-
1 charme
charme [sĵaarm]〈m.〉1 bekoring ⇒ aantrekkelijkheid, charme2 betovering ⇒ ban, tovermiddel4 haagbeuk♦voorbeelden:c'est ce qui en fait le charme • dat is het aantrekkelijke ervanse porter comme un charme • in blakende gezondheid verkerenêtre sous le charme de qn. • in iemands ban zijnm1) aantrekkelijkheid, charme2) betovering3) haagbeuk -
2 c'est ce qui en fait le charme
c'est ce qui en fait le charmeDictionnaire français-néerlandais > c'est ce qui en fait le charme
-
3 chanteur de charme
chanteur de charme -
4 faire du charme à qn.
faire du charme à qn. -
5 le charme est rompu
le charme est rompu -
6 se porter comme un charme
se porter comme un charmeDictionnaire français-néerlandais > se porter comme un charme
-
7 subir le charme de qn.
subir le charme de qn. -
8 une femme irrésistible par son charme
une femme irrésistible par son charmeDictionnaire français-néerlandais > une femme irrésistible par son charme
-
9 être charmé de
être charmé dehet plezierig, aangenaam vinden om -
10 être sous le charme de qn.
être sous le charme de qn.Dictionnaire français-néerlandais > être sous le charme de qn.
-
11 chien
chien1 [sĵjẽ]〈m.〉♦voorbeelden:chien de chasse • jachthondchien de garde • waakhondchien de temps, temps de chien • hondenweerchien courant • jachthond(la rubrique des) chiens écrasés • de gemengde berichtenfaire le jeune chien, être bête comme un jeune chien • zo dartel zijn als een jonge hondattention! chien méchant! • pas op voor de hond!garder à qn. un chien de sa chienne • nog een appeltje met iemand te schillen hebbenn'être pas bon à jeter aux chiens • het aankijken niet waard zijn〈 spreekwoord〉 qui veut noyer son chien l'accuse de la rage • als men een hond wil slaan, kan men licht een stok (knuppel) vindenporter des chiens • een pony dragense regarder en chiens de faïence • elkaar stilzwijgend zitten uit te dagenmalade comme un chien • zo ziek als een honds'entendre, vivre comme chien et chat • als kat en hond levennager comme un chien de plomb • zinken als een baksteenen chien de fusil • met opgetrokken knieën————————chien2 [sĵjẽ],chienne [sĵjen]1. m1) hond2) elegantie, charme, sex-appeal3) haan [geweer]2. chien/chienneadj1) gemeen, hardvochtig2) gierig, zuinig -
12 magie
magie [maazĵie]〈v.〉1 toverij ⇒ hekserij, toverkunst2 betovering ⇒ bekoring, charme♦voorbeelden:magie noire • zwarte kunst, hekserijcomme par magie • als bij toverslagf1) toverij, toverkunst2) betovering, charme -
13 chanteur
chanteur [sĵãtur],chanteuse [sĵãteuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:oiseaux chanteurs • zangvogelsm (f - chanteuse)zanger/-eres -
14 charmer
charmer [sĵaarmee]〈 werkwoord〉1 fascineren ⇒ betoveren, boeien, in verrukking brengen♦voorbeelden:1 être charmé de • het plezierig, aangenaam vinden omv1) fascineren, betoveren2) bezweren [slang] -
15 ensorcellement
ensorcellement [ãsorselmã]〈m.〉3 betovering ⇒ fascinatie, onweerstaanbare verleiding, charmem1) tovenarij2) betovering -
16 irrésistible
-
17 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
18 séducteur
séducteur [seeduuktur],séductrice [seeduuktries]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:m (f - séductrice)verleider/-dster -
19 subir
subir [suubier]〈 werkwoord〉1 ondergaan ⇒ verduren, (ver)dragen♦voorbeelden:subir des dégâts • schade lijdenfaire subir la torture à qn. • iemand folterenfaire subir une interrogation à qn. • iemand overhorenv1) ondergaan, verduren2) dulden -
20 envoûtement
envoûtement [ãvoetmã]〈m.〉2 betovering ⇒ onweerstaanbare charme, fascinatie, bekoring♦voorbeelden:1 figurine d'envoûtement • toverbeeldje, voodoopopformules d'envoûtement • bezweringsformules
- 1
- 2
См. также в других словарях:
charme — 1. (char m ) s. m. 1° Effet prétendu d un art magique qui change l ordre naturel. • Le charme se rompit ; le pilote vit le rivage tel qu il était, FÉN. Tél. IX. • .... Un charme ordinaire a trop peu de pouvoir Sur les spectres parlants qu… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Charme (Homonymie) — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom … Wikipédia en Français
Charme — (deutsch gelegentlich auch Scharm) (Subst. von französisch charmer ‚faszinieren‘, ‚entzücken‘, ‚bezaubern‘; ursprüngl. lateinisch carmen ‚Lied‘, ‚Gedicht‘ oder ‚Gesang‘, auch lateinisch carminare ‚verzaubern‘) wird im deutschen… … Deutsch Wikipedia
Charmé — Town hall … Wikipedia
Charme Commun — Charme commun … Wikipédia en Français
Charme fastigié — Charme fastigié … Wikipédia en Français
Charme, Wisconsin — Unincorporated community … Wikipedia
Charme (Begriffsklärung) — Charme kann bedeuten: Charme – Eigenschaft einer Person La Charme, Gemeinde im Departement Jura Le Charme, Gemeinde im Departement Loiret Charmé (Charente), Gemeinde im Departement Charente Charm Quark, ein Quark Charme (Musik), eine… … Deutsch Wikipedia
charmé — charmé, ée (char mé, mée) part. passé. 1° Affecté d un charme. • Les forêts charmées par Armide.... Il faut que l enfer d un étrange nuage De ma raison charmée ait offusqué l usage, ROTR. Bélis. V, 8. 2° Attiré, séduit. • Nos yeux… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Charme — [ʃarm] der; s; nur Sg; 1 der reizvolle, positive Eindruck, den eine Person oder Sache auf jemanden macht <der Charme einer Frau, einer Stadt; bezaubernder, unwiderstehlicher, weiblicher Charme; Charme ausstrahlen; (viel) Charme haben> 2… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Charme Hotel Guarujá — (Гуаружа,Бразилия) Категория отеля: 3 звездочный отель Адрес: Rua Peru, 60, Гуа … Каталог отелей