-
1 barbaars
♦voorbeelden:het was barbaars koud • il faisait un froid de canard -
2 barbaars
♦voorbeelden: -
3 barbaars
-
4 barbaars
bárbaro; bárbaro; kruelDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > barbaars
-
5 barbaars
adj. barbarian, barbaric, savage, primitive; uncivilized; cruel -
6 barbaars
-
7 barbaars
grym -
8 barbaars
atroce, barbare, barbaresque, cruel, méchant -
9 barbaars
bárbaro; bárbaro; kruel -
10 het was barbaars koud
het was barbaars koud -
11 варварский
barbaars -
12 barbaric behavior
barbaars gedrag -
13 bárbaro
barbaars, BarbarijsDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > bárbaro
-
14 kruel
barbaars, wreed, wreedaardig -
15 bárbaro
barbaars, Barbarijs -
16 kruel
barbaars, wreed, wreedaardig -
17 barbaric
adj. barbaars[ ba:bærik] 〈 barbarically〉1 barbaars ⇒ ruw, onbeschaafd2 barbaars ⇒ wreed, wild♦voorbeelden: -
18 barbarian
adj. barbaars--------n. barbaar[ ba:beəriən] -
19 barbarize
v. barbaars maken, doen ontaarden, onbeschaafd maken, onbeschaafd worden; wreed maken, wreed worden (ook "barbarise")barbarize, barbarise[ ba:bərajz] -
20 варварский
adjgener. Spaans, barbaars, onmenselijk, woest
Страницы
- 1
- 2