-
1 camion
camion [kaamjõ]〈m.〉♦voorbeelden:camion à remorque • vrachtwagen met opleggermvrachtwagen, truck -
2 camion de déménagement
camion de déménagement -
3 camion semi-remorque
camion semi-remorque -
4 camion à plate-forme
camion à plate-forme -
5 camion à remorque
camion à remorque -
6 camion-citerne
-
7 un camion lui a passé dessus
un camion lui a passé dessusDictionnaire français-néerlandais > un camion lui a passé dessus
-
8 voiture qui est venue s'encastrer sous un camion
voiture qui est venue s'encastrer sous un camionDictionnaire français-néerlandais > voiture qui est venue s'encastrer sous un camion
-
9 déménagement
déménagement [deemeenaazĵmã]〈m.〉♦voorbeelden:m -
10 encastrer
encastrer [ãkaastree]1 inbouwen ⇒ inpassen, invoegen, inbedden♦voorbeelden:four à encastrer • inbouwovenencastré dans un mur • in een muur weggewerkt1 ingevoegd, ingebouwd, ingemetseld worden♦voorbeelden:¶ voiture qui est venue s'encastrer sous un camion • auto die onder een vrachtwagen geklemd is geraaktvinbouwen, invoegen -
11 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
12 tonne
tonne [ton]〈v.〉♦voorbeelden:→ harengfton, vat -
13 semi-remorque
semi-remorque [səmierəmork]〈m. of v.〉♦voorbeelden: -
14 un sept tonnes
См. также в других словарях:
Camión — de remolque pesado. Aparcamiento de camiones, con un silo al fon … Wikipedia Español
camion — CAMIÓN, camioane, s.n. Autocamion. ♦ Vehicul rutier cu tracţiune animală, prevăzut cu o platformă şi folosit pentru transport. [pr.: mi on] – Din fr. camion. Trimis de valeriu, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 CAMIÓN s. v. autocamion. Trimis de siveco … Dicționar Român
camión — sustantivo masculino 1. Origen: México. Vehículo automóvil de cuatro o más ruedas, acondicionado para transportar mercancías pesadas o voluminosas: conducir un camión. báscula de camiones. camión de la basura. camión frigorífico. camión cisterna… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
camión — camión, estar como un camión expr. persona atractiva. ❙ «Lo que es la Dori, está como un camión.» JM. ❙ «Estar como un camión: ser muy atractivo o atractiva físicamente.» JMO. ❙ «Estar como un camión. Tener muy buen tipo una mujer, estar muy… … Diccionario del Argot "El Sohez"
camión — (Del fr. camion). 1. m. Vehículo de cuatro o más ruedas que se usa para transportar grandes cargas. 2. Méx. autobús. camión cava. m. Ven. Vehículo grande con cámara frigorífica que se utiliza para el transporte de alimentos. camión de volteo. m.… … Diccionario de la lengua española
camion — 1. (ka mi on) s. m. Épingle très petite. • Eh ! non, monsieur, je vous dis une grosse épingle, et vous me présentez un camion, P. DE KOCK et L. THIBOUST Une maîtresse bien agréable, sc. 10. ÉTYMOLOGIE Origine inconnue. camion 2. (ka mi on) s … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
camion — / kamjon/ s.m. [dal fr. camion ]. (aut., trasp.) [mezzo pesante adibito al trasporto di merci] ▶◀ autocarro. ⇑ automezzo, veicolo. ⇓ autotreno, furgone, TIR … Enciclopedia Italiana
camion — Camion, Espece de petit charroy, en quoy les vinaigriers de Paris trainent leur lie. Camion, espece de petite espingle, courte et menue, dont les femmes attachent leurs gorgeas de crespe, {{t=g}}khamai{{/t}} Aduerbium idem valet quod humi, bas à… … Thresor de la langue françoyse
Camion — Camion,der:⇨Lastkraftwagen … Das Wörterbuch der Synonyme
camion — CAMION. subst. masc. Fort petite épingle … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
camion — CAMION. s. m. Une fort petite espingle. Des camions d Angleterre … Dictionnaire de l'Académie française