-
1 drop out
afvallen, uitvallen; vroegtijdig verlatendrop out -
2 drop out of a race
uit de race gaan -
3 drop-out current
afvalstroom -
4 drop-out point
afvalpunt -
5 drop-out time
afvaltijd -
6 drop-out voltage
afvalspanning -
7 to drop out
afvallenuitlekkenwegvallen -
8 drop
n. druppel; snoepje; val--------v. vallen; laten vallen; naar beneden halen; naar beneden komen; springen (met parachuut); laten verdwijnendrop1[ drop]2 zuurtje4 dropping ⇒ het afwerpen per parachute/uit vliegtuig♦voorbeelden:drop by drop, by/in drops • druppel voor druppelat the drop of a hat • meteen, bij de minste aanleidingII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————drop2〈 dropped〉3 ophouden ⇒ verlopen, uitvallen4 dalen ⇒ afnemen, zakken♦voorbeelden:〈 slang〉 drop dead! • val dood!drop away • geleidelijk afnemen, teruglopen¶ drop back/behind • achterblijven, achtergelaten wordendrop behind • achter raken bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 laten vallen ⇒ laten zakken, neerlaten3 laten varen ⇒ laten schieten, opgeven4 laten dalen ⇒ verminderen, verlagen7 afleveren ⇒ afgeven, afzetten♦voorbeelden:she dropped her eyes • zij sloeg haar ogen neer〈 informeel〉 drop it! • schei uit!, hou ermee op!drop me a line • schrijf me even een paar regeltjes→ drop off drop off/ -
9 dropout
n. drop-out (iem. die de school niet afmaakt); (telecommunicatie) korte pauzes bij overdracht van geluid bij telefoongesprekken (tengevolge van verlies van gegevens langs de communicatiekabels)dropout〈 informeel〉 -
10 let
n. verhindering; huren; verhuren; "terugkomen" (bij tennis)--------v. laten; de mogelijkheid geven; geven; verhuren; laten liggen; ontdekkenlet1[ let]♦voorbeelden:————————let2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten ontsnappen ⇒ bevrijden, loslaten♦voorbeelden:1 she wants to, but her mother won't let her • ze wil wel, maar ze mag niet van haar moederlet someone go • iemand laten gaanlet me have that • geef (maar/eens) hierlet something be known • iets laten wetenplease, let me buy this round • laat mij nu toch dit rondje aanbiedenlet there be no mistake about my opinion • laat er over mijn mening geen misverstand bestaanlet me hear/know • hou me op de hoogtelet me see • eens kijkenlet's face it • laten we wel wezen4 let x be y/z • stel x is y/z, gegeven x is y/zlet something be • iets laten rustenlet drop/fall • (zich) laten (ont)vallenlet fly (at) • uithalen (naar)let someone get on with it • iemand zijn gang laten gaanlet oneself go • zich laten gaanlet someone have it • iemand de volle laag/ervan langs gevenlet pass • laten lopen, onweersproken latenlet something ride • iets op zijn beloop latenlet someone stew • iemand in zijn eigen sop laten gaarkokenlet through • laten passeren, doorlatenlet into • binnenlaten in, toelaten tot; in vertrouwen nemen over, vertellen -
11 fit
adj. geschikt; passend; waardig; bereid to; gezond; in goede vorm--------n. passen, pasvorm; stuip, toeval, beroerte, aanval, insult, vlaag, bevlieging--------v. passen, kloppen met; voorzien, uitrusten; aanbrengenfit1[ fit]1 vlaag ⇒ opwelling, inval♦voorbeelden:by/in fits (and starts) • bij vlagen2 a fit of coughing • een hoestaanval/buigive someone a fit • iemand de stuipen op het lijf jagen1 het (goed) passen/zitten ⇒ pasvorm♦voorbeelden:————————fit2〈 fitter〉1 geschikt ⇒ gepast, passend2 gezond ⇒ fit, in (goede) conditie♦voorbeelden:1 a fit person to do something • de geschikte/juiste persoon om iets te doenfit to print • geschikt om (af) te drukkena meal (that is) fit for a king • een koningsmaal2 as fit as a fiddle • kiplekker, zo gezond als een visII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:1 think/see fit to do something • het juist/gepast achten (om) iets te doen, goeddunkennot fit to be seen • ontoonbaarit is not fit (that) • het hoort niet (dat)¶ work till you are fit to drop (dead) • werken tot je erbij neervalt, je doodwerken————————fit3〈fitted; Amerikaans-Engels in betekenis II 0.1 en 0.2 fit, fit〉1 geschikt/passend zijn ⇒ passen, goed/juist zitten♦voorbeelden:→ fit in fit in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (goed) geschikt/passend maken ⇒ aanpassen♦voorbeelden: -
12 line
n. regel; streep; snoer; lijn; rij; generatie; beroep--------v. opstellen in rijen; markeren; bekleden; versterken; ribbelen; vullen (van een zak)line1[ lajn]1 lijn ⇒ snoer, koord3 rij (naast/achter elkaar) ⇒ 〈 leger〉 linie, stelling5 (beleids/gedrags)lijn♦voorbeelden:hold the line, please • blijft u even aan de lijn?2 line of fire • vuurlijn/linieline of sight/vision • gezichtslijnwe must draw the line somewhere • we moeten ergens een grens trekkenbring into line • tot de orde roepencome/fall into line • op één lijn gaan zitten, zich schikkenread between the lines • tussen de regels door lezenstand in line • in de rij gaan staan4 drop someone a line • iemand een briefje schrijven/sturenline of thought • ziens/denkwijze, denktrantkeep someone in line • iemand in de hand houdenshoot a line • een verhaal ophangen, opscheppensign on the dotted line • (een contract) ondertekenen; 〈 informeel〉 niet tegenstribbelen; in het huwelijksbootje stappentoe the line • in het gareel blijvenoff line • niet aan het werk, niet functionerendon line • aan het werk, functionerendbring a power station on line • een krachtcentrale operationeel makenout of line • uit de pas, over de schreef1 (hoeveelheid/stuk) lijn2 lint ⇒ lont, band♦voorbeelden:————————line2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ line one's nest/pocket(s)/purse • zijn zakken vullen, zijn beurs spekken→ line up line up/
См. также в других словарях:
Drop-out — auch: Drop|out 〈[ aʊt]〉 I 〈m. 6〉 1. jmd., der sich aus seiner gesellschaftlichen Schicht gelöst hat u. ihre Normen nicht mehr erfüllt, Aussteiger 2. Drogenabhängiger II 〈n. 15; EDV〉 1. Au … Universal-Lexikon
drop-out — drop outs also dropout 1) N COUNT (disapproval) If you describe someone as a drop out, you disapprove of the fact that they have rejected the accepted ways of society, for example by not having a regular job. 2) N COUNT A drop out is someone who… … English dictionary
drop-out — [dʀɔpawt] n. m. invar. ÉTYM. 1967; mot angl. des États Unis « qui abandonne (ses études, sa vie professionnelle) », de to drop out « laisser tomber ». ❖ ♦ Anglic. || Un, une drop out : un(e) dropé(e). ⇒ 2. Droper (II., 2.) … Encyclopédie Universelle
Drop-out — [...|aut] der; [s], s, auch Drọp|out der; [s], s <zu engl. to drop out »herausfallen, ausscheiden«>: 1. jmd., der aus der sozialen Gruppe ausbricht, in die er integriert war (z. B. Studienabbrecher od. Jugendlicher, der die elterliche… … Das große Fremdwörterbuch
Drop-out — Drop out1 auch: Drop|out1 〈[drɔpaʊt] m.; Gen.: od. s, Pl.: s〉 jmd., der sich aus seiner sozialen Schicht gelöst hat od. ausgebrochen ist [Etym.: <engl. drop out »herausfallen«] Drop out2 auch: Drop|out2 〈[drɔpaʊt] n.; Gen.: s, Pl.: s; EDV〉… … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
drop|out — or drop out «DROP OWT», noun. 1. a student who leaves a school or college before completing a course of study or before the end of a term: »California has the most college graduates…Wisconsin the fewest dropouts (Time). 2. a person who withdraws… … Useful english dictionary
Drop-out — [dropa̲u̲t; engl. amer., zu engl. to drop = tropfen, fallen und engl. out = aus, heraus] m; s, s: 1) Patient, der eine Behandlung von sich aus beendet. 2) jemand, der aus einer sozialen Gruppe, in die er integriert war, ausbricht (Soziol.) … Das Wörterbuch medizinischer Fachausdrücke
drop out of — drop out (of (something)) to stop doing something. He dropped out of school when he was 16. She dropped out the night before the race, saying she had an injury … New idioms dictionary
drop out — (of (something)) to stop doing something. He dropped out of school when he was 16. She dropped out the night before the race, saying she had an injury … New idioms dictionary
drop out — [v] stop doing an activity abandon, back out, cease, forsake, give notice, give up, leave, quit, renege, retreat, withdraw; concept 121 Ant. begin, carry out, engage, join … New thesaurus
drop out — ► drop out 1) cease to participate. 2) pursue an alternative lifestyle. Main Entry: ↑drop … English terms dictionary