-
1 curb militants
beteugelen van extremisten,beteugelen van verstoorders -
2 curb
-
3 rein
n. teugel, leidsel--------v. intomen, beteugelenrein1[ reen] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud〉1 teugel♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 give (free/full) rein(s)/give the reins to someone/something • iemand/iets de vrije teugel latenhold/take the reins • de teugels in handen hebben/nemen 〈 ook figuurlijk〉————————rein2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 tame
-
5 dam
n. (stuw)dam--------v. inperken, afdammendam1[ dæm] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 barrière ⇒ belemmering, hinderpaal————————dam2〈werkwoord; dammed〉♦voorbeelden: -
6 domesticate
v. tot huisdier maken[ dəmestikkeet] 〈zelfstandig naamwoord: domestication〉2 aan zich onderwerpen ⇒ temmen, beteugelen; tot huisdier maken -
7 overpower
-
8 restrain
v. tegenhouden, weerhouden[ ristreen]2 aan banden leggen ⇒ beteugelen, beperken, in toom houden♦voorbeelden: -
9 subdue one's passions
-
10 subdue
-
11 suppress
v. onderdrukken, bedwingen[ səpres]1 onderdrukken ⇒ bedwingen, beteugelen; achterhouden♦voorbeelden:1 suppress evidence/facts • bewijsstukken/feiten achterhoudensuppress feelings • gevoelens onderdrukkensuppress the truth • de waarheid verzwijgen -
12 tutor
n. privé leraar; goeverneur--------v. als privéleraar werkentutor1[ tjoe:tə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tutor2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 repressibility
n. te onderdrukken, te beteugelen, in toom te houden
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский