your health2 belang stellen in • be interested/take an interest ineen zaak van ondergeschikt belang • a matter of minor importanceveel belang hechten aan iets • set great store by somethingde presentatie is daarbij van groot belang • the presentation matters greatly -
76 beluisteren
♦voorbeelden:2 hij meende enige aarzeling te beluisteren in hun reacties • he seemed to detect some hesitation in their reactions -
77 bij elke voetstap
bij elke voetstapVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij elke voetstap
-
78 bij hen kwamen er alle dagen aardappelen op tafel
bij hen kwamen er alle dagen aardappelen op tafelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij hen kwamen er alle dagen aardappelen op tafel
-
79 bij/met tussenpozen
bij/met tussenpozenevery so often, on and off, with breaks/interruptionsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij/met tussenpozen
-
80 bijspringen
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
every — 1. differences between each and every. Both words denote all the people or things in a group, and both normally govern a singular verb (for some exceptions see each). But each is a pronoun (as in I ll take three of each) as well as an adjective… … Modern English usage
Every — Ev er*y, a. & a. pron. [OE. everich, everilk; AS. [=ae]fre ever + [ae]lc each. See {Ever}, {each}.] 1. All the parts which compose a whole collection or aggregate number, considered in their individuality, all taken separately one by one, out of… … The Collaborative International Dictionary of English
every — ► DETERMINER 1) used to refer to all the individual members of a set without exception. 2) used to indicate something happening at specified intervals: every thirty minutes. 3) all possible; the utmost: every effort was made. ● every bit as Cf.… … English terms dictionary
every — [ev′rē] adj. [ME everiche < OE æfre ælc, lit., ever each] 1. each, individually and separately; each, and including all [every man among you] 2. the fullest possible; all that there could be [given every chance to do the job] 3. each group or… … English World dictionary
every — early 13c., contraction of O.E. æfre ælc each of a group, lit. ever each (Chaucer s everich), from EACH (Cf. each) with EVER (Cf. ever) added for emphasis, as the word is still felt to need emphasis (Mod.Eng. every last ..., every single ..., etc … Etymology dictionary
every — index collective Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
every — each, *all … New Dictionary of Synonyms
every — [adj] each, all each one, whole, without exception; concept 531 Ant. none … New thesaurus
every */*/*/ — UK [ˈevrɪ] / US determiner Summary: Every is generally used before a singular countable noun. The only exceptions are at Sense 2, where every can be used in phrases like every three hours , and at Sense 3. A noun subject that follows every is… … English dictionary
every — ev|ery W1S1 [ˈevri] determiner [always followed by a singular C noun] [: Old English; Origin: Afre Alc ever each ] 1.) used to refer to all the people or things in a particular group or all the parts of something ▪ We looked carefully at every… … Dictionary of contemporary English
every — [[t]e̱vri[/t]] ♦ 1) DET: DET sing n You use every to indicate that you are referring to all the members of a group or all the parts of something and not only some of them. Every village has a green, a church, a pub and a manor house... Record… … English dictionary