-
1 evenbeeld
portrèt, potrètDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > evenbeeld
-
2 icon
-
3 image
n. beeld; evenbeeld; idee; beeltenis--------v. Beeld, afbeelding; voorstelling; evenbeeldimage1[ immidzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beeld ⇒ afbeelding, voorstelling♦voorbeelden:3 he's the (very/spitting) image of his father • hij lijkt (sprekend/als twee druppels water) op zijn vader————————image2〈 werkwoord〉 -
4 replica
n. kopie (door kunstenaar zelf), evenbeeld[ replikkə] -
5 image
image [iemaazĵ]〈v.〉3 afbeelding ⇒ plaatje, prent5 image ⇒ reputatie, imago♦voorbeelden:offrir l'image de la patience • een toonbeeld van geduld zijnenfant sage comme une image • voorbeeldig kind3 image d'Epinal • stereotiep beeld, stereotypeimage pieuse • heiligen-, bidprentje5 avoir une bonne image de marque • een goed image, goede reputatie hebbenf1) beeld2) evenbeeld3) afbeelding4) beeldspraak, vergelijking5) reputatie, imago -
6 portrait
portrait [portre]〈m.〉1 portret ⇒ beeltenis, evenbeeld2 persoonsbeschrijving ⇒ karaktertekening, karakterbeschrijving, typering♦voorbeelden:être tout le portrait de qn. • het evenbeeld zijn van iemandfaire le portrait de qn. • iemand natekenen, uitschilderenportrait en pied • portret ten voeten uitportrait en buste • borstfotoportrait physique • beschrijving van iemands uiterlijkm1) portret, afbeelding3) smoel -
7 копия
kopie, evenbeeld -
8 копия
ngener. doorslag, kopie, namaak, tegenbeeld, tegenhanger, afschrift, evenbeeld, nabootsing, overdruk, replica -
9 он точная копия своего отца
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > он точная копия своего отца
-
10 подобие
n1) gener. ga, gade, evenbeeld, gelijkenis, gelijkheid, tegenhanger, wederga, wedergade, weerga2) math. gelijkvormigheid, congruentie -
11 carbon copy
-
12 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
13 express
adj. duidelijk, nadrukkelijk; precies; snel, exspress--------n. met grote snelheid--------v. uitdrukken; met spoed sturen; afpersen; uitwringenexpress1[ ikspres] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 sneltrein/bus ⇒ exprestrein♦voorbeelden:the express to Glasgow • de sneltrein naar Glasgow————————express21 uitdrukkelijk ⇒ duidelijk (kenbaar gemaakt), nadrukkelijk2 snel(gaand) ⇒ expres-, ijl-4 speciaal ⇒ bijzonder, opzettelijk♦voorbeelden:an express train • een sneltrein————————express3〈 werkwoord〉1 uitdrukken ⇒ laten zien, betuigen♦voorbeelden:1 he expressed his concern • hij toonde/uitte zijn bezorgdheidyou must express yourself more clearly • je moet je duidelijker uitdrukken————————express4〈 bijwoord〉3 speciaal♦voorbeelden: -
14 he is the very picture/spit of his father
he is the very picture/spit of his fatherEnglish-Dutch dictionary > he is the very picture/spit of his father
-
15 he's the living image of his father
English-Dutch dictionary > he's the living image of his father
-
16 likeness
n. gelijkenis; gelijk (spel); gestalte; evenbeeld; portret[ lajknəs]♦voorbeelden: -
17 living
adj. levend, levens-; actief; vol leven; levendig; draaiend--------n. kost; leven; predikantsplaatsliving1[ livving]♦voorbeelden:it's a living • werk is werk1 leven ⇒ levensonderhoud/stijl————————living22 levendig♦voorbeelden:(with)in living memory • bij mensenheugenis¶ 〈 informeel〉 knock the living daylights out of someone • iemand een ongenadig pak op zijn donder gevenhe's the living image of his father • hij is het evenbeeld van zijn vader→ land land/ -
18 look-alike
-
19 model
adj. voorbeeldig; model---------n. model; vorm, mal; voorbeeld, makette; (foto) model; leest--------v. model staan; modelleren; boetserenmodel1[ modl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————model21 model-2 perfect♦voorbeelden:————————model31 mannequin/model zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vervaardigen/vormen naar een voorbeeld♦voorbeelden:2 model something after/(up)on something • iets maken/ontwerpen naar het voorbeeld van iets -
20 picture
n. plaat; foto; film; schilderij; toonbeeld, beeld--------v. afbeelden, schilderen; zich voorstellenpicture1[ piktsjə]♦voorbeelden:(as) pretty as a picture • beeldschoonfit into the picture • bij het geheel passenput someone in the picture • iemand op de hoogte brengen(be) in the picture • op de hoogte (zijn)→ clinical clinical/1 bios————————picture2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Gabriel Smit — Gabriël Wijnand Smit (* 25. Februar 1910 in Utrecht; † 23. Mai 1981 in Laren) war ein niederländischer Dichter und Journalist. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Quellen 2.1 Literatur … Deutsch Wikipedia
Gabriël Smit — Gabriël Wijnand Smit (* 25. Februar 1910 in Utrecht; † 23. Mai 1981 in Laren) war ein niederländischer Dichter und Journalist. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Quellen 2.1 Literatur … Deutsch Wikipedia