-
21 draughtsman
n. iemand die plant en tekent (machines, structuren, enz.) iemand die legale documenten formuleert -
22 fruit
n. fruit, vruchten; uitkomst--------v. vruchten dragen; vruchten doen dragenfruit1[ froe:t] 〈in betekenis I 0.1 meervoud: ook fruit〉♦voorbeelden:————————fruit2〈 werkwoord〉 -
23 grand
adj. groot; groots; prachtig; waarschuwend; indrukwekkend; heel--------n. vleugel (piano); duizend dollargrand1[ grænd] 〈zelfstandig naamwoord; in betekenis 0.2 en 0.3 meervoud: grand〉————————grand2〈bijvoeglijk naamwoord; grandness〉1 voornaam ⇒ gewichtig, groots♦voorbeelden:5 grand choir/orchestra • groot koor/orkestGrand National • jaarlijkse hindernisren voor paarden te Aintreegrand opera • opera zonder gesproken dialooggrand piano • vleugel(piano)make a grand slam 〈 kaartspel〉 • groot slem maken; 〈 sport〉 een grand slam maken 〈 alle wedstrijden in een reeks winnen〉grand old man • nestor -
24 maid
n. meisje, meid; ongebonden vrouw; maagd; dienstmeid♦voorbeelden:¶ maid of honour • (ongehuwde) hofdame; 〈 Brits-Engels〉 amandeltaartje; 〈 Amerikaans-Engels〉 eerste bruidsmeisje→ old old/ -
25 moor
n. veenmoeras; veenmoor1[ moeə] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud met enkelvoud betekenis〉————————moor2〈 werkwoord〉1 (aan/af/vast)meren ⇒ vastleggen -
26 mummy
-
27 number
n. nummer; cijfer, getal--------v. tellen; rekenennumber1[ numbə]1 getal2 aantal3 nummer♦voorbeelden:in number • in aantal, in getalnumbers of cats • een heleboel kattento the number of (twenty) • ten getale van (twintig), (twintig) in getalany number of • ontelbaar veelnumber one • de eerste, (nummer) een; 〈 slang〉 best; 〈kindertaal; eufemistisch〉plasje, kleine boodschapalways think of number one • altijd alleen maar aan zichzelf denkenmy number one problem • mijn grootste probleemIII 〈meervoud; in betekenis 0.3 werkwoord ook enkelvoud〉♦voorbeelden:2 be good/bad at numbers • goed/slecht zijn in rekenen————————number21 tellen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
28 shire
n. Graafschap (in Engeland) -
29 ton
-
30 vice
n. karakter van een clown in een moraliteit (zinnespel)--------n. misdadig feit, misdaad, defekt, zedenpolitie--------pref. onder-, adjunct-,; plaatsvervanger--------prep. vice-, onder-, plaatsvervangend -
31 bull
n. stier; mannelijke olifant; politieagent; order van de paus; (in het leger) lawaai v.e. kanon--------v. verhoging van prijzen veroorzakenbull1[ boel]2 krachtpatser ⇒ beer, stier♦voorbeelden:take the bull by the horns • de koe bij de hoorns vatten3 bull market • oplopende/rijzende/willige markt→ Irish Irish/♦voorbeelden:¶ bull! • gelul!————————bull21 lullen ⇒ ouwehoeren, zeikenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (de prijs) opdrijven (van) ⇒ doen oplopen/rijzen2 zich (een weg ergens doorheen) vechten/dringen/werken♦voorbeelden: -
32 curb
-
33 discount house
discount house, 〈in betekenis 1〉 discount store -
34 fag end
laatste gedeelte van iets nadat het beste gedeelte ervan is gebruikt; overblijfsel van kleren; (Brits-Engels) sigarettenpeuk[ fæg end, 〈in betekenis 0.2〉 fægend] -
35 learner
-
36 moorland
n. heide (grond) -
37 pop
n. (in computers) het protokol dat door het elektronische postkantoor wordt gebruikt, protokol voor het ontvangen van e-mail--------wijze van toegang tot het internet met enig internetadresPOP (Point Of Presence)pop1[ pop] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:5 in pop • in de lommerd, bij ome Jan————————pop2〈 popped〉1 knallen ⇒ klappen, ploffen2 〈 informeel〉snel/plotseling/onverwacht bewegen ⇒ snel/onverwacht komen/gaan♦voorbeelden:pop out • te voorschijn/er uit schieten; uitpuilenpop up • opduiken, (weer) boven water komen; omhoog komen 〈in het bijzonder van illustraties e.d., in boeken en wenskaarten〉pop across/along/around/down/in/over/round • langs/aan/binnenwippen/gaan♦voorbeelden:pop at • schieten op♦voorbeelden: -
38 pouf
n. zitkussen; voetenbankje; poef (vrouwenkapsel uit de 18de eeuw) -
39 quid
n. lira sterling (slang); stukje kauwtabak♦voorbeelden: -
40 rather
adv. vrij, tamelijk, nogal; liever, eerder[ ra:ðə, 〈in betekenis 0.6〉 ra:ðə:]2 juister (uitgedrukt) ⇒ liever/beter gezegd3 enigszins ⇒ tamelijk, nogal, wel4 meer ⇒ sterker, in hogere mate♦voorbeelden:2 she's my wife, or rather she was my wife • zij is mijn vrouw, of liever ze was mijn vrouwa rather shocking experience, rather a shocking experience • een nogal schokkende ervaringbe rather surprised • een beetje verbaasd zijn4 she depends rather on her husband's than on her own income • ze is meer van haar mans inkomen afhankelijk dan van het hare5 It's not raining. Rather, it's a sunny day • Het regent niet. Integendeel, het is een zonnige dag6 ‘Would you like a drink?’ ‘Rather!’ • ‘Een borrel?’ ‘Nou en of!’, ‘Dat sla ik niet af!’
Страницы