-
1 ontmoeting
2 [vijandig samentreffen] encounter♦voorbeelden:1 een toevallige ontmoeting • a chance meeting/encountereen ontmoeting hebben met iemand • have a meeting with someone -
2 treffen
treffen1〈 het〉2 [samenkomst] meeting3 [sport] [wedstrijd] encounter♦voorbeelden:————————treffen21 [raken] hit2 [ontmoeten, aantreffen] meet3 [met betrekking tot gevoelens] touch, affect4 [betreffen, aangaan] concern, affect5 [met ‘het’] [boffen] be lucky/in luck6 [met betrekking tot iets onaangenaams] hit, strike7 [tot stand brengen] make♦voorbeelden:1 het schot trof doel • the shot hit its mark/ 〈 van een bal ook〉went home/ 〈 figuurlijk〉 struck homegetroffen door de bliksem • struck by lightningde kogel trof haar in de borst • the bullet hit her in the chest5 je treft het (goed) • you're lucky/in luckhij had het slechter kunnen treffen met zijn werk • he could have fared worse/been worse off with his workde zwaar getroffen ouders • the distressed parentsgetroffen worden door • meet with 〈 ongelukken, rampen〉; be visited by 〈 ziekten, epidemieën〉; be involved in 〈 een faillissement〉voorbereidingen treffen • make preparations1 [(goed) uitkomen] turn out (well)♦voorbeelden:1 dat treft (goed) • what luck!, how fortunate! -
3 aantreffen
v. encounter, come across; meet, see, find -
4 encountergroep
n. encounter group, unstructured therapeutic group working to develop and explore emotional expression and communication in interpersonal relationships often by means of unrestrained emotional confrontation of the participants -
5 ondervinden
v. experience, taste, find, meet with, encounter -
6 ontmoeten
v. meet, drop across, encounter, join, forgather, fall in with, see -
7 ontmoeting
n. encounter, meeting -
8 tegenkomen
v. meet, encounter -
9 treffen
n. engagement, encounter, action--------v. hit, strike, smite, impinge, battle, scuffle, touch, strike home, touch on, drop across, find, hit upon, catch, take, effect -
10 vinden
v. find, think of, contrive; come upon unexpectedly, encounter -
11 aantreffen
♦voorbeelden:iemand niet thuis aantreffen • find someone out -
12 afwijzing
2 [het niet toekennen van graad/bevoegdheid] failure4 [juridisch] dismissal♦voorbeelden:1 alleen maar afwijzingen ontvangen op zijn sollicitaties • encounter nothing but rejections to one's applications -
13 alleen maar afwijzingen ontvangen op zijn sollicitaties
alleen maar afwijzingen ontvangen op zijn sollicitatiesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alleen maar afwijzingen ontvangen op zijn sollicitaties
-
14 bezwaar
1 [belemmering, nadeel] drawback♦voorbeelden:1 dit heeft het bezwaar dat … • this has the drawback that …onoverkomelijke bezwaren met zich meebrengen/opleveren • present insurmountable obstaclesop de volgende bezwaren stuiten • encounter the following obstacleseen beetje regen is toch geen bezwaar • a little rain is no problem, is it?2 bezwaar aantekenen (tegen iets) • lodge an objection (to something)/a complaint (against something)als je er geen bezwaar tegen hebt, steek ik een sigaret op • if you don't mind, I'll light a cigaretteze maakte nogal bezwaar toen ik om opslag vroeg • she made a bit of a fuss when I asked for a risebezwaar/bezwaren tegen iets hebben/maken • raise an objection/objections to something, take exception to somethingzonder enig bezwaar • without any objectioneen of twee kinderen geen bezwaar • one or two children acceptable -
15 een toevallige ontmoeting
een toevallige ontmoetinga chance meeting/encounter————————een toevallige ontmoetingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een toevallige ontmoeting
-
16 medeleven ondervinden
medeleven ondervindenmeet with/encounter sympathyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > medeleven ondervinden
-
17 ondervinden
♦voorbeelden:1 medeleven ondervinden • meet with/encounter sympathymoeilijkheden/concurrentie ondervinden • be faced with difficulties/competition -
18 ontmoeten
1 [onvoorzien tegenkomen] meet ⇒ run/bump into♦voorbeelden:iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten • run/bump into someoneiemand vaak ontmoeten • see someone oftenik hoop je hier vaker te ontmoeten • I hope to see you here more often2 iemand regelmatig ontmoeten • see/meet someone regularly -
19 op de volgende bezwaren stuiten
op de volgende bezwaren stuitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op de volgende bezwaren stuiten
-
20 stuiten
1 [niet verder kunnen] 〈 ook figuurlijk〉 be stopped/held up/arrested5 [terugspringen] bounce, bound♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:iets in zijn ontwikkeling stuiten • hold up/arrest something's developmenteen niet te stuiten woordenvloed • an uncheckable/unstoppable flow of wordszij is niet te stuiten • there is no holding/stopping her
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Encounter — may mean:*Encounter (Christian event), an annual Christian worship event in Preston, UK * Encounter (magazine), a literary magazine *Encounter killing, a type of extrajudicial killings in which police shoot down gangsters in alleged police… … Wikipedia
Encounter — En*coun ter, v. t. [imp. & p. p. {Encountered}; p. pr. & vb. n. {Encountering}.] [OF. encontrer; pref. en (L. in) + contre against, L. contra. See {Counter}, adv.] To come against face to face; to meet; to confront, either by chance, suddenly, or … The Collaborative International Dictionary of English
encounter — vb *meet, face, confront Analogous words: collide, conflict, clash, *bump: brave, beard, defy, challenge (see FACE) encounter n Encounter, skirmish, brush. In their military senses (compare BATTLE) an encounter is a sudden hostile meeting that is … New Dictionary of Synonyms
Encounter — En*coun ter, n. [OF. encontre, fr. encontrer. See {Encounter}, v. t.] 1. A meeting face to face; a running against; a sudden or incidental meeting; an interview. [1913 Webster] To shun the encounter of the vulgar crowd. Pope. [1913 Webster] 2. A… … The Collaborative International Dictionary of English
Encounter — bezeichnet: einen britischen Zerstörer der E Klasse im Zweiten Weltkriegs, siehe HMS Encounter (H10) einen Fachbegriff aus der Psychologie, siehe Encounter (Psychologie) eine britische Zeitschrift für Kulturschaffende, siehe Encounter… … Deutsch Wikipedia
encounter — [n1] chance meeting appointment, brush, concurrence, confrontation, interview, rendezvous; concept 384 Ant. avoidance, evasion, retreat encounter [n2] fight, argument action, battle, bout, brush, clash, collision, combat, conflict, contention,… … New thesaurus
Encounter — En*coun ter, v. i. To meet face to face; to have a meeting; to meet, esp. as enemies; to engage in combat; to fight; as, three armies encountered at Waterloo. [1913 Webster] I will encounter with Andronicus. Shak. [1913 Webster] Perception and… … The Collaborative International Dictionary of English
encounter — Ⅰ. encounter UK US /ɪnˈkaʊntər/ verb [T] ► to experience a situation, especially something that is unexpected or unpleasant: »We encountered a problem with the fuel pump during safety tests. »This is the first time I have encountered racism at… … Financial and business terms
encounter — index affray, affront, assail, assault, belligerency, collide (clash), collision (accident) … Law dictionary
encounter — (n.) late 13c., meeting of adversaries, from O.Fr. encontrer confront, from encontre (prep. and adv.) against, counter to, from L.L. incontra in front of, from L. in in (see IN (Cf. in ) (2)) + contra against (see CONTRA (Cf … Etymology dictionary
encounter — ► VERB ▪ unexpectedly meet or be faced with. ► NOUN 1) an unexpected or casual meeting. 2) a confrontation or difficult struggle. ORIGIN originally in the sense «meet as an adversary»: from Old French encontrer, from Latin contra against … English terms dictionary