-
1 bedienen
1 [dienen, helpen; ook m.b.t. de horeca] servir2 [zorg dragen voor, doen functioneren] s'occuper de3 [rooms-katholiek] administrer l'extrême-onction à♦voorbeelden:de telefoon bedienen • s'occuper du téléphoneeenvoudig te bedienen zijn • être d'un maniement simpleII 〈wederkerend werkwoord; zich bedienen〉1 [gebruiken] utiliser♦voorbeelden:¶ bedien je gerust • je t'en prie, sers-toi -
2 bedienen
-
3 bedienen
servir -
4 de telefoon bedienen
de telefoon bedienen -
5 een gemeente als predikant bedienen
een gemeente als predikant bedienenDeens-Russisch woordenboek > een gemeente als predikant bedienen
-
6 een schakelbord bedienen
een schakelbord bedienen -
7 eenvoudig te bedienen zijn
eenvoudig te bedienen zijn -
8 het slagwerk bedienen
het slagwerk bedienen -
9 iemand op zijn wenken bedienen
iemand op zijn wenken bedienenobéir à qn. au doigt et à l'oeil -
10 zich door iemand op zijn wenken laten bedienen
zich door iemand op zijn wenken laten bedienenfaire marcher qn. au doigt et à l'oeilDeens-Russisch woordenboek > zich door iemand op zijn wenken laten bedienen
-
11 zich van zwaar geschut bedienen
zich van zwaar geschut bedienenDeens-Russisch woordenboek > zich van zwaar geschut bedienen
-
12 wenk
♦voorbeelden:1 iemand een wenk geven • faire signe à qn.iemand op zijn wenken bedienen • obéir à qn. au doigt et à l'oeilop zijn wenken bediend worden • être servi au doigt et à l'oeilzich door iemand op zijn wenken laten bedienen • faire marcher qn. au doigt et à l'oeileen stille wenk • une invite discrète -
13 gebruik
♦voorbeelden:het gebruik van de handen missen • ne pas avoir l'usage de ses mainshet gebruik van tractoren • l'utilisation de tracteurshet gebruik van de tuin was hem toegestaan • il lui était permis de profiter du jardinartikel voor dagelijks gebruik • article de consommation courante, d'usage courantvoor eigen gebruik • pour (mon, ton etc.) usage personneleen slecht gebruik maken van iets • user mal de qc.alleen voor uitwendig gebruik • à usage externe(geen) gebruik van iets maken • (ne pas) se servir de qc.van de gelegenheid gebruik maken • profiter de l'occasionvan iemands uitnodiging gebruik maken • accepter l'invitation de qn.buiten gebruik raken • tomber en désuétudeiets buiten gebruik stellen • mettre qc. hors d'usagedoor het gebruik afslijten • se détériorer à l'usageiets in gebruik nemen • utiliser qc. pour la première foisalgemeen in gebruik zijn • être utilisé courammentin gebruik komen • devenir courantin het gebruik • à l'usageiets in gebruik stellen • mettre qc. en servicebekend zijn met het gebruik van iets • savoir (comment) se servir de qc.voor iemands gebruik • à l'usage de qn.het is een goed gebruik dat • c'est une bonne habitude deeen oud gebruik • un vieil usageeen plaatselijk gebruik • une coutume localeeen zonderling gebruik • une drôle d'habitudehet is hier het gebruik dat • il est d'usage que -
14 geschut
♦voorbeelden:licht geschut • artillerie légère -
15 helpen
1 [algemeen] aider2 [verzorgen] soigner3 [bedienen] servir4 [castreren, steriliseren] couper♦voorbeelden:God zal me helpen! • que Dieu me vienne en aide!iemand iets helpen dragen • aider qn. à porter qc.ik help het je hopen • je le souhaite autant que toiik zal het u helpen onthouden • je vous y ferai penserzich weten, zien te helpen • savoir se débrouillerbroers moeten elkaar helpen • on doit s'aider entre frères et soeurswij zijn op de wereld om elkaar te helpen • on doit s'aider les uns les autreshet helpt niet, je moet mee • il n'y a rien à faire, tu viens aussiwat helpt het of je hem beklaagt? • à quoi bon le plaindre?zich(zelf) helpen • se tirer d'affaire (tout seul)ik zal hem er wel door helpen • je vais le tirer d'affaireiemand er weer bovenop helpen • remettre qn. sur piediemand ergens vanaf helpen • aider qn. à se défaire de qc.; 〈 ironisch〉 aider qn. à finir qc.wie helpt mij aan een tweedehands fiets? • qui m'aide à trouver un vélo d'occasion?kun je mij aan honderd gulden helpen? • tu peux me prêter cent florins?iemand aan iets helpen • procurer qc. à qn.iemand over de grens helpen • aider qn. à passer la frontièredat helpt tegen hoofdpijn • c'est bon contre le mal de têteiemand uit zijn jas helpen • débarrasser qn. de son manteauhelp! • au secours!welke specialist heeft u geholpen? • quel spécialiste vous a soigné?3 kan ik u helpen? • que désirez-vous?wordt u al geholpen? • on s'occupe de vous?ik kan het niet helpen • je n'y puis rieniets niet kunnen helpen • ne rien pouvoir à qc. -
16 prikken
1 [steken] piquer2 [vasthechten] épingler3 [injectie geven] faire une piqûre à4 [vaststellen] fixer♦voorbeelden:1 zich aan iets prikken • se piquer avec qc.gaatjes in karton prikken • trouer du carton1 [prikklok bedienen] pointer2 [prikkende gewaarwording voelen, veroorzaken] piquer (qc. à qn.)♦voorbeelden: -
17 slagwerk
♦voorbeelden: -
18 sturen
1 [zenden] envoyer2 [bedienen] commander♦voorbeelden:1 iemand naar huis sturen • renvoyer qn. à la maisoniemand om een boodschap sturen • envoyer qn. faire une commissioneen speler van het veld sturen • faire sortir un joueur du terrain♦voorbeelden:een schip naar de haven sturen • diriger un navire sur le port
См. также в других словарях:
Bedienen — Bedienen, verb. reg. act. 1) Eigentlich, Dienste leisten, so wohl niedrige häusliche, als auch anständigere, entweder um Lohn, oder aus Höflichkeit. Jemanden bey Tische bedienen, ihm aufwarten. Verschiedene Handwerker und Künstler, welche es für… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bedienen — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • servieren • anbieten Bsp.: • Werden Sie schon bedient? • Servieren Sie die Suppe heiß! • Eine junge Frau servierte. • … Deutsch Wörterbuch
bedienen — bedienen, bedient, bediente, hat bedient 1. Werden Sie schon bedient? 2. Die Kaffeemaschine ist ganz leicht zu bedienen … Deutsch-Test für Zuwanderer
Bedienen — Bedienen, 1) bei Handwerkern u. Sachwaltern, für Einen arbeiten; 2) im kaufmännischen Briefstyl, eines Anderen Auftrag gut ausrichten; 3) (Kriegsw.), s. Bedienung der Geschütze; 4) (Kartensp.), ein Blatt von der ausgespielten Farbe zugeben … Pierer's Universal-Lexikon
bedienen — ↑servieren … Das große Fremdwörterbuch
bedienen — bedienen, Bedienstete, Bedienung ↑ dienen … Das Herkunftswörterbuch
bedienen — V. (Mittelstufe) den Gästen im Restaurant oder den Kunden im Geschäft etw. bringen Beispiele: Uns hat ein arroganter Kellner bedient. Sie hat die Kunden immer höflich bedient … Extremes Deutsch
bedienen — bewirten; dienen; servieren; auslösen; drücken; handhaben; betätigen; tätig sein; machen; praktizieren; ausüben; verrichten … Universal-Lexikon
bedienen — be·die·nen; bediente, hat bedient; [Vt/i] 1 (jemanden) bedienen (als Kellner) einem Gast Speisen und Getränke (an den Tisch) bringen ≈ servieren: In diesem Lokal wird man sehr korrekt bedient; Wer bedient an diesem Tisch?; [Vt] 2 jemanden… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
bedienen — 1. a) auftischen, bewirten, servieren, vorsetzen; (geh.): auftragen, aufwarten, vorlegen; (salopp): auffahren. b) abfertigen, sich kümmern. c) ausrüsten, ausstatten, versehen, versorgen. 2. betätigen, führen, handhaben, steuern. sich bedienen 1.… … Das Wörterbuch der Synonyme
bedienen — be|die|nen ; sich eines Kompasses bedienen (gehoben); bedient sein (umgangssprachlich für genug haben) … Die deutsche Rechtschreibung