-
1 corrigeren
♦voorbeelden:1 werkloosheidscijfers corrigeren voor seizoensinvloeden • adjust unemployment figures for seasonal changes -
2 corrigeren
-
3 corrigeren
исправлять; поправлять; корректировать; поправить, исправить; править ( (с)(про)корректировать)* * *(d)исправлять, поправлять, вносить поправки; drukk. корректировать* * *гл.общ. исправлять, корректировать, поправлять -
4 corrigeren
korrigieren -
5 corrigeren
v. correct, revise -
6 corrigeren
ww -
7 corrigeren
• to correct -
8 corrigeren
düzeltmek [-ir] v -
9 corrigeren
corriger, rectifier, redresser -
10 corrigeren
korigí -
11 drukproeven corrigeren
drukproeven corrigerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > drukproeven corrigeren
-
12 werkloosheidscijfers corrigeren voor seizoensinvloeden
werkloosheidscijfers corrigeren voor seizoensinvloedenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > werkloosheidscijfers corrigeren voor seizoensinvloeden
-
13 verbeteren
I.verbessernII.[corrigeren]berichtigenIII.[corrigeren]korrigierenIV.[salaris, pensioen, talenkennis]aufbessern -
14 исправлять
v1) gener. bijspijkeren, boeten, herstellen (ошибку и т.п.), beteren, corrigeren, goedmaken, korrigeren, ongedaan maken, rectificeren, verbeteren2) liter. oplappen (дела и т.п.) -
15 корректировать
vgener. corrigeren, korrigeren -
16 поправлять
vgener. goedmaken, herstellen, rectificeren, verbeteren, bijspijkeren, corrigeren, korrigeren, verhelpen -
17 herstellen
1 [repareren; corrigeren] réparer2 [m.b.t. wat verstoord is] rétablir3 [weer in vorige toestand brengen] remettre (en état)♦voorbeelden:een jas herstellen • raccommoder un manteaude vrede herstellen • restaurer la paix3 iemand in zijn ambt herstellen • réinstaller qn. dans ses fonctionsalles werd in de oude staat hersteld • tout fut remis dans le même état qu'auparavant¶ de Heer Blaak, herstel: Braak • monsieur Blaak, pardon: Braak1 [weer gezond worden] se remettre♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich herstellen〉1 [m.b.t. zaken] se rétablir2 [m.b.t. personen] se ressaisir♦voorbeelden: -
18 nakijken
1 [kijken naar] suivre des yeux2 [controleren, nazien] vérifier3 [corrigeren] corriger♦voorbeelden:hij had het nakijken • il fut de la revuehet nakijken • la vérificationlaat je eens nakijken! • il faut te faire soigner! -
19 nazien
-
20 verbeteren
1 [algemeen] améliorer2 [corrigeren] corriger♦voorbeelden:het onderwijs verbeteren • améliorer la qualité de l'enseignementeen record verbeteren • améliorer un recordverbeter de wereld, begin bij jezelf • si tu veux changer le monde, commence par te changer toi-même¶ iemand iets verbeteren • faire mieux que qn.1 [beter worden] s'améliorer♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
korrigieren — Vsw std. (14. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. corrigere. Ebenso nndl. corrigeren, ne. correct, nfrz. corriger, nschw. korrigera, nnorw. korrigere; korrekt. lateinisch l … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache