-
1 argue
betoog, redeneer, stry -
2 maintain
betoog, argumenteer, in stand hou, bewaar, volhou -
3 prove
betoog, bewys, staaf -
4 pleading
adj. pleitend, verdedigend--------n. pleidooi, betoog[ plie:ding]3 〈meervoud; juridisch〉 schriftelijke uiteenzettingen van de zaak van beide partijen 〈 ingediend vóór de zitting〉 -
5 argument
n. debat., discussie; bewering, argument; (in computers) argument, parameter die wordt meegegeven aan een bepaalde funktie of programma[ a:gjoemənt]2 ruzie ⇒ onenigheid, woordenwisseling♦voorbeelden:1 a strong argument for/against • een sterk argument voor/tegen¶ ram the argument home • een argument sterk benadrukken/doordrijven1 bewijsvoering ⇒ betoog, redenering♦voorbeelden:1 let us, for the sake of argument, suppose … • stel nu eens (het hypothetische geval) dat … -
6 close
adj. dichtbij; dicht; vlakbij; intiem--------adv. dichtbij--------n. binnenplaats; erf; hof; achtertuin; steeg--------v. sluiten; dicht doen; eindigenclose1[ kloos] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————close2[ klooz] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 einde ⇒ slot, besluit♦voorbeelden:1 bring to a close • tot een eind brengen, afsluitencome/draw to a close • ten einde lopenat the close of the century • aan het eind van de eeuw————————close3[ kloos] 〈bijvoeglijk naamwoord; closeness〉2 bedekt ⇒ verborgen, geheim; zwijgzaam3 gierig5 nabij ⇒ naast 〈 familie〉; intiem, dik 〈 vriend(schap)〉; onmiddellijk, direct 〈 nabijheid〉; getrouw, letterlijk 〈 kopie, vertaling〉; gelijk opgaand 〈 (wed)strijd〉; kort 〈 haar, gras〉♦voorbeelden:too close for comfort • een beetje (al) te dichtbijclose at hand • (vlak) bij de hand, dicht in de buurtat close range • van dichtbija closely knit family • een hechte familiebandclose to something • dicht bij ietskeep a close watch on someone • iemand scherp in de gaten houdenat close quarters • zeer dichtbij————————close4[ klooz]♦voorbeelden:close on • zich sluiten om/over→ close down close down/, close in close in/, close out close out/, close up close up/, close with close with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ close down close down/, close up close up/————————close52 dicht(bij) ⇒ vlak, tegen♦voorbeelden:sail close to the wind • hoog/scherp aan de wind zeilengo/run close • op de hielen zittenclose by/to • vlak bij〈 informeel〉 close on • vlak bij, bijnaclose on sixty years • bijna zestig jaar -
7 deflect someone from his line of reasoning
deflect someone from his line of reasoningEnglish-Dutch dictionary > deflect someone from his line of reasoning
-
8 deflect
v. afbuigen, afwijken[ diflekt]1 (doen) afbuigen ⇒ (doen) afwijken, uitwijken♦voorbeelden:1 the ball was deflected … • de bal werd van richting veranderd … -
9 eloquent
adj. welsprekend, welbespraakt, overtuigend, zich goed uitdrukkend in woorden, welsprekendheid vertonend; uitdrukkend[ elləkwənt]♦voorbeelden: -
10 hold forth
-
11 it goes without saying
het is duidelijk als wat———————— -
12 legal fiction
wettelijke veronderstelling -
13 legal
adj. rechtskundig, rechterlijk; wettig; wettelijk; rechtsgeldig; legaal[ lie:gl]1 wettig ⇒ legaal, rechtsgeldig2 wettelijk ⇒ krachtens/volgens de wet3 juridisch ⇒ gerechtelijk, rechtskundig♦voorbeelden:legal person • rechtspersoonlegal tender • wettig betaalmiddellegal status (of a company) • rechtspersoonlijkheidlegal aid/advice • juridisch advieslegal adviser/representative • (juridisch) raadsmanthe legal profession • de juridische standlegal term • wets/rechtsterm -
14 needless to say …
needless to say …het hoeft geen betoog …, overbodig te zeggen … -
15 needless
adj. nodeloos[ nie:dləs]♦voorbeelden:1 needless to say … • het hoeft geen betoog …, overbodig te zeggen … -
16 without
adv. zonder; buiten--------conj. zonder dat--------n. buiten, buitenste gedeelte--------prep. zonder; buitenwithout1♦voorbeelden:it is cold without • het is buiten koud————————without2〈 voorzetsel〉1 zonder♦voorbeelden:he spoke without enthusiasm • hij sprak zonder geestdrifthe cannot do without his paper • hij kan niet zonder zijn krantwithout a penny in her pocket • zonder een cent op zakshe left without a word • zij vertrok zonder een woord te zeggenwithout my knowing about it • zonder dat ik het wistit goes without saying • het hoeft geen betoogspeak without thinking • spreken zonder nadenken -
17 disquisitional
adj. m.b.t. uiteenzetting, betoog, onderzoek -
18 demonstrate
bewys, aantoon, uitwys, uitlê, betoog
См. также в других словарях:
Matthijs Siegenbeek — by J.P. Berghaus, 1847. Matthijs Siegenbeek (Dutch pronunciation: [mɑˈtɛi̯s ˈsiɣə(n)ˌbeːk]) (Amsterdam, 23 June 1774 Leiden, 26 November 1854) was a Dutch academic. From 1797 to 1847 he was the first professor of the Dutch language at the… … Wikipedia
Seerp Gratama — (* 27. Oktober 1757 in Harlingen; † 19. September 1837 in Groningen) war ein niederländischer Rechtswissenschaftler. Leben Der Sohn des Tjepke Gratama und der Rinske Donker, hatte seine erste Ausbildung an der Lateinschule seiner Heimatstadt und… … Deutsch Wikipedia
Jan ten Brink (Philologe) — Jan ten Brink Jan ten Brink (* 8. September 1771 in Amsterdam; † 2. Oktober 1839 in Groningen) war ein niederländischer klassischer Philologe. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Jan van Hout — Portrait gravé sur cuivre de Jan van Hout, 1608, par Willem van Swanenburgh ; suscription de Daniel Heinsius … Wikipédia en Français
Фламандский — Het betoog begon met een overzicht van de feiten die zich op de eerste Doornikse conferentie hadden voorgedaan. Daarop volgde een uiteenzetting van de theorie van de koninklijke soevereiniteit, en ten slotte werd het optreden van de beide graven… … Определитель языков мира по письменностям