-
101 hij was helemaal van de wijs
hij was helemaal van de wijsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij was helemaal van de wijs
-
102 hij was totaal verbijsterd door de schok
hij was totaal verbijsterd door de schokVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij was totaal verbijsterd door de schok
-
103 hij was volkomen overrompeld
hij was volkomen overrompeldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij was volkomen overrompeld
-
104 hij weet van voren niet dat hij van achteren leeft
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij weet van voren niet dat hij van achteren leeft
-
105 hij zat daar met een onverschillig gezicht
hij zat daar met een onverschillig gezichthe sat there looking completely indifferent/unconcernedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zat daar met een onverschillig gezicht
-
106 hij zit helemaal ingekapseld in zijn eigen denkwereld
hij zit helemaal ingekapseld in zijn eigen denkwereldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zit helemaal ingekapseld in zijn eigen denkwereld
-
107 iets totaal anders
iets totaal andersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets totaal anders
-
108 iets totaal vergeten
iets totaal vergetenforget something entirely, completely forget somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets totaal vergeten
-
109 ik heb/ben het Frans geheel verleerd
ik heb/ben het Frans geheel verleerdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik heb/ben het Frans geheel verleerd
-
110 ik was het compleet vergeten
ik was het compleet vergetenI clean/completely forgot (it)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik was het compleet vergeten
-
111 in het vergeetboek geraakt zijn
in het vergeetboek geraakt zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in het vergeetboek geraakt zijn
-
112 in zijn nieuwe baan moest hij zich helemaal omschakelen
in zijn nieuwe baan moest hij zich helemaal omschakelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in zijn nieuwe baan moest hij zich helemaal omschakelen
-
113 inbouwen
♦voorbeelden:een radio met ingebouwde luidspreker • a radio with a built-in speakerdie toren is ingebouwd • that tower is an integral part of the buildingveiligheidsmaatregelen inbouwen • build in safety measures -
114 inkapselen
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ze hebben zich door de politici laten inkapselen • they have been hedged in by the politicians〈 figuurlijk〉 hij zit helemaal ingekapseld in zijn eigen denkwereld • he is completely wrapped up in his own thoughts -
115 insluiten
1 [bijsluiten] enclose♦voorbeelden:2 het plein wordt geheel ingesloten door kantoorflats • the square is completely surrounded by office blocks3 de inbreker liet zich insluiten • the burglar let himself be shut/locked inin een vloeistof ingesloten gasbellen • gas bubbles entrapped in a liquid -
116 kant
1 [weefsel] lace4 [grensvlak van een lichaam] side ⇒ face, surface, 〈 figuurlijk〉 aspect, 〈 figuurlijk〉 facet, 〈 figuurlijk〉 angle, 〈 figuurlijk〉 view6 [plaats waar twee vlakken samenkomen] edge7 [richting] way, direction8 [plaatsbepaling met betrekking tot een scheidslijn; helft van het lichaam] side9 [deel/uiteinde van een gebied/lichaam] side, end10 [partij, kamp] side, part(y)♦voorbeelden:gekloste kant • bobbin laceopengewerkte kant • openwork laceaan de kant ! • step aside!aan de kant gaan rijden • pull inaan de kant gaan staan • stand/step asidezijn auto aan de kant zetten • pull up/over〈 figuurlijk〉 iemand aan de kant zetten • push someone out; 〈 informeel〉 give someone the push/shoveaan de kant van de weg • at the side of the road, by the roadsidelangs de kant blijven staan • stay on the sideline(s)het schip ligt aan/voor de kant • the ship is moored/berthednaar de kant komen • swim ashoreop de kant klimmen • climb ashoreiemand van de kant afduwen • push someone inzich van zijn goede kant laten zien • show one's good sidede goede kant van een zaak • the positive side of somethingiemands sterke/zwakke kanten • someone's strong/weak pointsde vlakke kant van een plank • the face of a plank〈 figuurlijk〉 aan de ene kant wel, aan de andere kant niet • on the one hand yes, on the other (hand), no; yes and nodeze kant boven • this side upiets op zijn kant zetten • put something on its sidehet gaat met hem de verkeerde kant op • he's going to the bad; 〈 bij ziekte〉 he's taken a turn for the worsedeze kant op, alstublieft • this way, pleasedat is de kant van Haarlem op • that's out towards Haarlem, that's out Haarlem wayvan alle kanten • left and right, on all sidesgeen kant meer op kunnen • have nowhere (left) to goik sta aan jouw kant • I'm on your sideiemand aan zijn kant krijgen • win someone over to one's sidevan die kant hebben we niets te vrezen • we have nothing to fear from that quarterde liefde kan niet van één kant komen • love must be a two-sided affairdat hoor je van alle kanten • that's what you hear on all sideswantrouwen van de kant van de bevolking • distrust on the part of the public11 familie van vaders/moeders kant • relatives on one's father's/mother's sidehij is aan de kleine kant • he is on the short sidevan de verkeerde kant zijn • be of the other persuasionwij van onze kant • (we) for our partiets aan kant maken • tidy something upiets niet over zijn kant laten gaan • not take something (lying down)zich/iemand van kant maken • do oneself/someone in, do away with oneself/someone〈 informeel〉 dat klopt van geen kanten • that's all/completely wrong -
117 kwaad
kwaad1〈 het〉♦voorbeelden:hij doet geen vlieg kwaad • he wouldn't hurt a flyvan geen kwaad weten • be completely innocentik zie daar geen kwaad in, daar steekt geen kwaad in • I don't see any/there's no harm in thatvan kwaad tot erger vervallen • go from bad to worsekwaad stichten • do harm/damagehet kwaad was al geschied • the damage had already been donedat kan geen kwaad • it can't do any harmzij bedoelt daar geen kwaad mee • she doesn't mean any harmvan twee kwaden de minste kiezen • choose the lesser of two evils————————kwaad23 [boos] angry♦voorbeelden:het was lang niet kwaad • that wasn't (at all) badhet te kwaad krijgen • be overcome (by); 〈 emoties〉 break down; 〈 in 't nauw gedreven〉 be hard pressed2 ze bedoelde er niets kwaads mee • she meant no harm/offencehet is niet kwaad bedoeld • that isn't/wasn't meant badlyzich kwaad maken, kwaad worden • get angryiemand kwaad maken • make someone angryhij wordt snel/niet snel kwaad • he has a quick/slow tempervreselijk kwaad • hopping madkwaad zijn op/om iemand/iets • be angry at/with someone/at/about something¶ aan hem heb je een kwaaie • he's a nasty/ugly customerII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:hij is de kwaadste niet • he's not a bad guy -
118 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
119 levend
♦voorbeelden:het er levend (van) afbrengen • escape with one's lifeiemand levend verbranden • burn someone alive -
120 macht
4 [invloed] power5 [mogendheid] power6 [wiskunde, meetkunde] power7 [kracht] power8 [leger, troepen, ook in samenstellingen] force(s)♦voorbeelden:de gevestigde macht • the Establishmentuit de ouderlijke macht ontzet worden • be deprived of parental rights(naar) de macht grijpen • (attempt to) seize powerveel macht hebben • have a lot of/great powerde macht in handen hebben/krijgen/nemen • have/get/take power; 〈 nemen ook〉 assume power/controlde macht ligt bij het volk • the power rests with the peoplede macht aan iemand overdragen • hand over power to someonede macht overnemen • assume poweraan de macht komen/zijn/brengen • come into/be in/bring to poweriemand in zijn macht hebben • have someone in one's powergeen macht hebben over iemand • have no power/control over someonede macht over het stuur verliezen • lose control of the wheeleen hogere macht • a higher powerde openbare macht • the public authoritiesrechterlijke macht • the judicial branch, the judiciaryde uitvoerende/wetgevende macht • the executive/legislative branchde wereldlijke/kerkelijke macht • the secular/ecclesiastical authorities/power(s)de drie machten in een staat • the three branches of governmentde vierde macht • the bureaucracyde macht hebben om … • have the power to …iemand de macht verlenen om iets te doen • authorize someone to do something(niet) bij machte zijn om … • (not) be able/in a position to …dat gaat boven mijn macht • that is beyond my powermet/uit alle macht • with all one's strength4 helemaal in iemands macht zijn • be completely in someone's sway/power6 3 tot de macht 3 • 3 to the power of 3/to the third powereen getal tot de vierde macht verheffen • raise a number to the fourth power
См. также в других словарях:
Completely — may refer to: Completely (Diamond Rio album) Completely (Christian Bautista album) This disambiguation page lists articles associated with the same title. If an internal link led you here, you may wish to … Wikipedia
Completely — Com*plete ly, adv. In a complete manner; fully. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
completely — index fairly (clearly), in toto, wholly Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
completely — 1520s, from COMPLETE (Cf. complete) + LY (Cf. ly) (2) … Etymology dictionary
completely — [adv] entirely absolutely, all the way*, altogether, competently, comprehensively, conclusively, effectively, en masse, exclusively, exhaustively, extensively, finally, from A to Z*, from beginning to end*, fully, heart and soul*, hook line and… … New thesaurus
completely — ► ADVERB ▪ totally; utterly … English terms dictionary
completely — com|plete|ly W2S1 [kəmˈpli:tli] adv to the greatest degree possible = ↑totally ▪ I completely forgot that it was his birthday yesterday. ▪ He had never completely recovered from his illness. ▪ a completely new range of low cost computers ▪ I m… … Dictionary of contemporary English
completely — adverb 1. to a complete degree or to the full or entire extent ( whole is often used informally for wholly ) (Freq. 37) he was wholly convinced entirely satisfied with the meal it was completely different from what we expected was completely at… … Useful english dictionary
completely — com|plete|ly [ kəm plitli ] adverb *** 1. ) if something is done completely, every part of it is done 2. ) used for emphasis: Doctors said the operation was completely successful. Ellen s suggestion took us completely by surprise … Usage of the words and phrases in modern English
completely — adverb in every way; totally: I completely forgot that it was his birthday yesterday. (+ adj/adv): She was bored with work and wanted to do something completely different. | I felt completely relaxed … Longman dictionary of contemporary English
completely */*/*/ — UK [kəmˈpliːtlɪ] / US [kəmˈplɪtlɪ] adverb 1) used for emphasis Doctors said the operation was completely successful. Ellen s suggestion took us completely by surprise. 2) if something is done completely, every part of it is done … English dictionary