Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

as+long+as+the+war+lasts

  • 21 tijd

    1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time
    2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time
    3 [tijdvak] time(s) ⇒ period, age
    4 [seizoen] season ⇒ time
    5 [taalkunde] tense
    ♦voorbeelden:
    1   hij heeft er tijd en geld voor over • he's got both the time and the money for it
         in de helft van de tijd • in half the time
         in een jaar tijd • (with)in a year
         na bepaalde tijd • after some/a time, eventually
         geruime tijd • a considerable time, a good while
         de hele tijd • all the time, the whole time
         een hele tijd geleden • quite a while ago
         het is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we left
         en dat is hoog tijd ook! • and about time too!
         het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!
         een tijd lang • for a while/time
         ik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a while
         een lange/korte tijd duren • last a long/short time
         voor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite period
         sedert onheuglijke tijden • since time immemorial
         〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast time
         vrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)
         waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?
         iets een tijdje doen • 〈 ook〉 take a turn at something
         het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see it
         het duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to it
         ik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for time
         ik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five seconds
         je moet jezelf de tijd geven • take your time
         iemand de tijd geven/gunnen • give someone time
         zich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)
         heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?
         die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through that
         geen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …
         tijd genoeg hebben • have plenty of/enough time
         de tijd hebben • have time
         we hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some time
         we hebben de tijd aan onszelf • our time is our own
         weinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for time
         je hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days left
         tijd kosten • take time
         als je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make time
         de tijd nemen voor iets • take one's time about/over something
         tijd opnemen • record the time
         tijd rekken • 〈 sport〉 use delaying tactics
         er is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lost
         de tijd verstrijkt • time passes
         dat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!
         tijd winnen • gain time; 〈 bij gevaar ook〉 play for time
         mijn tijd zit erop • ±I've done my stint
         in de baas zijn tijd • during/on the boss's time
         uw tijd is om • your time is up
         binnen afzienbare tijd • within the foreseeable future
         binnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) long
         binnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no time
         het heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for ages
         met de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spread
         dit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in time
         met zijn tijd geen raad weten • have time on one's hands
         na korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …
         〈 sport〉 de 400 meter op tijd lopen • run a timed 400 metres
         sinds enige tijd • for some time (past)
         een tijd van 11 seconden • a time of 11 seconds
         het is maar voor korte tijd • it's only for a short while
         voor de tijd van • for a period of
         〈 spreekwoord〉 de tijd zal het leren • time will tell
    2   de tijd van aankomst • the time of arrival
         vorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last year
         de plaatselijke tijd • local time
         de tijd is rijp om … • the time is ripe to …
         heeft u de tijd ? • have you got the time?
         〈 pregnant〉 het is tijd • it's time; 〈 tijd om te stoppen〉 time's up
         〈 pregnant〉 als het mijn tijd is • when my time comes
         't is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over time
         als de tijd daar is • when the time/day comes
         〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 zijn tijd uitdoen • serve one's time
         zijn tijd uitzitten • serve/ 〈 informeel〉 do one's time
         de tijd verdrijven/korten/doden • kill time
         eindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!
         het wordt tijd dat … • it is (high) time that …
         〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to go
         bij tijd en wijle • now and again/then
         morgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterday
         tijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bed
         op vaste tijden • at set/fixed times
         〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 op tijd en stond • in due course
         net op tijd • just in time
         op tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉
         de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/schedule
         stipt op tijd • punctual; 〈 informeel〉 on the dot
         ruim op tijd • with plenty of time to spare
         op tijd naar bed gaan • not go to bed late
         zij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overdue
         rond die tijd • around then/that time
         sinds korte tijd • recently, lately
         te allen tijde • at all times
         te zijner tijd • in due course, when appropriate
         tegen die tijd • by that time, by then
         ten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriage
         ten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIII
         van tijd tot tijd • from time to time
         van die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)
         een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts forever
         warm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of year
         sterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurely
         je moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easy
         in minder dan geen tijd • in (less than) no time
         een tijdje • a while
         veel tijd in beslag nemen • take up a lot of time
         tijd te kort komen • run out/run short of time
         〈 spreekwoord〉 komt tijd, komt raad • time reveals all things
    3   betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better days
         een dure tijd • a time/period when the cost of living is high
         goede/slechte tijden • good/bad times
         de laatste tijd • lately, recently
         hij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard time
         de goede oude tijd • the good old days
         dat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridge
         zijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better days
         die tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/over
         er is een tijd geweest dat … • there was a time when …
         niet met zijn tijd meegaan • be behind the times
         de tijden zijn veranderd • times have changed
         zijn tijd (ver) vooruit zijn • be (far/well/ 〈 informeel〉 (way) ahead of one's time
         bij tijden • at times/intervals
         (goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ball
         in tijden van oorlog • in times of war
         in deze/onze tijd • in these times, nowadays
         in deze tijd van het jaar • at this time of (the) year
         in vroeger tijd • in earlier times/the past
         met zijn tijd meegaan • keep up with/move with the times
         uit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdated
         die muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioned
         dat was voor mijn tijd • that was before my time/day
         dat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusual
         vóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monastery
         vóór de tijd van de auto • before the era of the car
    5   de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense
         〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history

    Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tijd

  • 22 خط

    خَطّ \ band: a line of material that is different from the rest, esp. in colour: A red band was painted round the tin. line: a long thin mark: a pencil line; the white lines on a football field. streak: an irregular thin strip of colour: streaks of red cloud at sunset. stripe: a long narrow band of colour: a flag with green, yellow and blue stripes. trail: a track left by sb. or sth.: The storm left a trail of destruction. The police were on his trail (were following signs, in search of him). \ See Also شريط (شَرِيط)، أَثَر \ خَطّ \ graph: a line drawn on squared paper, to show the change in amount at different times or under different conditions: He drew a graph of the monthly rainfall. \ See Also رَسْم بَيَانِيّ \ خَطّ الاسْتِواء \ equator: an imaginary line around the earth, halfway between its most northern and southern points. \ خَطّ أنابِيب \ pipeline: a large pipe through which liquid or gas is carried for long distances (esp. oil from an oilfield to a port). \ خَطّ قَضيب سِكّة الحديد \ railway, railroad: a track along which trains run: The road crosses the railway (line) by a bridge. \ خَطّ كتَابة باليَد \ handwriting: sb.’s way of writing: I can’t read your handwriting. \ خَطّ مَجْرى التَّفْكير \ line: the course of an idea: a line of thought. \ خَطّ حَديدي جانِبِيّ \ siding: a short piece of railway track beside a main line (for loading goods, etc.). \ خَطّ السَّاحِل \ coastline: a line following the shape of the coast, esp. as seen from the sea. \ خَطّ سَفَر جَوِّي \ airline: air transport system for public use. \ خَطّ سِكَّة الحَديد \ line: a railway track: the main line to London; a branch line. \ خَطّ السَّمْت \ meridian: an imaginary line drawn from the top point of the earth to the bottom, used on maps to show position. \ خَطّ سَيْر \ line: a course; a direction: One road follows the line of the river; the other follows the coastline. path: the line along which sth. moves: the moon’s path round the earth. route: the way that one takes from one place to another: Which is the safest route up the mountain?. \ See Also طريق (طَرِيق)‏ \ خَطّ الطُّول \ longitude: one of a set of imaginary lines round the world that are drawn on maps to show how far east or west sth. is (see latitude). \ خَطّ العَرْض \ latitude: one of a set of imaginary lines round the world that are usual on maps to show how far north or south sth. is (see longitude): In northern latitudes, daylight lasts for 20 hours in the summer. parallel: an imaginary line on a map, for describing the position of anything (see latitude): The 49th parallel (of latitude) forms a border between Canada and the USA. \ خَطّ القِتال \ line: (in war) a row of defended positions: in the front line; behind the enemy lines. \ خَطّ قَصير (عَلامَة وَصْل) (شَرْطَة قصيرة)‏ \ hyphen: (-) that is used for joining two words, as in: blood-red. \ خَطّ قُطْري \ diagonal: (in the direction of) a straight line joining two opposite corners of a square; (of) any straight line which runs in a sloping direction: a cloth with a diagonal pattern. \ خَطّ اليَد \ script: handwriting, not printing. \ خَطّ الدَّرْز \ seam: the line where two edges of cloth or leather meet (and are sewn or stuck together): the seam of one’s trouser leg. \ خَطّ حُدود مَلْعَب (الكُرَة)‏ \ touchline: the line down each side of a football field. \ خُطوطٌ رئيسيَّة \ outline: a statement of the main facts: an outline of English history. \ خَطَأٌ \ amiss: wrong; out of order: There’s something amiss with this telephone. error: mistake. fault: sth. that is wrong; a weakness: The lights have gone out; there must be an electrical fault. mistake: an incorrect act or thought: It was a mistake to lend him money. Your English is full of mistakes. wrong: not right; unjust; against custom; against the law: It is wrong to tell lies or to steal, not correct; mistaken; unsuitable That’s the wrong answer, and the wrong way to do it. She came in the wrong clothes for riding, (a) wrong action, a crime; an injustice If you do no wrong, you will not be punished. \ أَخْطَاء (أَغلاطٌ كِتابيَّة أو مَطبعيَّة)‏ \ errata.

    Arabic-English dictionary > خط

  • 23 spell

    I 1.
    [spel]transitive verb, spelled or (Brit.) spelt [spelt]
    1) schreiben; (aloud) buchstabieren
    2) (form)

    what do these letters/what does b-a-t spell? — welches Wort ergeben diese Buchstaben/die Buchstaben b-a-t?

    3) (fig.): (have as result) bedeuten
    2. intransitive verb,
    spelled or (Brit.) spelt (say) buchstabieren; (write) richtig schreiben

    he can't spell — er kann keine Rechtschreibung (ugs.)

    Phrasal Verbs:
    - academic.ru/91925/spell_out">spell out
    II noun
    Weile, die

    on Sunday it will be cloudy with some sunny spells — am Sonntag wolkig mit sonnigen Abschnitten

    a long spell when... — eine lange Zeit, während der...

    III noun
    1) (words used as a charm) Zauberspruch, der

    cast a spell over or on somebody/something, put a spell on somebody/something — jemanden/etwas verzaubern

    2) (fascination) Zauber, der

    break the spell — den Bann brechen

    * * *
    I [spel] past tense, past participle - spelt; verb
    1) (to name or give in order the letters of (a word): I asked him to spell his name for me.) buchstabieren
    2) ((of letters) to form (a word): C-a-t spells `cat'.) ergeben
    3) (to (be able to) spell words correctly: I can't spell!) buchstabieren
    4) (to mean or amount to: This spells disaster.) bedeuten
    •
    - speller
    - spelling II [spel] noun
    1) (a set or words which, when spoken, is supposed to have magical power: The witch recited a spell and turned herself into a swan.) der Zauberspruch
    2) (a strong influence: He was completely under her spell.) der Bann
    III [spel] noun
    1) (a turn (at work): Shortly afterwards I did another spell at the machine.) die Arbeit
    2) (a period of time during which something lasts: a spell of bad health.) die Zeit
    3) (a short time: We stayed in the country for a spell and then came home.) das Weilchen
    * * *
    spell1
    [spel]
    n (state) Zauber m, Bann m geh; (words) Zauberspruch m
    to be [or lie] under a \spell unter einem Bann stehen
    to break the \spell den Bann brechen
    to cast [or put] a \spell on sb jdn verzaubern
    to be under sb's \spell ( fig) von jdm verzaubert sein, in jds Bann stehen
    spell2
    [spel]
    I. n
    1. (period of time) Weile f
    she had a brief \spell as captain of the team sie war eine Zeit lang Mannschaftskapitän
    to go through a bad \spell eine schwierige Zeit durchmachen
    for a \spell für ein Weilchen, eine Zeit lang
    2. (period of sickness) Anfall m
    to suffer from dizzy \spells unter Schwindelanfällen leiden
    3. (period of weather)
    \spell of sunny weather Schönwetterperiode f
    cold/hot \spell Kälte-/Hitzewelle f
    4. (turn) Schicht f
    to take \spells [with] doing sth sich akk bei etw dat abwechseln
    to take a \spell at the wheel eine Zeit lang das Steuer übernehmen
    II. vt
    <-ed, -ed>
    esp AM, AUS
    ▪ to \spell sb jdn ablösen
    spell3
    <spelled or BRIT also spelt, spelled or BRIT also spelt>
    [spel]
    I. vt
    ▪ to \spell sth
    1. (using letters) etw buchstabieren
    could you \spell that please? könnten Sie das bitte buchstabieren?
    2. (signify) etw bedeuten
    to \spell disaster/trouble Unglück/Ärger bedeuten
    to \spell the end of sth das Ende einer S. gen bedeuten
    NO \spells no ( fam) wenn ich Nein sage, meine ich auch Nein! fam
    II. vi (in writing) richtig schreiben; (aloud) buchstabieren
    he \spells poorly seine Rechtschreibung ist sehr schwach
    to \spell incorrectly Rechtschreibfehler machen
    * * *
    I [spel]
    n (lit, fig)
    Zauber m; (= incantation) Zauberspruch m

    to be under a spell (lit) — unter einem Zauber stehen, verzaubert or verhext sein; (fig) wie verzaubert sein

    to put a spell on sb, to cast a spell on or over sb, to put sb under a spell (lit) — jdn verzaubern or verhexen; (fig) jdn in seinen Bann ziehen, jdn verzaubern

    to break the spell (lit, fig) — den Bann brechen, den Zauber lösen

    II
    n
    (= period) Weile f, Weilchen nt

    for a spell — eine Weile, eine Zeit lang

    cold/hot spell — Kälte-/Hitzewelle f

    to do a spell on the assembly line/as a waitress — sich kurzzeitig am Fließband/als Serviererin betätigen

    he did or had a spell in prison —

    III pret, ptp spelt ( esp Brit) or spelled
    1. vi
    (in writing) (orthografisch) richtig schreiben; (aloud) buchstabieren
    2. vt
    1) (in writing) schreiben; (aloud) buchstabieren

    how do you spell "onyx"? — wie schreibt man "Onyx"?

    how do you spell your name? — wie schreibt sich Ihr Name?, wie schreiben Sie sich?

    2) (= denote) bedeuten

    it spells disaster ( for us) — das bedeutet Unglück (für uns)

    * * *
    spell1 [spel] prät und pperf spelled oder spelt [spelt]
    A v/t
    1. auch spell out buchstabieren
    2. (orthografisch richtig) schreiben
    3. bilden, ergeben:
    4. Unheil etc bedeuten
    5. spell out ( oder over) (mühsam) entziffern
    a) darlegen,
    b)( for sb jemandem) etwas auseinanderklauben
    B v/i
    1. (richtig) schreiben
    2. geschrieben werden, sich schreiben:
    spell2 [spel]
    A s
    1. Zauberspruch m
    2. Zauber m, fig auch Bann m, Faszination f:
    be under a spell verzaubert sein, fig a. fasziniert oder gebannt sein;
    a) den (Zauber)Bann brechen,
    b) fig den Bann brechen:
    B v/t verzaubern, fig auch bezaubern, faszinieren
    spell3 [spel]
    A s
    1. Arbeit(szeit) f, Beschäftigung f (at mit):
    have a spell at sth sich eine Zeitlang mit etwas beschäftigen
    2. (Arbeits)Schicht f:
    3. besonders US Anfall m:
    spell of coughing Hustenanfall;
    a spell of depression eine vorübergehende Depression
    4. a) Zeit(abschnitt) f(m)
    b) kurze Zeit, (ein) Weilchen n:
    5. US umg Katzensprung
    6. METEO Periode f:
    a spell of fine weather eine Schönwetterperiode;
    hot spell Hitzewelle f
    7. Aus Ruhe(pause) f
    B v/t US jemanden (bei seiner Arbeit) ablösen
    * * *
    I 1.
    [spel]transitive verb, spelled or (Brit.) spelt [spelt]
    1) schreiben; (aloud) buchstabieren

    what do these letters/what does b-a-t spell? — welches Wort ergeben diese Buchstaben/die Buchstaben b-a-t?

    3) (fig.): (have as result) bedeuten
    2. intransitive verb,
    spelled or (Brit.) spelt (say) buchstabieren; (write) richtig schreiben
    Phrasal Verbs:
    II noun
    Weile, die

    a long spell when... — eine lange Zeit, während der...

    III noun
    1) (words used as a charm) Zauberspruch, der

    cast a spell over or on somebody/something, put a spell on somebody/something — jemanden/etwas verzaubern

    2) (fascination) Zauber, der
    * * *
    n.
    Zauber - (Bann) m.
    Zauberformel f.
    Zauberspruch m.
    Zauberwort n. v.
    (§ p.,p.p.: spelled)
    = buchstabieren v.

    English-german dictionary > spell

  • 24 Gehen

    ge·hen
    1. ge·hen <ging, gegangen> [ʼge:ən]
    vi sein
    [irgendwohin] \Gehen to go [somewhere]; ( zu Fuß) to walk [somewhere];
    geh schon! go on!;
    \Gehen wir! let's go!;
    \Gehen wir oder fahren wir mit dem Auto? shall we walk or drive?;
    ich gehe raus, frische Luft schnappen I'm going out for some fresh air;
    gehst du heute in die Stadt/ auf die Post/zur Bank? are you going to town/to the post office/to the bank today?;
    wann geht er nach Paris/ins Ausland? when is he going to Paris/abroad?;
    in Urlaub \Gehen to go on holiday [or (Am) vacation];
    auf die andere Straßenseite \Gehen to cross over to the other side of the street;
    ich gehe eben mal schnell auf den Dachboden I'm just going up to the loft quickly;
    [im Zimmer] auf und ab \Gehen to walk up and down [or pace] [the room];
    in/ an etw akk \Gehen to go into/to sth;
    ans Telefon \Gehen to answer the telephone;
    über etw akk \Gehen to go over [or cross] sth;
    zu jdm/etw \Gehen to go to sb/sth;
    wie lange geht man bis zur Haltestelle/zur Post? how far is it to the bus stop/post office?;
    kannst du für mich noch zum Metzger/Bäcker \Gehen? can/could you go to the butcher['s]/baker['s] for me?; s. a. Stelzen, Stock, weit
    2) ( besuchen)
    zu jdm \Gehen to go and visit [or see] sb;
    in etw akk \Gehen to go to sth;
    ins Theater/ in die Kirche/ Messe/Schule \Gehen to go to the theatre/to church/mass/school;
    zu etw dat \Gehen to go to sth;
    zu einem Vortrag/ zu einer Messe/zur Schule \Gehen to go to a lecture/to a [trade] fair/to school;
    an etw akk \Gehen to go to sth;
    an die Uni \Gehen to go to university;
    auf etw akk \Gehen to go to sth;
    aufs Gymnasium/auf einen Lehrgang \Gehen to go to [a] grammar school/on a course;
    etw tun \Gehen to go to do sth;
    schwimmen/ tanzen/ einkaufen/schlafen \Gehen to go swimming/dancing/shopping/to bed
    in etw akk \Gehen to go into [or enter] sth;
    in die Industrie/ Politik/Computerbranche \Gehen to go into industry/politics/computers;
    in die Partei/Gewerkschaft \Gehen to join the party/union;
    zu etw dat \Gehen to join sth;
    zum Film/ Radio/ Theater/zur Oper \Gehen to go into films/radio/on the stage/become an opera singer;
    an etw akk \Gehen to join sth;
    ans Gymnasium/an die Uni \Gehen to join the grammar school/university [as a teacher/lecturer]
    4) ( weggehen) to go;
    (abfahren a.) to leave;
    ich muss jetzt \Gehen I have to be off [or must go];
    wann geht der Zug nach Hamburg? when does the train to Hamburg leave?;
    heute geht leider keine Fähre mehr there are no more ferries today, I'm afraid;
    jdn \Gehen lassen ( davongehen lassen) to let sb go;
    (euph: gestorben sein) to have departed from us ( euph) s. a. Licht, Weg
    5) ( blicken)
    auf etw akk / nach etw akk \Gehen to look onto/towards sth;
    die Fenster \Gehen auf das Meer/ den Strand the windows look [out] onto the sea/beach;
    der Balkon ging nach Süden/ auf einen Parkplatz the balcony faced south/overlooked a car park
    6) ( führen)
    irgendwohin \Gehen to go somewhere;
    die Brücke geht über den Fluss the bridge crosses the river;
    ist das die Straße, die nach Oberstdorf geht? is that the road [or way] to Oberstdorf?;
    wohin geht dieser Weg/Geheimgang? where does this path/secret passage go [or lead [to]] ?;
    die Tür geht direkt auf unseren Parkplatz the door leads [or opens] directly onto our parking space;
    von... bis/ über etw akk \Gehen to go from... to/via somewhere;
    die nach Biberach \Gehende Reise the trip to Biberach;
    dieser Rundweg geht über die Höhen des Schwarzwaldes this circular walk takes in the highest points [or peaks] of the Black Forest
    [zu jdm] \Gehen to leave [for sb], to go [to sb];
    er ist zu Klett gegangen he left to go to Klett;
    gegangen werden ( hum) ( fam) to be given the push [or ( fam) the sack];
    8) ( funktionieren) to work;
    meine Uhr geht nicht mehr my watch has stopped
    9) ( sich bewegen) to move;
    ich hörte, wie die Tür ging I heard the door [go];
    diese Schublade geht schwer this drawer is stiff;
    vielleicht geht das Schloss wieder, wenn man es ölt perhaps the lock will work again if you oil it
    [irgendwie] \Gehen to go [somehow];
    wie ist die Prüfung gegangen? how was the exam [or did the exam go] ?;
    zurzeit geht alles drunter und drüber things are a bit chaotic right now;
    versuch's einfach, es geht ganz leicht just try it, it's really easy;
    kannst du mir bitte erklären, wie das Spiel geht? can you please explain the rules of the game to me?;
    wie soll das denn bloß \Gehen? just how is that supposed to work?
    11) ökon ( laufen) to go;
    das Geschäft geht vor Weihnachten immer gut business is always good before Christmas;
    wie \Gehen die Geschäfte? how's business?;
    ( sich verkaufen) to sell;
    diese teuren Zigarren \Gehen gut/ nicht gut these expensive cigars sell/don't sell well;
    diese Pralinen \Gehen bei uns so schnell weg, wie sie reinkommen we sell these chocolates as soon as they come in
    [irgendwie] vor sich \Gehen to go on [or happen] [in a certain way];
    erkläre mir mal, wie das vor sich \Gehen soll now just tell me how that's going to happen [or how it's going to work];
    das kann auf verschiedene Arten vor sich \Gehen it can proceed in a variety of ways;
    kannst du mir mal erklären, wie das vor sich geht, wenn man die deutsche Staatsbürgerschaft annehmen will? can you explain the procedure for taking up German citizenship to me?;
    was geht hier vor sich? ( fam) what's going on here?
    in etw akk / durch etw akk \Gehen to go into/through sth;
    es \Gehen über 450 Besucher in das neue Theater the new theatre holds over 450 people;
    wie viele Leute \Gehen in deinen Wagen? how many people [can] fit in[to] your car?; s. a. Kopf
    14) ( dauern) to go on;
    eine bestimmte Zeit \Gehen to last a certain time;
    dieser Film geht drei Stunden this film goes on for [or lasts] three hours;
    der Film geht schon über eine Stunde the film has been on for over an hour already [or started over an hour ago];
    15) ( reichen) to go;
    [jdm] bis zu etw dat \Gehen to reach [sb's] sth;
    das Wasser geht einem bis zur Hüfte the water comes up to one's hips;
    der Rock geht ihr bis zum Knie the skirt goes down to her knee;
    in etw akk \Gehen to run into sth;
    in die Hunderte [o hunderte] / Tausende [o tausende] \Gehen to run into [the] hundreds/thousands
    16) kochk Teig to rise
    in etw dat \Gehen to wear sth;
    als etw \Gehen to go as sth;
    mit/ohne etw \Gehen to go with/without sth;
    bei dem Nieselregen würde ich nicht ohne Schirm \Gehen I wouldn't go out in this drizzle without an umbrella;
    sie geht auch im Winter nur mit einer dunklen Brille she wears dark glasses even in winter;
    ich gehe besser nicht in Jeans dorthin I'd better not go there in jeans
    18) ( ertönen) to ring
    [bei jdm] \Gehen to be all right [or ( fam) OK] [with sb];
    haben Sie am nächsten Mittwoch Zeit? - nein, das geht [bei mir] nicht are you free next Wednesday? - no, that's no good [for me] [or I can't manage that];
    das geht doch nicht! that's not on!;
    ich muss mal telefonieren - geht das? I have to make a phone call - would that be alright?;
    ( hoffnungslos sein) there's nothing more to be done
    20) ( lauten) to go;
    weißt du noch, wie das Lied ging? can you remember how the song went [or the words of the song] ?;
    wie geht nochmal der Spruch? what's that saying again?, how does the saying go?
    an etw akk \Gehen to touch sth;
    um ihre Schulden zu bezahlen, musste sie an ihr Erspartes \Gehen she had to raid her savings to pay off her debts;
    wer ist dieses Mal an meinen Computer gegangen? who's been messing around with my computer this time?
    an jdn \Gehen to go to sb;
    das Erbe/ der Punkt ging an sie the inheritance/point went to her;
    der Vorsitz ging turnusmäßig an H. Lantermann H. Lantermann became chairman in rotation
    [jdm] an etw akk \Gehen to damage [sb's] sth;
    das geht [mir] ganz schön an die Nerven that really gets on my nerves;
    das geht an die Kraft [o Substanz] that takes it out of you
    24) (fam: angreifen)
    auf etw akk \Gehen to attack sth;
    das Rauchen geht auf die Lunge smoking affects the lungs;
    das Klettern geht ganz schön auf die Pumpe climbing really puts a strain on the old ticker
    an jdn \Gehen to be addressed to sb;
    gegen jdn/etw \Gehen to be directed against sb/sth;
    das geht nicht gegen Sie, aber die Vorschriften! this isn't aimed at you, it's just the rules!;
    das geht gegen meine Prinzipien/ Überzeugung that is [or goes] against my principles/convictions
    mit jdm \Gehen to go out with sb
    nach etw dat \Gehen to go by sth;
    der Richter ging in seinem Urteil nach der bisherigen Unbescholtenheit des Angeklagten on passing sentence the judge took into account the defendant's lack of previous convictions;
    nach dem, was er sagt, kann man nicht \Gehen you can't go by what he says
    zu weit \Gehen to go too far, to overstep the line;
    das geht zu weit! that's just too much!
    über jds Geduld \Gehen to exhaust sb's patience;
    über jds Kräfte/Möglichkeiten \Gehen to be too much for [or beyond] sb;
    das geht einfach über meine finanziellen Möglichkeiten I just don't have the finances for that;
    30) (hum: werden zu)
    unter die Politiker/ Künstler/Säufer \Gehen to join the ranks of politicians/artists/alcoholics
    31) (fam: akzeptabel sein) to be OK;
    er geht gerade noch, aber seine Frau ist furchtbar he's just about OK [or tolerable] but his wife is awful;
    wie ist das Hotel? - es geht [so] how's the hotel? - it's ok;
    ist das zu klein? - nein, das geht [so] is it too small? - no, it's ok like this
    auf die... \Gehen + Zahl to be approaching...;
    er geht auf die dreißig he's approaching [or coming up for] thirty
    WENDUNGEN:
    wo jd geht und steht ( fam) wherever [or no matter where] sb goes [or is];
    in sich akk \Gehen to turn one's gaze inward, to take stock of oneself;
    Mensch, geh in dich! for heaven's sake, think again!;
    \Gehen Sie [mir] mit... ( fam) spare [me]...;
    \Gehen Sie [mir] doch mit Ihren Ausreden! spare me your excuses, please!;
    jdm °über alles \Gehen to mean more to sb than anything else;
    das Kind geht mir über alles! that child means the whole world to me!;
    es geht nichts °über jdn/ etw nothing beats sb/sth, there's nothing better than [or to beat]; [or like] sb/sth;
    [ach] geh,...! ( fam) [oh] come on,...!;
    ach geh, das kann doch nicht dein Ernst sein! oh come on, you can't be serious!;
    geh, so was kannst du sonst wem erzählen! go and tell that to the marines!;
    geh! (österr, südd) get away!;
    geh, was du nicht sagst! go on, you're kidding!; s. a. Konto
    vi impers sein
    1) + adv ( sich befinden)
    jdm geht es... sb feels...;
    wie geht es Ihnen? - danke, mir geht es gut/ausgezeichnet! how are you? - thank you, I am well/I'm feeling marvellous!;
    mir ist es schon mal besser gegangen! I have felt better!;
    nach der Spritze ging es ihr gleich wieder besser she soon felt better again after the injection;
    wie geht's denn [so]? ( fam) how are things?, how's it going?
    2) + adv ( verlaufen)
    irgendwie \Gehen to go somehow;
    wie war denn die Prüfung? - ach, es ging ganz gut how was the exam? - oh, it went quite well;
    es ging wie geschmiert it went like clockwork
    [bei etw dat] um etw akk \Gehen to be about sth;
    um was geht's denn? what's it about then?;
    worum geht's denn? what's it all about then?;
    in dem Gespräch ging es um die zugesagte Gehaltserhöhung the conversation was about the promised increase in salary;
    worum geht es in diesem Film? what is this film about?;
    hierbei geht es um meinen guten Ruf my reputation is at stake [or on the line] here;
    hierbei geht es um Millionen we're talking millions here ( fam), there are millions involved here;
    wenn es um mein Glück geht, lasse ich mir von niemandem dreinreden when it comes to my happiness I don't let anyone tell me what to do;
    es geht hier um eine wichtige Entscheidung there is an important decision to be made here;
    wenn es nur um ein paar Minuten geht, warten wir we'll wait if it's just a question [or matter] of a few minutes
    jdm geht es um etw akk sth matters to sb;
    worum geht es dir eigentlich? what are you trying to say?;
    es geht mir nur ums Geld/ um die Wahrheit I'm only interested in the money/truth;
    es geht mir ums Prinzip it's a matter [or question] of principle; s. a. Leben
    5) ( ergehen)
    jdm geht es irgendwie to be somehow with sb;
    mir ist es ähnlich/ genauso/ nicht anders gegangen it was the same [or like that] /just the same [or just like that] /no different with me, I felt the same/just the same/no different;
    warum soll es dir etwa besser \Gehen als mir? why should you have it better than me?;
    lass es dir/lasst es euch gut \Gehen! look after [or take care of] yourself!
    6) ( sich machen lassen) to be all right;
    geht es, dass ihr uns zu Weihnachten besuchen kommt? will it be possible for you to visit us at Christmas?;
    das wird kaum \Gehen, wir sind über Weihnachten verreist that won't be possible [or work], we're away for Christmas;
    ich werde arbeiten, solange es geht I shall go on [or continue] working as long as possible;
    geht es, oder soll ich dir tragen helfen? can you manage, or shall I help you carry it/them;
    es geht einfach nicht mehr it won't do any more
    7) ( führen)
    nach/ in etw akk \Gehen to go [or lead] somewhere;
    erst fahren Sie über drei Ampeln, dann geht es rechts ab go past three traffic lights then turn right;
    wohin geht's eigentlich im Urlaub? just where are you off to on holiday?;
    auf, Leute, es geht wieder nach Hause come on people, it's time to go home;
    das nächste Mal geht's in die Berge/ an die See we're off to [or heading for] the mountains/coast next time;
    im Sommer geht es immer in den Süden we always go [or head] south for the summer;
    gleich geht's ins Wochenende soon it'll be the weekend;
    wo geht's hier zum Flughafen? how do I get to the airport from here?;
    wo geht es hier raus? where is the exit?; s. a. geradeaus
    8) (nach jds Kopf \Gehen)
    nach jdm \Gehen to go by sb;
    wenn es nach mir ginge if it were up to me;
    es kann nicht immer alles nach dir \Gehen you can't always have things your own way
    WENDUNGEN:
    aber sonst geht's dir gut? (?) but you're OK otherwise?, are you feeling all right?, are you quite right in the head?;
    auf geht's! let's go!, come on!;
    es geht das Gerücht/die Sage, dass... rumour/legend has it that...;
    geht's noch!? ( SCHWEIZ) ( iron) are you crazy?!
    vt sein;
    etw \Gehen to walk sth;
    Sie haben aber noch drei Stunden/17 Kilometer zu \Gehen! you've still got another three hours/17 kilometres to go!;
    ich gehe immer diesen Weg/ diese Straße I always walk this way/take this road
    es geht sich schlecht hier it's hard going [or hard to walk] here;
    in diesen Schuhen geht es sich bequem these shoes are very comfortable for walking [or to walk in];
    sich \Gehen lassen to lose control of oneself [or one's self-control]; ( nachlässig sein) to let oneself go
    2. Ge·hen <-s> [ʼge:ən] nt
    1) (Zu-Fuß-\Gehen) walking
    2) ( das Weggehen) going, leaving;
    schon im \Gehen, wandte sie sich noch einmal um she turned round once more as she left;
    sein frühes/vorzeitiges \Gehen his early departure
    3) sport walking

    Deutsch-Englisch Wörterbuch für Studenten > Gehen

  • 25 gehen

    ge·hen
    1. ge·hen <ging, gegangen> [ʼge:ən]
    vi sein
    [irgendwohin] \gehen to go [somewhere]; ( zu Fuß) to walk [somewhere];
    geh schon! go on!;
    \gehen wir! let's go!;
    \gehen wir oder fahren wir mit dem Auto? shall we walk or drive?;
    ich gehe raus, frische Luft schnappen I'm going out for some fresh air;
    gehst du heute in die Stadt/ auf die Post/zur Bank? are you going to town/to the post office/to the bank today?;
    wann geht er nach Paris/ins Ausland? when is he going to Paris/abroad?;
    in Urlaub \gehen to go on holiday [or (Am) vacation];
    auf die andere Straßenseite \gehen to cross over to the other side of the street;
    ich gehe eben mal schnell auf den Dachboden I'm just going up to the loft quickly;
    [im Zimmer] auf und ab \gehen to walk up and down [or pace] [the room];
    in/ an etw akk \gehen to go into/to sth;
    ans Telefon \gehen to answer the telephone;
    über etw akk \gehen to go over [or cross] sth;
    zu jdm/etw \gehen to go to sb/sth;
    wie lange geht man bis zur Haltestelle/zur Post? how far is it to the bus stop/post office?;
    kannst du für mich noch zum Metzger/Bäcker \gehen? can/could you go to the butcher['s]/baker['s] for me?; s. a. Stelzen, Stock, weit
    2) ( besuchen)
    zu jdm \gehen to go and visit [or see] sb;
    in etw akk \gehen to go to sth;
    ins Theater/ in die Kirche/ Messe/Schule \gehen to go to the theatre/to church/mass/school;
    zu etw dat \gehen to go to sth;
    zu einem Vortrag/ zu einer Messe/zur Schule \gehen to go to a lecture/to a [trade] fair/to school;
    an etw akk \gehen to go to sth;
    an die Uni \gehen to go to university;
    auf etw akk \gehen to go to sth;
    aufs Gymnasium/auf einen Lehrgang \gehen to go to [a] grammar school/on a course;
    etw tun \gehen to go to do sth;
    schwimmen/ tanzen/ einkaufen/schlafen \gehen to go swimming/dancing/shopping/to bed
    in etw akk \gehen to go into [or enter] sth;
    in die Industrie/ Politik/Computerbranche \gehen to go into industry/politics/computers;
    in die Partei/Gewerkschaft \gehen to join the party/union;
    zu etw dat \gehen to join sth;
    zum Film/ Radio/ Theater/zur Oper \gehen to go into films/radio/on the stage/become an opera singer;
    an etw akk \gehen to join sth;
    ans Gymnasium/an die Uni \gehen to join the grammar school/university [as a teacher/lecturer]
    4) ( weggehen) to go;
    (abfahren a.) to leave;
    ich muss jetzt \gehen I have to be off [or must go];
    wann geht der Zug nach Hamburg? when does the train to Hamburg leave?;
    heute geht leider keine Fähre mehr there are no more ferries today, I'm afraid;
    jdn \gehen lassen ( davongehen lassen) to let sb go;
    (euph: gestorben sein) to have departed from us ( euph) s. a. Licht, Weg
    5) ( blicken)
    auf etw akk / nach etw akk \gehen to look onto/towards sth;
    die Fenster \gehen auf das Meer/ den Strand the windows look [out] onto the sea/beach;
    der Balkon ging nach Süden/ auf einen Parkplatz the balcony faced south/overlooked a car park
    6) ( führen)
    irgendwohin \gehen to go somewhere;
    die Brücke geht über den Fluss the bridge crosses the river;
    ist das die Straße, die nach Oberstdorf geht? is that the road [or way] to Oberstdorf?;
    wohin geht dieser Weg/Geheimgang? where does this path/secret passage go [or lead [to]] ?;
    die Tür geht direkt auf unseren Parkplatz the door leads [or opens] directly onto our parking space;
    von... bis/ über etw akk \gehen to go from... to/via somewhere;
    die nach Biberach \gehende Reise the trip to Biberach;
    dieser Rundweg geht über die Höhen des Schwarzwaldes this circular walk takes in the highest points [or peaks] of the Black Forest
    [zu jdm] \gehen to leave [for sb], to go [to sb];
    er ist zu Klett gegangen he left to go to Klett;
    gegangen werden ( hum) ( fam) to be given the push [or ( fam) the sack];
    8) ( funktionieren) to work;
    meine Uhr geht nicht mehr my watch has stopped
    9) ( sich bewegen) to move;
    ich hörte, wie die Tür ging I heard the door [go];
    diese Schublade geht schwer this drawer is stiff;
    vielleicht geht das Schloss wieder, wenn man es ölt perhaps the lock will work again if you oil it
    [irgendwie] \gehen to go [somehow];
    wie ist die Prüfung gegangen? how was the exam [or did the exam go] ?;
    zurzeit geht alles drunter und drüber things are a bit chaotic right now;
    versuch's einfach, es geht ganz leicht just try it, it's really easy;
    kannst du mir bitte erklären, wie das Spiel geht? can you please explain the rules of the game to me?;
    wie soll das denn bloß \gehen? just how is that supposed to work?
    11) ökon ( laufen) to go;
    das Geschäft geht vor Weihnachten immer gut business is always good before Christmas;
    wie \gehen die Geschäfte? how's business?;
    ( sich verkaufen) to sell;
    diese teuren Zigarren \gehen gut/ nicht gut these expensive cigars sell/don't sell well;
    diese Pralinen \gehen bei uns so schnell weg, wie sie reinkommen we sell these chocolates as soon as they come in
    [irgendwie] vor sich \gehen to go on [or happen] [in a certain way];
    erkläre mir mal, wie das vor sich \gehen soll now just tell me how that's going to happen [or how it's going to work];
    das kann auf verschiedene Arten vor sich \gehen it can proceed in a variety of ways;
    kannst du mir mal erklären, wie das vor sich geht, wenn man die deutsche Staatsbürgerschaft annehmen will? can you explain the procedure for taking up German citizenship to me?;
    was geht hier vor sich? ( fam) what's going on here?
    in etw akk / durch etw akk \gehen to go into/through sth;
    es \gehen über 450 Besucher in das neue Theater the new theatre holds over 450 people;
    wie viele Leute \gehen in deinen Wagen? how many people [can] fit in[to] your car?; s. a. Kopf
    14) ( dauern) to go on;
    eine bestimmte Zeit \gehen to last a certain time;
    dieser Film geht drei Stunden this film goes on for [or lasts] three hours;
    der Film geht schon über eine Stunde the film has been on for over an hour already [or started over an hour ago];
    15) ( reichen) to go;
    [jdm] bis zu etw dat \gehen to reach [sb's] sth;
    das Wasser geht einem bis zur Hüfte the water comes up to one's hips;
    der Rock geht ihr bis zum Knie the skirt goes down to her knee;
    in etw akk \gehen to run into sth;
    in die Hunderte [o hunderte] / Tausende [o tausende] \gehen to run into [the] hundreds/thousands
    16) kochk Teig to rise
    in etw dat \gehen to wear sth;
    als etw \gehen to go as sth;
    mit/ohne etw \gehen to go with/without sth;
    bei dem Nieselregen würde ich nicht ohne Schirm \gehen I wouldn't go out in this drizzle without an umbrella;
    sie geht auch im Winter nur mit einer dunklen Brille she wears dark glasses even in winter;
    ich gehe besser nicht in Jeans dorthin I'd better not go there in jeans
    18) ( ertönen) to ring
    [bei jdm] \gehen to be all right [or ( fam) OK] [with sb];
    haben Sie am nächsten Mittwoch Zeit? - nein, das geht [bei mir] nicht are you free next Wednesday? - no, that's no good [for me] [or I can't manage that];
    das geht doch nicht! that's not on!;
    ich muss mal telefonieren - geht das? I have to make a phone call - would that be alright?;
    ( hoffnungslos sein) there's nothing more to be done
    20) ( lauten) to go;
    weißt du noch, wie das Lied ging? can you remember how the song went [or the words of the song] ?;
    wie geht nochmal der Spruch? what's that saying again?, how does the saying go?
    an etw akk \gehen to touch sth;
    um ihre Schulden zu bezahlen, musste sie an ihr Erspartes \gehen she had to raid her savings to pay off her debts;
    wer ist dieses Mal an meinen Computer gegangen? who's been messing around with my computer this time?
    an jdn \gehen to go to sb;
    das Erbe/ der Punkt ging an sie the inheritance/point went to her;
    der Vorsitz ging turnusmäßig an H. Lantermann H. Lantermann became chairman in rotation
    [jdm] an etw akk \gehen to damage [sb's] sth;
    das geht [mir] ganz schön an die Nerven that really gets on my nerves;
    das geht an die Kraft [o Substanz] that takes it out of you
    24) (fam: angreifen)
    auf etw akk \gehen to attack sth;
    das Rauchen geht auf die Lunge smoking affects the lungs;
    das Klettern geht ganz schön auf die Pumpe climbing really puts a strain on the old ticker
    an jdn \gehen to be addressed to sb;
    gegen jdn/etw \gehen to be directed against sb/sth;
    das geht nicht gegen Sie, aber die Vorschriften! this isn't aimed at you, it's just the rules!;
    das geht gegen meine Prinzipien/ Überzeugung that is [or goes] against my principles/convictions
    mit jdm \gehen to go out with sb
    nach etw dat \gehen to go by sth;
    der Richter ging in seinem Urteil nach der bisherigen Unbescholtenheit des Angeklagten on passing sentence the judge took into account the defendant's lack of previous convictions;
    nach dem, was er sagt, kann man nicht \gehen you can't go by what he says
    zu weit \gehen to go too far, to overstep the line;
    das geht zu weit! that's just too much!
    über jds Geduld \gehen to exhaust sb's patience;
    über jds Kräfte/Möglichkeiten \gehen to be too much for [or beyond] sb;
    das geht einfach über meine finanziellen Möglichkeiten I just don't have the finances for that;
    30) (hum: werden zu)
    unter die Politiker/ Künstler/Säufer \gehen to join the ranks of politicians/artists/alcoholics
    31) (fam: akzeptabel sein) to be OK;
    er geht gerade noch, aber seine Frau ist furchtbar he's just about OK [or tolerable] but his wife is awful;
    wie ist das Hotel? - es geht [so] how's the hotel? - it's ok;
    ist das zu klein? - nein, das geht [so] is it too small? - no, it's ok like this
    auf die... \gehen + Zahl to be approaching...;
    er geht auf die dreißig he's approaching [or coming up for] thirty
    WENDUNGEN:
    wo jd geht und steht ( fam) wherever [or no matter where] sb goes [or is];
    in sich akk \gehen to turn one's gaze inward, to take stock of oneself;
    Mensch, geh in dich! for heaven's sake, think again!;
    \gehen Sie [mir] mit... ( fam) spare [me]...;
    \gehen Sie [mir] doch mit Ihren Ausreden! spare me your excuses, please!;
    jdm °über alles \gehen to mean more to sb than anything else;
    das Kind geht mir über alles! that child means the whole world to me!;
    es geht nichts °über jdn/ etw nothing beats sb/sth, there's nothing better than [or to beat]; [or like] sb/sth;
    [ach] geh,...! ( fam) [oh] come on,...!;
    ach geh, das kann doch nicht dein Ernst sein! oh come on, you can't be serious!;
    geh, so was kannst du sonst wem erzählen! go and tell that to the marines!;
    geh! (österr, südd) get away!;
    geh, was du nicht sagst! go on, you're kidding!; s. a. Konto
    vi impers sein
    1) + adv ( sich befinden)
    jdm geht es... sb feels...;
    wie geht es Ihnen? - danke, mir geht es gut/ausgezeichnet! how are you? - thank you, I am well/I'm feeling marvellous!;
    mir ist es schon mal besser gegangen! I have felt better!;
    nach der Spritze ging es ihr gleich wieder besser she soon felt better again after the injection;
    wie geht's denn [so]? ( fam) how are things?, how's it going?
    2) + adv ( verlaufen)
    irgendwie \gehen to go somehow;
    wie war denn die Prüfung? - ach, es ging ganz gut how was the exam? - oh, it went quite well;
    es ging wie geschmiert it went like clockwork
    [bei etw dat] um etw akk \gehen to be about sth;
    um was geht's denn? what's it about then?;
    worum geht's denn? what's it all about then?;
    in dem Gespräch ging es um die zugesagte Gehaltserhöhung the conversation was about the promised increase in salary;
    worum geht es in diesem Film? what is this film about?;
    hierbei geht es um meinen guten Ruf my reputation is at stake [or on the line] here;
    hierbei geht es um Millionen we're talking millions here ( fam), there are millions involved here;
    wenn es um mein Glück geht, lasse ich mir von niemandem dreinreden when it comes to my happiness I don't let anyone tell me what to do;
    es geht hier um eine wichtige Entscheidung there is an important decision to be made here;
    wenn es nur um ein paar Minuten geht, warten wir we'll wait if it's just a question [or matter] of a few minutes
    jdm geht es um etw akk sth matters to sb;
    worum geht es dir eigentlich? what are you trying to say?;
    es geht mir nur ums Geld/ um die Wahrheit I'm only interested in the money/truth;
    es geht mir ums Prinzip it's a matter [or question] of principle; s. a. Leben
    5) ( ergehen)
    jdm geht es irgendwie to be somehow with sb;
    mir ist es ähnlich/ genauso/ nicht anders gegangen it was the same [or like that] /just the same [or just like that] /no different with me, I felt the same/just the same/no different;
    warum soll es dir etwa besser \gehen als mir? why should you have it better than me?;
    lass es dir/lasst es euch gut \gehen! look after [or take care of] yourself!
    6) ( sich machen lassen) to be all right;
    geht es, dass ihr uns zu Weihnachten besuchen kommt? will it be possible for you to visit us at Christmas?;
    das wird kaum \gehen, wir sind über Weihnachten verreist that won't be possible [or work], we're away for Christmas;
    ich werde arbeiten, solange es geht I shall go on [or continue] working as long as possible;
    geht es, oder soll ich dir tragen helfen? can you manage, or shall I help you carry it/them;
    es geht einfach nicht mehr it won't do any more
    7) ( führen)
    nach/ in etw akk \gehen to go [or lead] somewhere;
    erst fahren Sie über drei Ampeln, dann geht es rechts ab go past three traffic lights then turn right;
    wohin geht's eigentlich im Urlaub? just where are you off to on holiday?;
    auf, Leute, es geht wieder nach Hause come on people, it's time to go home;
    das nächste Mal geht's in die Berge/ an die See we're off to [or heading for] the mountains/coast next time;
    im Sommer geht es immer in den Süden we always go [or head] south for the summer;
    gleich geht's ins Wochenende soon it'll be the weekend;
    wo geht's hier zum Flughafen? how do I get to the airport from here?;
    wo geht es hier raus? where is the exit?; s. a. geradeaus
    8) (nach jds Kopf \gehen)
    nach jdm \gehen to go by sb;
    wenn es nach mir ginge if it were up to me;
    es kann nicht immer alles nach dir \gehen you can't always have things your own way
    WENDUNGEN:
    aber sonst geht's dir gut? (?) but you're OK otherwise?, are you feeling all right?, are you quite right in the head?;
    auf geht's! let's go!, come on!;
    es geht das Gerücht/die Sage, dass... rumour/legend has it that...;
    geht's noch!? ( SCHWEIZ) ( iron) are you crazy?!
    vt sein;
    etw \gehen to walk sth;
    Sie haben aber noch drei Stunden/17 Kilometer zu \gehen! you've still got another three hours/17 kilometres to go!;
    ich gehe immer diesen Weg/ diese Straße I always walk this way/take this road
    es geht sich schlecht hier it's hard going [or hard to walk] here;
    in diesen Schuhen geht es sich bequem these shoes are very comfortable for walking [or to walk in];
    sich \gehen lassen to lose control of oneself [or one's self-control]; ( nachlässig sein) to let oneself go
    2. Ge·hen <-s> [ʼge:ən] nt
    1) (Zu-Fuß-\gehen) walking
    2) ( das Weggehen) going, leaving;
    schon im \gehen, wandte sie sich noch einmal um she turned round once more as she left;
    sein frühes/vorzeitiges \gehen his early departure
    3) sport walking

    Deutsch-Englisch Wörterbuch für Studenten > gehen

  • 26 Ende

    En·de <-s, -n> [ʼɛndə] nt
    1) ( Schluss) end;
    \Ende August/ des Monats/\Ende 2001 the end of August/the month/2001;
    sie kommt \Ende August she's coming at the end of August;
    sie ist \Ende 1948 geboren she was born at the end of 1948;
    das \Ende des Jahrhunderts the end [or close] of the century;
    das \Ende eines Projekts the conclusion of a project;
    \Ende 20 sein to be in one's late 20s;
    ein böses \Ende nehmen to come to a bad end;
    kein rühmliches \Ende finden [o nehmen] to come to an unfortunate end;
    ein unrühmliches [o böses] \Ende finden to come to a bad [or ( fam) sticky] end;
    bei [o mit] etw dat kein \Ende finden ( fam) to not stop doing sth;
    das \Ende nahen fühlen to feel the end approaching;
    dem \Ende zu gehen to draw to a close;
    ein \Ende einer S. ist noch nicht abzusehen there's no end in sight to sth;
    damit muss es jetzt ein \Ende haben this must stop now;
    einer S. ein \Ende machen [o bereiten] to put an end to sth;
    ein \Ende nehmen ( fam) to come to an end;
    das nimmt gar kein \Ende there's no end to it;
    am \Ende ( fam) finally, at [or in] the end;
    am \Ende sein ( fam) to be at the end of one's tether;
    mit etw dat am \Ende sein to run out of sth;
    er war bei dieser Frage mit seinem Wissen am \Ende this question baffled him;
    ich bin mit meiner Weisheit am \Ende I've run out of ideas;
    ohne \Ende without end, endless;
    Fehler ohne \Ende any number of mistakes;
    Qualen ohne \Ende suffering without end, endless suffering;
    sich ohne \Ende freuen to be terribly pleased, to be delighted;
    zu \Ende finished, over;
    etw zu \Ende bringen [o führen] to complete sth;
    etw zu einem guten \Ende bringen [o führen] to complete sth successfully;
    etw zu \Ende lesen to finish reading sth;
    zu \Ende sein to be finished;
    es geht [mit jdm] zu \Ende sb is nearing the end;
    etw geht zu \Ende sth is nearly finished;
    alles geht mal zu \Ende [o alles hat mal ein \Ende] nothing lasts forever, all things must come to an end;
    ( angenehme Sachen) all good things must come to an end [some time]
    2) film, lit ( Ausgang) ending
    3) ( räumliches Ende) end;
    das Telefon befindet sich am \Ende des Zuges the telephone is at the end [or rear] of the train;
    ans \Ende at the end;
    er setzte sich ganz ans \Ende des Tisches he sat down at the far end of the table
    ein \Ende Brot a crust of bread
    5) ( Strecke) way;
    von hier bis zum See ist es ein ganzes \Ende it's quite a way from here to the lake;
    wir haben noch ein schönes \Ende Weges vor uns we have a considerable way [or a pretty long way] to go yet
    6) jagd (Geweih\Ende) point, tine spec;
    das Geweih dieses Hirsches hat zwölf \Enden this stag's antlers have twelve points
    WENDUNGEN:
    das \Ende der Fahnenstange ( fam) as far as one can go, the limit;
    das \Ende vom Lied ( fam) the outcome [or upshot];
    lieber ein \Ende mit Schrecken als ein Schrecken ohne \Ende (als ein Schrecken ohne \Ende) it's better to end with a short, sharp shock than to prolong the agony;
    am \Ende der Welt ( fam) at the back of beyond, in the middle of nowhere;
    das \Ende der Welt ist nahe! the end of the world is nigh!;
    das dicke \Ende ( fam) the worst;
    \Ende gut, alles gut ( alles gut) all's well that ends well;
    letzten \Endees when all is said and done, in the last analysis

    Deutsch-Englisch Wörterbuch für Studenten > Ende

Страницы
  • 1
  • 2

См. также в других словарях:

  • The War Against the Chtorr —   …   Wikipedia

  • The Day Lasts More Than a Hundred Years — Infobox Book | name = The Day Lasts More Than a Hundred Years title orig = И дольше века длится день translator = F. J. French author = Chinghiz Aitmatov cover artist = country = Soviet Union language = Russian series = genre = Science fiction… …   Wikipedia

  • The Burning Raid — was a Union military raid conducted in the Loudoun Valley of Loudoun and Fauquier counties in Virginia in November and December of 1864 during the American Civil War. It was aimed at destroying the forage on which Confederate partisans operating… …   Wikipedia

  • The Idler (1758–1760) — This article is about the 18th century series of essays. For other publications called The Idler, see The Idler (disambiguation). The Idler was a series of 103 essays, all but twelve of them by Samuel Johnson, published in the London weekly the… …   Wikipedia

  • The Fifth Horseman is Fear — Infobox Film name = The Fifth Horseman is Fear image size = caption = director = Zbynek Brynych producer = writer = Hana Belohradska narrator = starring = Miroslav Machacek music = cinematography = editing = distributor = released = 6 May, 1968… …   Wikipedia

  • The Mysterious Affair at Styles —   …   Wikipedia

  • The Benedictine Order —     The Benedictine Order     † Catholic Encyclopedia ► The Benedictine Order     The Benedictine Order comprises monks living under the Rule of St. Benedict, and commonly known as black monks . The order will be considered in this article under… …   Catholic encyclopedia

  • The Great Pumpkin — is an unseen character in the comic strip Peanuts by Charles M. Schulz.The Great Pumpkin is a holiday figure (comparable to Santa Claus or the Easter Bunny) that exists only in the imagination of Linus van Pelt. Every year, Linus sits in a… …   Wikipedia

  • The Creation (Haydn) — The Creation (German: Die Schöpfung) is an oratorio written between 1796 and 1798 by Joseph Haydn (H. 21/2), and considered by many to be his masterpiece. The oratorio depicts and celebrates the creation of the world as described in the biblical… …   Wikipedia

  • The Chronicles of Riddick (series) — The Chronicles of Riddick is a science fiction action/horror media franchise, spanning two live action feature films and their novelizations, a direct to DVD animated film, numerous animated shorts, two video games, an Internet based video game,… …   Wikipedia

  • The Mysterious Mr. Quin —   …   Wikipedia

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
… Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»