-
1 deux-pièces
-
2 twee
deux -
3 Twee-Akren
Deux-Acren -
4 tweehonderd
deux cents -
5 twee
1 deux♦voorbeelden:twee februari • le deux févrierhoofdstuk twee • chapitre deuxom twee redenen • à double titrehet is twee uur • il est deux heuresjij en ik zijn twee! • toi et moi, ça fait deux!dat is zo zeker als tweemaal twee vier is • c'est aussi sûr que deux et deux font quatreiets in tweeën breken • casser qc. en deuxhij deed het in tweeën • il l'a fait en deux foiszij waren met hun tweeën • ils étaient deuxvan tweeën één • de deux choses l'uneeen twee voor Frans • un deux (sur dix) en français→ link=vers vers -
6 beide
1 [bijvoeglijk] les deux2 [zelfstandig]tous/toutes (les) deux♦voorbeelden:één van beide • l'un(e) ou l'autre -
7 dubbel
dubbel1〈 het〉♦voorbeelden:————————dubbel21 [algemeen] double♦voorbeelden:een dubbele betrekking • une double activitédubbel bier • bière forteeen dubbel(e) boord • un col de chemiseeen dubbele boterham • un sandwich (de pain de mie)een dubbele deur • 〈 twee vleugels〉 une porte à deux battants; 〈 twee achter elkaar〉 une double portedubbele exemplaren • exemplaires en doubleeen weg met dubbel spoor • une ligne à double voieeen deken dubbel leggen • mettre une couverture en doublehij ligt dubbel (van het lachen) • il se tord (de rire)het dubbele van de prijs • le double du prix→ link=bodem bodemII 〈 bijwoord〉1 [in tweeën, twee keer] (en) double2 [tweemaal] deux fois3 [in tweemaal zo hoge mate] deux fois plus♦voorbeelden:dubbel parkeren • stationner en double filedubbel en dwars • largementhij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregen • il a déjà reçu plus que sa part -
8 een
een11 un, une♦voorbeelden:een zijn met • faire corps avec————————een21 un, une♦voorbeelden:je bent me er (ook) een! • tu es un drôle de numéro!als er een is, die het kan, dan is hij het • s'il y en a un qui en est capable, c'est bien lui————————een3I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 un, une♦voorbeelden:dat is een! • et d'un(e)!elke stem is er een • chaque voix compteeen en dezelfde persoon • une seule et même personneniet één heeft er iets over gezegd • pas un(e) n'en a parléhet is bij enen • il est près d'une heureop één dag • le même jourtien tegen een dat • il y a gros à parier quehonderd tegen een! • je te le parie à cent contre un!een van tweeën • de deux choses l'uneeen van hen • l'un(e) d'entre eux (d'entre elles)een voor een • un(e) à un(e)de een nog mooier dan de ander • tous plus beaux les uns que les autres, toutes plus belles les unes que les autreseen een voor wiskunde • un un (sur dix) en mathsmen kan het ene doen en het andere niet laten • on peut faire les deuxde een of ander • quelqu'un(het) een en ander • des choses et d'autreswij hebben het een en ander besproken • nous avons abordé plusieurs sujetsniet om het een of ander • ce n'est pas pour direhet is het een of het ander • de deux choses l'une→ link=komen komenII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:bladzijde een • page unIII 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald]un, une2 [m.b.t. de hele soort]le, la3 [ongeveer] environ♦voorbeelden:1 een man, een vrouw, een kind • un homme, une femme, un(e) enfanteen meneer A. • un (certain) monsieur A.een uur of drie • environ trois heureseen duizend gulden • environ mille florins→ link=dag dag¶ het kost me een geld! • cela me coûte les yeux de la tête!een mensen dat er waren! • il y avait un monde fou!wat een mensen! • 〈 hoeveelheid〉 quelle foule!wat een geldverspilling! • quel gaspillage! -
9 gelijk
gelijk1〈 het〉♦voorbeelden:iemand gelijk geven • donner raison à qn.daar heb je gelijk in • tu as raisongelijk heb je • tu as bien raisonhet gelijk aan zijn kant hebben • avoir le droit de son côtéhij heeft gelijk dat hij klaagt • il a raison de se plaindregelijk krijgen • obtenir gain de causezijn gelijk willen halen • vouloir avoir raisonin zijn gelijk staan • être dans son droitiets in het gelijk brengen • arranger qc.iemand in het gelijk stellen • donner gain de cause à qn.————————gelijk21 [algemeen] égal2 [de juiste tijd aanwijzend] à l'heure juste♦voorbeelden:in gelijke mate • au même degréeen schim gelijk • semblable à un spectreop gelijke toon • sur un ton uniformemet gelijke wapenen strijden • combattre à armes égalesop gelijke wijze • de façon identiquehet is mij gelijk • cela m'est égaltwee maal twee is gelijk vier • deux fois deux font quatredie stenen liggen niet gelijk • ces pierres ne sont pas au même niveaugelijk zijn aan • être égal àgelijk aan • égal àgelijk van humeur • d'humeur égalealle burgers zijn voor de wet gelijk • tous les citoyens sont égaux devant la loiII 〈 bijwoord〉2 [gelijkelijk] également3 [op hetzelfde punt] ensemble4 [tegelijk] en même temps♦voorbeelden:5 kom je gelijk even bij me langs? • tu passes tout de suite chez moi?————————gelijk3〈 voegwoord〉2 [Algemeen Zuid-Nederlands][om het even] n'importe♦voorbeelden: -
10 samen
1 [algemeen] ensemble2 [bij elkaar gerekend] au total♦voorbeelden:zij hebben ruzie samen • ils se disputentzij hebben samen een geheim • ils ont un secretzich samen verzetten tegen iets, iemand • faire bloc contre qc., qn.nu wij hier samen zijn, wil ik … • maintenant que nous sommes réunis, j'aimerais …goedenavond samen • bonsoir tout le mondesamen is dat 21 gulden • au total ça fait 21 florins -
11 tweetjes
♦voorbeelden:met z'n, met ons tweetjes • tous, toutes les deuxmet ons tweetjes • tous, toutes les deux -
12 uur
♦voorbeelden:uren in de rondte wist men ervan • à des lieues à la ronde, on était au couranthet uur van de waarheid is aangebroken • l'heure de vérité a sonnéeen half uur • une demi-heureom het half uur gaat er een trein • il y a un train toutes les demi-heuresop het halve uur • à la demieop het hele uur • à l'heurehet nachtelijk uur • la nuitop een vergevorderd uur • à une heure avancée de la nuiteen vol uur • une heure entièreuren maken • faire de longues heureshet is een uur rijden • c'est à une heure de routetwee uur gaans • deux heures de cheminnog maar een uurtje • plus qu'une petite heureruim een uur • une bonne heureze stonken een uur in de wind • ils empestaient à une lieue à la rondena een uur • au bout d'une heureover een uur • dans une heureper uur • à l'heurewij geven op deze school uren van 45 minuten • dans notre lycée nous donnons des cours de 45 minutesvan uur tot uur • d'heure en heurehet is 12 uur geweest • il est midi sonnéacht uur per dag werken • travailler huit heures par jourhet is drie uur • il est trois heureswat hebben jullie het tweede uur? • qu'est-ce que vous avez à la deuxième heure?in dit artikel zit twintig uur werk • cet article représente vingt heures de travailom vijf uur precies • à cinq heures sonnantesuren en uren zat hij voor zijn werktafel • il restait assis à son bureau des heures duranthet uur U • l'heure Heen uur of twee • environ deux heuresrond een uur of twee • vers deux heures -
13 beide
1. vntous/toutes (les) deux, l'un(e) et l'autre2. bn -
14 dubbel
-
15 samen
-
16 ander
ander11 [de, het tweede] autre⇒ second, deuxième2 [niet dezelfde] autre⇒ nouveau (nouvel, nouvelle)♦voorbeelden:de andere dag • le lendemainom de andere keer • une fois sur deuxeen en ander maal • à plusieurs reprisesten anderen male • pour la deuxième fois(de) een of andere voorbijganger • quelque passantde andere week • la semaine prochaineom de ander • alternativementvan de ene dag op de andere • d'un jour à l'autreeen andere maal • une autre fois————————ander22 [zaak] d'autres♦voorbeelden:voor hem tien anderen • un de perdu, dix de retrouvésmaak dat een ander wijs! • à d'autres!→ link=een een -
17 bij paren
bij paren -
18 bij
bij1〈de〉♦voorbeelden:————————bij21 [bij kennis] conscient2 [gelijk] à jour3 [van alles op de hoogte] à la page♦voorbeelden:het koren staat er best bij • le blé promet une riche moissonom en(de) bij • environten naasten bij • à peu de chose près————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van; m.b.t. een raken aan, bereiken] près de3 [m.b.t. een meevoeren] avec4 [voor, in tegenwoordigheid van] à⇒ auprès de5 [gedurende, onder] par⇒ à6 [gelijktijdig met] à⇒ lors de7 [in geval van] en cas de8 [wegens; m.b.t. een omstandigheid, in eden en verzekeringen] par♦voorbeelden:1 iets bij de hand hebben • avoir qc. sous la mainbij een kruispunt komen • arriver à un carrefourbij het raam • à la fenêtrebij het stadhuis • près de l'hôtel de villebij de wind zeilen • naviguer près du vent〈 figuurlijk〉 iets er(gens) bij halen • mêler qc. à qc.ik woon hier vlak bij • j'habite tout près d'icihet is bij zessen • il est près de six heuresdat is bij de boeren zo de gewoonte • c'est la coutume chez les paysansbij familie logeren • loger chez des parentsiets bij zich hebben • avoir qc. sur soizij had haar dochter bij zich • elle était avec sa filleinlichtingen bij een loket inwinnen • se renseigner à un guichetbij zichzelf zeggen • se dire (tout bas)bij tijden • de temps en tempsbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuit6 bij deze bekentenis bloosde hij • à cet aveu, il rougitbij een glas wijn iets bespreken • discuter de qc. autour d'un verre de vin10 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • que vaut-il à côté d'un poète comme Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • la pièce mesure 6 mètres sur 511 iets bij het gewicht verkopen • vendre qc. au poidsbij paren • deux par deuxde mensen kwamen bij duizenden toelopen • les gens vinrent par milliers¶ wat drink je bij het eten? • que bois-tu en mangeant?heb je iets bij de koffie? • as-tu qc. à servir avec le café?bij een mening blijven • persister dans une opinionsoort bij soort leggen • trierik was niet bij de vergadering • je n'ai pas assisté à la réunionbij elkaar zijn het er 20 • il y en a 20 en touthet er niet bij laten • ne pas en rester làik ben er toch zeker zelf bij • je suis majeur et vaccinéer mag nog wel wat bij • un peu plus ne fera pas de torter moet geld bij • il va falloir ajouter de l'argent -
19 cent
♦voorbeelden:ik zing niet tweemaal (geen twee liedjes) voor één cent • une fois, ça va, deux fois, c'est tropzonder een cent neer te tellen • sans débourser un souhij zou een cent in tweeën bijten • il tondrait un oeuf2 iemand voor geen cent vertrouwen • ne pas faire confiance à qn. pour un soudat deugt voor geen cent • 〈 ondeugdelijk〉 ça ne ressemble à rien; 〈 niet pluis〉 ça ne me dit rien de bongeen cent om iemand, iets geven • n'attacher aucune valeur, aucun prix à qn., qc.ik geef geen cent voor dat boek • je ne donne pas deux sous de ce livrehij is geen cent rijk • il n'a pas un souik ben er geen cent wijzer van geworden • je n'y ai rien gagnébulken van de centen • rouler sur l'orcenten zat hebben • en avoir plein les pocheshij heeft centen • il a de quoihij doet het alleen om de centen • il fait ça uniquement pour l'argentom de centen trouwen • faire un mariage d'argenterg op de centen zijn • être près de ses soushij zou op een (halve) cent doodvallen • il tondrait un oeufzonder een cent zitten • être sans le sou -
20 dat is zo zeker als tweemaal twee vier is
dat is zo zeker als tweemaal twee vier isDeens-Russisch woordenboek > dat is zo zeker als tweemaal twee vier is
См. также в других словарях:
deux — deux … Dictionnaire des rimes
deux — [ dø ] adj. numér. inv. et n. • dous, deuxXIIe; lat. duos, accus. m. plur. de duo I ♦ Adj. numér. card. [ døz ] devant un mot commençant par une voyelle, [ dø ] dans les autres cas. Nombre entier naturel équivalant à un plus un (2, II). ⇒ bi , di … Encyclopédie Universelle
deux — DEUX. adject. Nombre qui double l unité. Deux hommes. Deux femmes. Deux à deux. Deux à la fis. Deux fois autant. De deux jours en deux jours. De deux jours l un. Je les ai vus tous deux ensemble.Deux, est quelquefois substantif. Un deux de… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
deux — DEUX. adj. Nombre qui double l unité. Deux hommes. deux femmes. deux à deux. deux à la fois. deux fois autant. de deux jours en deux jours. je les ay veus tous deux ensemble. les deux yeux. les deux oreilles. Deux, est quelquefois substantif. Un… … Dictionnaire de l'Académie française
deux — Deux, Duo. Deux à deux, Bini. Deux à la fois, Bini. Tout deux, Vterque. Deux fois autant, Dupla pars, Bis tanto. Deux fois autant que, etc. Duplicia quam numerus seruorum exigit. Deux fois plus grand, Duplo maior, Altero tanto maior. Je l ay… … Thresor de la langue françoyse
Deux en un — Pour l’article homonyme, voir Deux en un (film, 2007) . Deux en un (Stuck on you) est un film américain réalisé par Peter et Bobby Farrelly, sorti en 2003. Sommaire 1 Synopsis … Wikipédia en Français
Deux de cœur — Classement dans un jeu de 52 cartes … Wikipédia en Français
deux — s.n. (în pas de deux) v. adagio (2). (Parte dintr o) compoziţie muzicală care se cântă într un tempo lent. ♦ Prima parte lentă, executată de doi solişti, într un balet clasic ( pas de deux ). [DEX 96] Trimis de gall, 04.03.2009. Sursa: Neoficial … Dicționar Român
deux — see FOLIE À DEUX … Medical dictionary
deux — deux, deux ans see deuce1, deusan … Useful english dictionary
Deux — (franz., spr. dö), zwei; d. à d., je zwei; à d. mains, für beide Hände passend, zum Doppelgebrauch … Meyers Großes Konversations-Lexikon