-
1 next month is still clear
-
2 next month
volgende maand -
3 starting next month
-
4 Christmas is coming round next month
English-Dutch dictionary > Christmas is coming round next month
-
5 his case will not be heard until next month
English-Dutch dictionary > his case will not be heard until next month
-
6 the new cutbacks will not operate till next month
English-Dutch dictionary > the new cutbacks will not operate till next month
-
7 clear
adj. helder, duidelijk--------adv. duidelijk; in het geheel; op afstand--------n. wissen; het wissen van een bepaald teken--------v. verhelderen; reinigen; ophelderenclear1[ kliə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————clear2〈bijvoeglijk naamwoord; clearness〉1 helder ⇒ schoon, doorzichtig, klaar2 duidelijk ⇒ ondubbelzinnig, uitgesproken4 compleet ⇒ volkomen, absoluut5 vrij ⇒ open, op een afstand, veilig, onbelemmerd♦voorbeelden:get that clear • begrijp dat goedmake oneself clear • duidelijk maken wat men bedoeltbe clear about/as to/on something • iets zeker weten, iets vast in zijn hoofd/voor ogen hebbennext month is still clear • de volgende maand is nog vrijkeep clear • vrijhouden, niet versperrenclear of guilt • vrij van schuldout of a clear (blue) sky • totaal onverwachtI cannot see my way clear to getting the money • ik zie niet goed hoe ik aan het geld moet komen————————clear3♦voorbeelden:clear away • optrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 helder maken ⇒ schoonmaken, ophelderen, verhelderen4 zuiveren ⇒ onschuldig verklaren, betrouwbaar verklaren♦voorbeelden:clear the table • de tafel afruimenclear the road of debris • de weg puinvrij makenclear something out of the way • iets uit de weg ruimen/wegruimen6 clear goods through customs • goederen in/uitklaren7 clear expenses • de kosten eruit halen/kunnen dekken————————clear4〈 bijwoord〉1 duidelijk ⇒ helder, klaar2 volkomen ⇒ helemaal, totaal4 op voldoende afstand ⇒ een eindje, vrij♦voorbeelden:3 you can see clear to the other side of the lake • je kunt helemaal naar de overkant van het meer kijken4 keep/stay/steer clear of • uit de weg gaan, (proberen te) vermijden -
8 come round
bijdraaien; van gedachten veranderencome round, 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 come around1 aanlopen ⇒ langs komen, bezoeken5 een geschil/ruzie bijleggen♦voorbeelden:she'll never come round to our side • ze zal nooit aan onze kant gaan staan -
9 hear
v. luisteren; horen1 horen♦voorbeelden:1 I've heard say/tell that he has been in prison • ik heb gehoord dat hij in de gevangenis heeft gezetenhear from • bericht krijgen van, horen vanhear of/about • horen van/over¶ hear! hear! • bravo!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 luisteren naar ⇒ 〈 juridisch〉 (ver)horen, behandelen; verhoren 〈 gebed〉, overhoren, gehoor geven aan2 vernemen ⇒ kennis nemen van, horen♦voorbeelden:both parties were heard • beide partijen werden gehoordwe will hear him out • wij zullen hem laten uitspreken -
10 operate
v. werken; tewerkstellen; opereren[ oppəreet]1 in werking/werkzaam zijn ⇒ functioneren, lopen 〈 ook van trein〉; draaien 〈 van motor〉, te werk gaan2 (de juiste) uitwerking hebben ⇒ werken, (het gewenste) resultaat geven, van kracht zijn 〈 van tarief, verdrag, wet〉3 te werk gaan ⇒ opereren; 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 een operatie doen, ingrijpen; 〈 leger ook〉 militaire acties ondernemen/bewegingen uitvoeren; 〈 handel ook〉 beursoperaties verrichten, speculeren♦voorbeelden:the tractor operates on diesel oil • de tractor rijdt op dieselolie2 the new cutbacks will not operate till next month • de nieuwe bezuinigingsmaatregelen gaan pas volgende maand inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewerken3 beheren♦voorbeelden: -
11 start
Oktober 1992, overeenkomst getekend door de V.S. en vroegere Sovjet Unie waarin beide landen overeenkomen de productie van nucleaire bewapening te reducerenSTART (Strategic Arms Reduction Treaty)start1[ sta:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 start♦voorbeelden:wake up with a start • wakker schrikkenget off to a good/bad start • goed/slecht beginnenmake a start on • beginnen metmake an early start • vroeg vertrekkenmake a fresh/new start • opnieuw beginnenat the start • in het beginfrom the (very) start • vanaf het (allereerste) begingive someone a start (in life) • iemand op gang/op weg helpenstart on/over • voorsprong op————————start21 beginnen ⇒ starten, beginnen te lopen/werken4 〈 benaming voor〉 (plotseling) bewegen ⇒ losspringen 〈 van hout〉; aanslaan 〈 van motor〉; te voorschijn springen♦voorbeelden:start at • beginnen bij/metstart at • (op)schrikken van4 start for the door • richting deur gaan/lopentears started to their eyes • de tranen sprongen hen in de ogenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (doen) beginnen ⇒ in beweging zetten, aan de gang brengen/helpen; aanzetten, starten 〈 motor〉; opwerpen 〈 vraag〉; aanrichten; aansteken 〈 vuur〉; op touw zetten; stichten, opzetten 〈zaak e.d.〉; naar voren/te berde brengen, aansnijden 〈 onderwerp〉♦voorbeelden:¶ start something • moeilijkheden maken/zoeken
См. также в других словарях:
next month — during the upcoming month … English contemporary dictionary
month — W1S1 [mʌnθ] n [: Old English; Origin: monath] 1.) one of the 12 named periods of time that a year is divided into this/last/next month ▪ Phil is coming home for a visit next month. ▪ She ll be thirteen this month. ▪ I hope I ll have finished the… … Dictionary of contemporary English
month — [[t]mʌ̱nθ[/t]] ♦ months 1) N COUNT A month is one of the twelve periods of time that a year is divided into, for example January or February. The trial is due to begin next month. ...an exhibition which opens this month at London s Design Museum … English dictionary
month — /mVnT/ noun (C) 1 one of the twelve named periods of time that a year is divided into: It snowed heavily during the month of January. | Phil is coming home for a visit next month. | She ll be thirteen this month. | a tremendous article in this… … Longman dictionary of contemporary English
month — Word month, unless otherwise defined, means calendar month, or time from any day of any of the months as adjudged in the calendar to corresponding day, if any, if not any, to last day, of next month. The space of time denoted by this term varies… … Black's law dictionary
month — Word month, unless otherwise defined, means calendar month, or time from any day of any of the months as adjudged in the calendar to corresponding day, if any, if not any, to last day, of next month. The space of time denoted by this term varies… … Black's law dictionary
month — [ mʌnθ ] noun count *** 1. ) one of the 12 periods that a year is divided into, such as January, February, etc: CALENDAR MONTH: during the winter months the month of March Could we meet earlier in the month? this/next/last month: A man was… … Usage of the words and phrases in modern English
Next Generation Touring Car — Motor racing formula Category Touring cars Country or region United Kingdom Championships … Wikipedia
month — [munth] n. [ME < OE monath, akin to Ger monat, ON manuthr < Gmc * menōth < IE * mēnōt, month, moon, var. of mēn: see MOON] 1. any of the main parts (usually twelve) into which the calendar year is divided: also calendar month 2. a) the… … English World dictionary
Month — (m[u^]nth), n. [OE. month, moneth, AS. m[=o]n[eth], m[=o]na[eth]; akin to m[=o]na moon, and to D. maand month, G. monat, OHG. m[=a]n[=o]d, Icel. m[=a]nu[eth]r, m[=a]na[eth]r, Goth. m[=e]n[=o][thorn]s. [root]272. See {Moon}.] One of the twelve… … The Collaborative International Dictionary of English
Next to Normal — Original Broadway Cast Recording Music Tom Kitt Lyrics Brian Yorkey Book Brian Yorkey … Wikipedia