-
1 condenseren
-
2 condenseren
-
3 condenseren
конденсировать; сгущать; уплотнять* * *гл.общ. конденсировать, сгущать, уплотнять -
4 condenseren
kondensáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > condenseren
-
5 condenseren
v. condense, reduce from a gas to a liquid; make denser, compress -
6 condenseren
-
7 condenseren
• to condensate -
8 condenseren
-
9 condenseren
kondensá -
10 zich condenseren
v. condense -
11 kondensá
condenseren [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > kondensá
-
12 to condensate
condenseren -
13 kondensá
condenseren [v] -
14 condenser
condenser [kõdãsee]1 condenseren ⇒ verdichten, indampen2 inkorten ⇒ uiterst beknopt uitdrukken, samenvatten1. v1) condenseren, verdichten2) inkorten, samenvatten2. se condenservcondenseren, neerslaan -
15 конденсировать
vgener. verdichten, condenseren -
16 сгущать
-
17 уплотнять
vgener. condenseren, verdikken -
18 condense
-
19 precipitate
adj. steil; haastig; onbezonnen--------n. precipiteren; storting; aparte stof--------v. neerslaan, bezinken; (neer)storten, (neer)werpenprecipitate1[ prissippittət] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————1 overhaast ⇒ onbezonnen, plotseling————————precipitate3[ prissippitteet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 her death precipitated him into a state of total indifference • haar dood stortte hem in een toestand van totale onverschilligheid -
20 condensable
adj. te condenseren
- 1
- 2
См. также в других словарях:
kondensieren — Vsw verflüssigen, verdichten per. Wortschatz fach. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. condēnsāre verdichten, zusammenpressen , Präfixableitung mit l. con aus l. dēnsus dicht . Abstraktum: Kondensation. Ebenso nndl. condenseren, ne. condense … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache