-
1 marquer
marquer [maarkee]1 markant zijn ⇒ markeren, indruk maken♦voorbeelden:1 événements qui marquent • bijzondere, belangrijke gebeurtenissenil marque plus que son âge • hij ziet er ouder uit dan hij isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 markeren ⇒ aanduiden, aangeven, aanwijzen, merken3 blijk geven van ⇒ doen uitkomen, tonen4 een stempel drukken op ⇒ indruk maken op, tekenen, kenmerken♦voorbeelden:1 marquer d' une croix • een kruisje zetten bij, opmarquer d' une étiquette • een etiket plakken opmarquer d' un numéro • nummerenêtre marqué au coin de • getuigen vanv1) markant zijn, indruk maken (op)3) eruitzien5) markeren, aanwijzen6) noteren8) brandmerken9) scoren10) dekken [sport] -
2 preuve
preuve [pruv]〈v.〉1 bewijs♦voorbeelden:la preuve vivante • het levende bewijsfaire la preuve que • het bewijs leveren datà preuve • getuigejusqu'à preuve (du) contraire • tot het tegendeel is bewezenpreuve par l'absurde • bewijs uit het ongerijmdec'est la preuve que • ik leid eruit af datfaire ses preuves • zichzelf bewijzen, zijn sporen verdienenpreuve testimoniale • getuigenbewijsf1) bewijs2) blijk, teken3) proef [wiskunde]4) gehalteproef [alcohol] -
3 témoigner
témoigner [teemwaanjee]1 getuigen (van) ⇒ getuigenis afleggen (van), blijk geven (van)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 getuigenv1) getuigen -
4 gage
gage [gaazĵ]〈m.〉2 bewijs ⇒ blijk, teken♦voorbeelden:jouer aux gages • pandverbeuren (spelen)laisser, mettre en gage • in onderpand geven, belenenprêter sur gages à qn. • iemand geld lenen op onderpand1. m1) onderpand2) bewijs, teken2. m plloon, gage -
5 acte
acte [aakt]〈m.〉♦voorbeelden:prendre acte de qc. • iets constaterendont acte • waarvan akteactes de terrorisme • terreurdadenfaire acte d'autorité • met gezag optredenfaire acte de candidature • zich kandidaat stellenfaire acte de présence • zich kortstondig ergens vertonen, van zijn aanwezigheid blijk gevenfaire acte de bonne volonté • zijn goede wil tonenpasser aux actes • overgaan tot handelen1. m1) akte, stuk2) daad, handeling3) bedrijf [theater]2. actesm plverslag, handelingen -
6 approbation
approbation [aaprobbaasjõ]〈v.〉2 instemming ⇒ bijval, erkenning♦voorbeelden:f1) goedkeuring, toestemming2) instemming, bijval -
7 démonstration
démonstration [deemõstraasjõ]〈v.〉2 uiting ⇒ vertoon, betuiging, blijk♦voorbeelden:démonstration d'un nouveau type d'avion • demonstratie met een nieuw vliegtuigtypef2) uiting, vertoon3) demonstratie -
8 disqualifier
disqualifier [dieskaaliefjee]1. v1) diskwalificeren, uitsluiten2. se disqualifiervzich blameren, blijk geven van ongeschiktheid -
9 échantillon
échantillon [eesĵãtiejõ]〈m.〉1 monster ⇒ staal, proefstuk2 staaltje ⇒ proef, blijk♦voorbeelden:m1) monster, staal, proef2) steekproef -
10 inné
-
11 manifester
manifester [maaniefestee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 blijk geven van ⇒ te kennen geven, betonen, uiten1 zich uiten ⇒ zich manifesteren, zich openbaren, van zich laten horen1. v1) demonstreren2) uiten, te kennen geven2. se manifestervzich manifesteren, zich uiten -
12 marque
marque [maark]〈v.〉1 merkteken ⇒ (ken)teken, (ken)merk, stempel2 bewijs ⇒ blijk, teken3 (waar)merk ⇒ (keur)merk, handelsmerk5 prent ⇒ spoor, afdruk♦voorbeelden:marques distinctives • kenmerken, merktekenen〈 figuurlijk〉 de marque • belangrijk, vooraanstaand, prominentmarque de fabrique • fabrieksmerkmarque déposée • gedeponeerd handelsmerkf1) merkteken, kenteken2) bewijs3) waarmerk4) brandmerk5) litteken6) vlek7) spoor, afdruk8) score [sport]9) startlijn [sport] -
13 marqué
marque [maark]〈v.〉1 merkteken ⇒ (ken)teken, (ken)merk, stempel2 bewijs ⇒ blijk, teken3 (waar)merk ⇒ (keur)merk, handelsmerk5 prent ⇒ spoor, afdruk♦voorbeelden:marques distinctives • kenmerken, merktekenen〈 figuurlijk〉 de marque • belangrijk, vooraanstaand, prominentmarque de fabrique • fabrieksmerkmarque déposée • gedeponeerd handelsmerkadj1) gemerkt2) gemarkeerd, getekend3) duidelijk4) gebrandmerkt -
14 montre
montre [mõtr]〈v.〉1 horloge♦voorbeelden:montre de gousset • vestzakhorlogemontre en main • op de minuut afmontre à quartz • kwartshorlogepour la montre • voor de show→ coursef1) horloge2) uitstalkast3) proefrit [paard] -
15 présence
présence [preezãs]〈v.〉1 aanwezigheid ⇒ tegenwoordigheid, bijzijn♦voorbeelden:présence d'esprit • tegenwoordigheid van geestfeuille de présence • presentielijstfaire de la présence • van zijn aanwezigheid blijk gevenfuir, éviter la présence de qn. • iemand mijdenen présence • tegenover elkaarêtre en présence de • in aanwezigheid zijn van; tegenover (iets) staanen ma présence • in mijn bijzijnhors de sa présence • in zijn, haar afwezigheidf1) aanwezigheid2) actualiteit3) uitstraling -
16 professer
-
17 témoignage
témoignage [teemwaanjaazĵ]〈m.〉1 getuigenis ⇒ bewijs, teken♦voorbeelden:porter témoignage • getuigenporter un témoignage sur • getuigenis afleggen vanrendre témoignage à • erkennen, hulde brengen aanrendre témoignage de • getuigen vanen témoignage de • als blijk vanêtre appelé en témoignage • als getuige worden opgeroepenm -
18 donner des gages de
donner des gages de -
19 en témoignage de
en témoignage de -
20 faire acte de présence
faire acte de présencezich kortstondig ergens vertonen, van zijn aanwezigheid blijk geven
- 1
- 2
См. также в других словарях:
List of Harry Potter characters — This is a list of characters in the Harry Potter series. They are all fictional characters who have appeared in a Harry Potter related book, author J. K. Rowling s website as the Wizard of the Month , the Daily Prophet (the newsletter of the… … Wikipedia
Harry Potter : Coupe du monde de Quidditch — Harry Potter Coupe du monde de Quidditch Éditeur EA Games Développeur EA Games … Wikipédia en Français
Anexo:Todos los Personajes de Harry Potter — Se ha sugerido que este artículo o sección sea fusionado en Anexo:Personajes de Harry Potter (discusión). Una vez que hayas realizado la fusión de artículos, pide la fusión de historiales aquí … Wikipedia Español