-
61 aanvechten
♦voorbeelden: -
62 achtergrond
♦voorbeelden:1 de achtergronden van een conflict • the background to/of a disputede achtergrond van een schilderstuk • the background to/of a paintinghij mist een politieke achtergrond • he lacks any political background -
63 arbeidsconflict
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > arbeidsconflict
-
64 arbitreren
-
65 argumenteren
♦voorbeelden:1 argumenteren voor/tegen de kruisraketten • argue in favour of/against cruise missiles -
66 bijleggen
♦voorbeelden:1 als ik het zo verkoop, moet ik erop bijleggen • if I sell it like this, I lose (money) on itII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [goedmaken] settle♦voorbeelden:het bijleggen • make up1 [scheepvaart] lay to/by -
67 buiten kijf
buiten kijf -
68 buiten
buiten1〈 het〉————————buiten2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:hij woont buiten • he lives in the countrynaar buiten gaan • 〈 buitenshuis〉 go outside/outdoors; 〈 naar het platteland, de stad uit〉 go into the country/out of town; 〈 scheepvaart〉 put to seanaar buiten opengaan • open outwardshij ging zijn bevoegdheid te buiten • he exceeded his authorityzich te buiten gaan (aan) • overindulge (in)zich aan eten/drinken/roken te buiten gaan • eat/drink/smoke to excessvan buiten • from/on the outsidevan buiten komen • 〈 van het platteland〉 come from the country; 〈 van buiten naar binnen〉 come from outsidehulp/invloeden van buiten • outside help/influenceseen gedicht van buiten leren/kennen • learn/know a poem by heart————————buiten3〈 voorzetsel〉2 [niet betrokken bij] out of3 [behalve] except (for)4 [zonder] without♦voorbeelden:buiten gevaar • out of dangerhij was buiten zichzelf van angst/woede • he was beside himself with fear/angeriemand buiten gevecht stellen • put someone out of actionbuiten werking/gebruik • out of order/useer buiten blijven • stay out of itzich ergens buiten houden • stay out of somethinghij staat buiten alles • 〈 neemt nergens deel aan〉 he is always on the outside; 〈 is er niet bij betrokken〉 he's not involved't is buiten mijn medeweten gebeurd • it happened without my knowledgeik kan er niet/moeilijk buiten • I cannot do without ithij heeft de zaak buiten mij om beslist • he decided the matter without (consulting) me -
69 contesteren
-
70 daarover wordt nog getwist
daarover wordt nog getwistthat is still a moot point/in disputeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daarover wordt nog getwist
-
71 dat staat buiten kijf
dat staat buiten kijfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat staat buiten kijf
-
72 de achtergronden van een conflict
de achtergronden van een conflictthe background to/of a disputeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de achtergronden van een conflict
-
73 duur
duur1〈de〉1 [tijdruimte die iets beslaat] duration ⇒ length, 〈 met betrekking tot apparatuur〉 life, 〈 met betrekking tot gevangenisstraf, ambt〉 term2 [tijd dat men het ergens uithoudt] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:het geschil is al van lange duur • the dispute is of long standingvoor onbepaalde duur in staking gaan • strike for an indefinite periodop de lange duur • in the long run, finallyhet leven is kort van duur • life is short————————duur22 [zwaarwegend, bindend] solemn♦voorbeelden:dure gewoontes • expensive/luxurious habitseen duur hotel • an expensive/plush hotelaan de dure kant • on the pricey sideeen dure tijd • a period/time of high pricesdure vaklui • highly-paid craftsmendie auto is duur (in het gebruik) • that car is expensive to runde stookolie wordt weer duurder • heating oil is going up againhoe duur is die fiets? • how much is that bicycle?dat is te duur voor mij/me te duur • I can't afford itergens duur mee uit zijn • get a bad bargaineen dure plicht • a bounden duty3 dure mensen • chic/posh peoplehij gebruikt graag dure woorden • he likes to use big wordsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 onze duur betaalde/bevochten vrijheid • our dearly bought/hard-won freedomiets duur betalen • pay a high price for something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 pay dearly for something -
74 een geschil arbitreren
een geschil arbitrerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geschil arbitreren
-
75 een geschil bijleggen
een geschil bijleggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geschil bijleggen
-
76 een geschil bijleggen/beslechten
een geschil bijleggen/beslechtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geschil bijleggen/beslechten
-
77 een geschil hebben (met iemand)
een geschil hebben (met iemand)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geschil hebben (met iemand)
-
78 een twist bijleggen
een twist bijleggensettle a quarrel/disputeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een twist bijleggen
-
79 een zienswijze bestrijden/de echtheid van een document bestrijden
een zienswijze bestrijden/de echtheid van een document bestrijdenchallenge/dispute a view/the genuineness of a documentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zienswijze bestrijden/de echtheid van een document bestrijden
-
80 geschilpunt
См. также в других словарях:
dispute — [ dispyt ] n. f. • 1474; de disputer 1 ♦ Vx Discussion, lutte d opinions, sur un point de doctrine. ⇒ débat, discussion. Dispute par écrit. ⇒ polémique. 2 ♦ (XVIIe) Mod. Échange violent de paroles (arguments, reproches, insultes) entre personnes… … Encyclopédie Universelle
dispute — di‧spute [dɪˈspjuːt,ˈdɪspjuːt] noun 1. [countable, uncountable] HUMAN RESOURCES a serious disagreement between two groups of people, especially a disagreement between workers and their employers in which the workers take action to protest: • The… … Financial and business terms
dispute — dis·pute 1 /di spyüt/ vb dis·put·ed, dis·put·ing vi: to engage in a dispute disputing with management over contract terms vt: to engage in a dispute over disputing the correct application of the contract provision; esp: to oppose by argume … Law dictionary
dispute — DISPUTE. s. f. Débat, contestation. Grande dispute. Ils sont toujours en dispute. Avoir dispute ensemble. Avoir dispute contre quelqu un. Opiniâtre dans la dispute. La chaleur de la dispute. [b]f♛/b] Il se dit aussi Des actions publiques qui se… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
dispute — Dispute. s. f. Debat, contestation. Grande dispute. ils sont tousjours en dispute. avoir dispute ensemble. avoir dispute contre quelqu un. opiniastre dans la dispute. la chaleur de la dispute. Il se dit aussi des actions publiques qui se font… … Dictionnaire de l'Académie française
Dispute — Dis*pute , n. [Cf. F. dispute. See {Dispute}, v. i.] 1. Verbal controversy; contest by opposing argument or expression of opposing views or claims; controversial discussion; altercation; debate. [1913 Webster] Addicted more To contemplation and… … The Collaborative International Dictionary of English
dispute — [di spyo͞ot′] vi. disputed, disputing [ME disputen < OFr desputer < L disputare, lit., to compute, discuss, hence argue about < dis , apart + putare, to think: see PUTATIVE] 1. to argue; debate 2. to quarrel vt. 1. to argue or debate (a… … English World dictionary
Dispute — Dis*pute , v. t. 1. To make a subject of disputation; to argue pro and con; to discuss. [1913 Webster] The rest I reserve it be disputed how the magistrate is to do herein. Milton. [1913 Webster] 2. To oppose by argument or assertion; to attempt… … The Collaborative International Dictionary of English
disputé — disputé, ée (di spu té, tée) part. passé. Mis en dispute, en discussion. • Ces neuf années s écoulèrent avant que j eusse pris aucun parti touchant les difficultés qui ont coutume d être disputées entre les doctes, DESC. Méth. III, 7. Fig.… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
dispute — (v.) c.1300, from O.Fr. desputer (12c.) dispute, fight over, contend for, discuss, from L. disputare weigh, examine, discuss, argue, explain, from dis separately (see DIS (Cf. dis )) + putare to count, consider, originally to prune (see PAVE (Cf … Etymology dictionary
dispute — vb argue, debate, *discuss, agitate Analogous words: see those at DEBATE Antonyms: concede Contrasted words: *grant, allow dispute n *argument, controversy Analogous words: * … New Dictionary of Synonyms