-
21 raffoler
-
22 be infatuated by/with someone/something
be infatuated by/with someone/somethinggek/dol zijn op iemand/ietsEnglish-Dutch dictionary > be infatuated by/with someone/something
-
23 dote
v. dol zijn op -
24 Vernarrtheit
-
25 delirious
adj. visioen hebben, gek zijn; opgewonden zijn[ dilliəriəs]3 geëxalteerd ⇒ extatisch, in vervoering♦voorbeelden: -
26 увлекаться
vgener. dwepen, aardigheid in (iets) hebben (чем-л.), dol op (iets) zijn (чем-л.), fel op (iets) zijn (чем-л.), gebrand zijn op (iets) (чем-л.), verzot zijn op (кем-л., чем-л.) -
27 diable
diable [die.aabl]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 duivel♦voorbeelden:avoir le diable au corps • van de duivel bezeten zijn; 〈 figuurlijk〉dol, doorgeslagen zijn, geen rust in zijn lijf hebbenc'est bien le diable si • het zou toch wel heel vreemd, gek zijn alsce n'est pas le diable • het is niet moeilijkfaire le diable à quatre • veel lawaai maken; 〈 figuurlijk〉zich moeite geven om iets te krijgen, te belettenque le diable t'emporte • loop naar de duiveltirer le diable par la queue • moeite hebben om rond te komenque diable va-t-il faire? • wat voor de duivel gaat hij doen?à la diable • onverzorgd, slordig, haastigau diable (vauvert) • erg ver (weg)allez au diable • loop naar de duivelenvoyer qn. au diable • iemand naar de duivel, maan wensendiable de • wonderlijk, vreemd, slechtun bruit de tous les diables • ontzettend lawaaidu diable • uitzonderlijk, uitermateen diable • erg, verschrikkelijkdiable! • du(i)vels!→ Dieuun pauvre diable • arme drommelm1) duivel3) drommel -
28 увлекаться
vgener. dwepen, aardigheid in (iets) hebben (чем-л.), dol op (iets) zijn (чем-л.), fel op (iets) zijn (чем-л.), gebrand zijn op (iets) (чем-л.), verzot zijn op (кем-л., чем-л.) -
29 fou
fou1 [foe]〈m.〉1 gek ⇒ dwaas, idioot, krankzinnige2 (hof)nar♦voorbeelden:maison de fous • gekkenhuisêtre fou furieux • razend van woede zijnfaire le fou • gek doen〈 spreekwoord〉 plus on est de fous, plus on rit • hoe meer zielen, hoe meer vreugd————————fou2 [foe],fol, folle [fol]1 gek ⇒ dwaas, idioot, krankzinnig3 enorm ⇒ krankzinnig veel, groot♦voorbeelden:fol qui s'y fie • dwaas die het gelooftfou à lier • stapelgekfou de • gek op, dol verliefd op, verzot opje ne suis pas assez fou pour te croire • ik ben niet zo gek je te geloven→ herbe2 aiguille folle • dol geworden naald, wijzerbalance folle • doorslaande weegschaalmèche folle • weerbarstige lokfou rire • slappe lachvierge folle • lichtzinnig vrouwtjeça fait un temps fou que je ne l'ai pas vue • ik heb haar al ontzettend lang niet gezienc'est fou ce que c'est cher • belachelijk zo duur als dat is1. m1) gek, dwaas2) nar3) loper [schaken]2. fou, fol, folleadj1) gek, krankzinnig3) enorm, groot4) wild [biologie]3. fou (de)adjdol verliefd, gek (op) -
30 avoir le diable au corps
avoir le diable au corpsvan de duivel bezeten zijn; 〈 figuurlijk〉dol, doorgeslagen zijn, geen rust in zijn lijf hebbenDictionnaire français-néerlandais > avoir le diable au corps
-
31 gesteld
1 [+ op][dol op] attaché (à)♦voorbeelden:1 gesteld zijn op iets • 〈 veel aan iets hechten〉 tenir à qc.; 〈 verzot zijn op iets〉 raffoler de qc.zeer gesteld zijn op iemand • être très attaché à qn.hoe is het gesteld met …? • comment va …?het is slecht met hem gesteld • il va malII 〈 bijwoord〉 -
32 gesteld
1 [in een bepaalde gesteldheid] 〈zie voorbeelden 1〉3 [aangewezen] appointed♦voorbeelden:het is er droevig mee gesteld • it's a sorry state of affairshoe is het gesteld met …? • how's …?, what's the news of …?2 zij zijn erop gesteld (dat) • they would like it (if), they are set on (…-ing)erg op comfort gesteld zijn • like one's comfortbeantwoorden aan de gestelde verwachtingen • come up to expectationsII 〈 bijwoord〉 -
33 Affe
Affe〈m.; Affen, Affen〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 ich bin doch nicht dein Affe! • ik moet toch niet naar jouw pijpen dansen!〈 informeel〉 seinem Affen Zucker geben • (a) zijn stokpaardje berijden; (b) aan een gebrek, gril toegevenjemanden zum Affen halten • iemand voor de aap houdeneinen Affen (sitzen) haben • een stuk in de kraag hebbenich denk(e), mich laust der Affe! • nu breekt mijn klomp! -
34 wild
adj. wild; woest; ongecontroleerd; kwaad; te keer gaan; stormachtig; niet natuurlijk--------adv. wild; ongecontroleerd; doelloos--------n. woestenij, wildernis; (vrije) natuur; (in het) wildwild1[ wajld]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; the; vaak meervoud〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————wild2〈 wildness〉3 onbeheerst ⇒ onstuimig, grillig, losbandig6 dol ⇒ gek, waanzinnig7 woest ⇒ woedend, razend♦voorbeelden:drive wild • gek makengo wild • gek wordenwild idea • fantastisch ideea wild guess • een gok/gissing in het wilde weg, zomaar een gokwild horses wouldn't get/drag it from/out of me! • voor geen geld ter wereld vertel ik hethe has sown his wild oats • hij is zijn wilde haren kwijtwild camping • vrij kamperenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 woest ⇒ enthousiast, dol♦voorbeelden:————————wild3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
35 carnassier
carnassier [kaarnaasjee],carnassière [kaarnaasjer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1 les animaux carnassiers • de roofdieren, de carnivorendent carnassière • scheurkiesun carnassier • roofdier, carnivoorune carnassière • scheurkies1. m (f - carnassière) 2. = carnassière; adj1) vleesetend, roof- -
36 närrisch
närrisch1 gek, dwaas ⇒ merkwaardig♦voorbeelden:3 auf etwas, jemanden närrisch, nach etwas, jemandem närrisch sein • dol op iets, iemand zijn -
37 uxorious
adj. trouw aan zijn vrouw[ ukso:riəs] 〈 uxoriousness〉 -
38 verdraaid
verdraaid11 [vervelend] sacré3 [van zijn plaats, uit zijn fatsoen gebracht] de travers4 [vals voorgesteld, toegepast] contrefait♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉1 [als krachtige bevestiging] rudement♦voorbeelden:————————verdraaid21 nom d'un chien!♦voorbeelden:1 wel verdraaid! • bon sang de bon sang!verdraaid! hij heeft gelijk • pardi! il a raison -
39 Narr
〈m.; Narren, Narren〉♦voorbeelden:jemanden zum Narren haben, halten • iemand voor de gek houdensich zum Narren machen • zich belachelijk maken〈 spreekwoord〉 Hoffen und Harren macht manchen zum Narren • hopen en wachten doet menigeen versmachten -
40 verrückt
verrückt3 buitengewoon, enorm♦voorbeelden:1 die Uhr spielt verrückt • de klok is van slag, het horloge is van de wijsder Chef spielt heute mal wieder verrückt • de baas heeft het vandaag weer op zijn heupen2 verrückt auf etwas sein • dol op, gek van iets zijn
См. также в других словарях:
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Willeke Alberti — (* 3. Februar 1945 in Amsterdam) ist eine niederländische Sängerin und Fernsehschauspielerin. Der Volkssänger Willy Alberti war ihr Vater. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia