-
1 be run down
depressief zijn, verdrietig zijn -
2 depressive
adj. depressief, neerslachtig--------n. depressief, neerslachtig[ dipressiv]1 depressief ⇒ neerslachtig, terneergeslagen -
3 manic-depressive
-
4 cheer up
opmonteren, iemand opvrolijken, iemand geruststellen, iemand helpen zich minder depressief of bezorgd te voelencheer upopmonteren, opvrolijken -
5 down
n. Down (johan lengdon hayden, engelse dokter,down syndroom een ziekte genoemd naar zijn naam)down1[ daun]♦voorbeelden:¶ have a down on someone • de pest/een hekel hebben aan iemand1 dons ⇒ haartjes, veertjesIII 〈meervoud; Down〉♦voorbeelden:1 the North/South Downs • de noordelijke/zuidelijke heuvelrug in Zuid-Engeland————————down21 neergaand ⇒ naar onder/beneden leidend2 beneden♦voorbeelden:2 it's 7.030, but no one is down yet • het is 7.30, maar er is nog niemand beneden¶ cash down • contante betaling, handje contantjedown payment • contante betaling————————down3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 down an aeroplane • een vliegtuig neerschieten/halen————————down4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:bend down • bukken, vooroverbuigencome down (in life) • aan lager wal (ge)rakenthe sun goes down • de zon gaat ondergo down (south) • naar het zuiden trekkengo down in price • goedkoper wordengo down three to one • met drie-een verliezenkeep down • onder de duim houden, onderdrukkenkeep down one's food • zijn eten binnenhoudenput down in writing • opschrijventhe wind went/died down • de wind ging liggenup and down • op en neerdown on your knees! • op de knieën!down with the president! • weg met de president!down! • liggen!, koest!, af! 〈 tegen hond〉go down to the country • het platteland bezoekentrack someone down • iemand opsporen〈 Amerikaans-Engels〉 down south • in/naar de zuidelijke staten¶ eight down and two to go • acht gespeeld, nog twee te spelendeep down inside, down under • in zijn binnenstedown under • bij de tegenvoeters, in Australië en Nieuw-Zeeland————————down5〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:roll down (the) hill • (van) de berg (af)rollendown (the) river • de rivier af, verder stroomafwaartsdown South • zuidwaarts, in het zuidenhe went down the street • hij liep de straat doordown town • de stad in, in het centrum -
6 grief-stricken
-
7 low
adj. laag; zwak; neerslachtig; diep; goedkoop; grof--------adv. laag; op lage toon; minderwaardig; raakt op--------n. gebied van lage luchtdruk; dieptepunt; laagterecord; iets laags--------v. loeien, bulkenlow1[ loo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————low2〈 lowness〉1 laag ⇒ niet hoog, niet intensief♦voorbeelden:low gear • lage versnellinglow grade • lage kwaliteit, laag gehalte/percentage 〈 vaak attributief〉low point • minimum, dieptepuntlow tide • laagwater, eblow water • laag water, laagtij 〈 in een rivier〉at lowest • op z'n laagstlow comedy • kluchtkeep a low profile • zich gedeisd/op de achtergrond houdenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉3 zwak ⇒ slap, futloos♦voorbeelden:————————low3〈 werkwoord〉————————low4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:play low • laag/voor kleine bedragen spelen4 be/get/run low • op raken, bijna op zijn -
8 melancholic
adj. zwaarmoedig, melancholisch, depressief, triest[ mellənkollik] -
9 melancholy
adj. melancholisch, zwaarmoedig, neerslachtig, droefgeestig, depressief--------n. melancholiemelancholy1[ mellənkəlie] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————melancholy2 -
10 morbid
-
11 depressional
adj. zwaarmoedig; depressief -
12 downcastly
adv. depressief, neerslachtig -
13 gloomily
adv. mistroostig, somber, depressief -
14 melancholiness
n. het melancholiek zijn, het ongelukkig zijn, toestand van depressief zijn -
15 oppressed
adj. depressief, onderdrukt -
16 tanked
adj. dronken, zat, bezopen, onder de invloed van alcohol (Slang); depressief, niet samenwerkend door slecht functioneren of een inzinking, buiten werking (Computers)
См. также в других словарях:
Kathleen Aerts — bei einem Auftritt mit der Ketnetband … Deutsch Wikipedia