-
101 aspiration
n. aspiratie, ambitie, sterk verlangen iets te bereiken of te voltooien, doel, droom; (Geneeskunde) aspiratie, het inademen; het opnemen van lucht of andere gassen; verwijdering van vloeistof of ander materiaal uit het lichaam door opzuiging (Geneeskunde)[ æspirreesjn]1 aspiratie ⇒ streven, ambitie -
102 author
n. auteur, schrijver, iemand die boeken of ander literair werk schrijft; samensteller, iemand die literatuur creëert--------v. schrijven, auteur zijn (van book, verhaal, reportage, enz); iets doen ontstaan, de schepper zijn van, iets in het leven roepen[ o:θə]1 auteur ⇒ schrijver, opsteller; maker, schepper♦voorbeelden:1 God, Author of the universe • God, Schepper van het heelal -
103 back-to-back
back-to-back〈 Brits-Engels〉 -
104 be hoist with one's own petard
-
105 bus
n. autobus; (in computers); kanaal, het elektronische communicatiekanaal tussen de verschillende delen van de computer voor het overbrengen van gegevens--------v. met de bus gaan, met de bus vervoeren; leerlingen met de bus vervoeren naar een ander schooldistrict om racistische integratie te bewerkstelligen; werken als iemand die tafels schoonmaakt in een restaurant of cafeteriabus1[ bus] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: Amerikaans-Engels ook busses〉♦voorbeelden:1 catch/miss the bus • de bus halen/missengo by bus • de bus nemen————————bus2〈werkwoord; bussed〉1 met de bus gaan/vervoeren ⇒ de bus nemen, per bus reizen; op de bus zetten; 〈 in het bijzonder, Amerikaans-Engels〉 vervoeren/vervoerd worden per bus naar geïntegreerde scholen 〈 blanke en zwarte kinderen〉 -
106 business
adj. zakelijk,van bedrijf--------n. zaken, handel; bedrijf, zaak; werk; aangelegenheid; beweging en uitdrukking bij opvoering[ biznis]1 aangelegenheid ⇒ affaire, zaak, kwestie3 zaak ⇒ winkel, bedrijf♦voorbeelden:1 (ver)plicht(ing) ⇒ taak, verantwoordelijkheid, werk♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 my affairs are no business of yours/none of your business • mijn zaken gaan jou niets aango about one's business • met zijn gewone werk verder gaanhave no business to do something/doing something • ergens niet het recht toe hebbenknow one's business • zijn vak/zaken kennenI will make it my business to see that … • ik zal het op me nemen ervoor te zorgen dat …send someone about his business • iemand zeggen zich met zijn eigen zaken te bemoeien2 the business of today's meeting is … • voor de vergadering van vandaag staat op de agenda …♦voorbeelden:get down to business • ter zake komen, spijkers met koppen slaanmean business • het serieus menentalk business • over zaken sprekenhow's business today? • hoe staan de zaken vandaag?I'm in business for myself now • ik ben voor mezelf begonnengo into business • in de handel gaanon business • voor zaken -
107 by turns
om de beurt,de een na de anderby turnsom en om, om de beurt -
108 certain
adj. zeker; bepaaldcertain1[ sə:tn]1 zeker ⇒ vast, onfeilbaar♦voorbeelden:for certain • (vast en) zekerII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 zeker ⇒ bepaald, een of ander♦voorbeelden:1 zeker ⇒ verzekerd, overtuigd2 zeker ⇒ vaststaand, onbetwistbaar♦voorbeelden:1 are you certain? • weet je het zeker?make certain (that) • zich ervan vergewissen (dat)is she certain about/of that? • weet zij dat zeker?be certain of success • van succes verzekerd zijn————————certain2[ sə:tn] 〈 voornaamwoord〉♦voorbeelden:certain of us doubt this • sommigen van ons betwijfelen dit -
109 change one's spots
van richting/overtuiging veranderen, een ander leven gaan leiden -
110 character
n. karakter, natuur; figuur; teken; (in computers) teken; het digitaal aanduiden van een letter of ander teken; karakter beschrijving[ kæriktə]1 (ken/merk)teken ⇒ kenmerk, (karakter)trek2 teken ⇒ symbool, letter, cijfer4 personage ⇒ rol, figuur♦voorbeelden:he is quite a character • hij is me d'r eentje1 karakter ⇒ aard, natuur2 schrift ⇒ handschrift, (druk)letters♦voorbeelden:1 moed♦voorbeelden:1 a man of character • een moedig/dapper man -
111 cheat on one's wife
cheat on one's wife -
112 cheat
n. oplichter; oplichting--------v. oplichten; ontrouw zijn; liegencheat1[ tsjie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bedrog ⇒ afzetterij, fraude2 bedrieger ⇒ valsspeler, fraudeur————————cheat21 bedrog plegen ⇒ frauderen, vals/gemeen spelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bedriegen ⇒ oplichten, afzetten♦voorbeelden:cheat at exams • spiekencheat at games • vals spelen (bij spelletjes)cheat someone out of something • iemand iets afhandig maken -
113 circulating
adj. circulerend, van de een naar de ander overdragend; cirkelvormig ronddraaiend en op hetzelfde punt samenkomend[ sə:kjəleeting]♦voorbeelden:circulating medium • ruilmiddel, betaalmiddel -
114 codeword
-
115 colloid
adj. Op lijm lijkend--------n. rubberachtige massa die bestaat uit grote molekulen die niet in ander stoffen oplossen[ kollojd] 〈 scheikunde〉1 colloïde -
116 communicable
adj. verbindend; besmettelijk, gaat van de een op de ander over[ kəmjoe:nikkəbl] 〈 communicably〉 -
117 complexion
-
118 core
n. klokhuis (van de appel of ander fruit); centrum; hart--------v. uitboren, het binnenste van het fruit weghalencore1[ ko:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 binnenste ⇒ kern; klokhuis; 〈 kernenergie〉 reactorkern; 〈 figuurlijk〉 wezen, essentie, hart♦voorbeelden:————————core2〈 werkwoord〉 -
119 debtor
n. schuldenaar, debiteur, iemand die iets aan een ander schuldig is; bedrijf dat geld schuldig is[ dettə] -
120 double feature
См. также в других словарях:
Ander — Ander. Der, die, das andere, ein Wort, welches überhaupt genommen, alsdann gebraucht wird, wenn nur von zwey Dingen die Rede ist, da es denn dem Worte ein entgegen gesetzt wird. Es bezeichnet aber Ein Ding von zweyen, entweder schlechthin, oder… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Ander — Saltar a navegación, búsqueda Para el nombre vasco, véase Ander (nombre). Ander Título Ander Solicita una imagen para este artículo … Wikipedia Español
Ander — Saint Flour. Caractéristiques Longueur 36 1 km Bassin 310 km2 Bassin collecteur … Wikipédia en Français
Ander — ist der Name mehrerer Personen: Alfred Ander (1873–1910), letzter Mensch, der in Schweden hingerichtet wurde Alois Ander (1821–1864), böhmischer Tenor und Opernsänger Charlotte Ander (1902–1969), deutsche Schauspielerin Geografische Begriffe: Ort … Deutsch Wikipedia
ander — Adj std. (8. Jh.), mhd. ander, ahd. ander, as. ōđar Stammwort. Aus g. * anþara Adj. ander , auch in gt. anþar, anord. annarr, ae. ōđer, afr. ōther. Dieses aus ig. * antero (oder * ontero ) in ai. ántara , lit. añtras der andere . Gegensatzbildung … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
ander — ander: Das gemeingerm. Für und Zahlwort mhd., ahd. ander, got. anÞar, engl. other, aisl. annar beruht mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen auf einer alten Komparativbildung, und zwar entweder zu der idg. Demonstrativpartikel *an »dort« … Das Herkunftswörterbuch
ander — ander. = male (см.). (Источник: «Англо русский толковый словарь генетических терминов». Арефьев В.А., Лисовенко Л.А., Москва: Изд во ВНИРО, 1995 г.) … Молекулярная биология и генетика. Толковый словарь.
ander — ander. См. самец. (Источник: «Англо русский толковый словарь генетических терминов». Арефьев В.А., Лисовенко Л.А., Москва: Изд во ВНИРО, 1995 г.) … Молекулярная биология и генетика. Толковый словарь.
Ander — Ander, Aloys, Tenorist, geb. 13. Okt. 1817 zu Liebnitz in Böhmen, gest. 11. Dez. 1864 im Badeort Wartenberg, ein weniger durch imponierende Stimmmittel und leidenschaftliche Darstellung als durch geschmackvollen und lyrisch innigen Vortrag… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Ander. — Ander., auch Anders., bei naturwissenschaftl. Namen Abkürzung für Nils Joh. Andersson (s. d.) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
ander — ander:einandererMenschwerden:⇨bessern(II,1);inanderenUmständensein:⇨schwanger(2);einer/einsnachdemanderen,einenachderanderen:⇨nacheinander;einerdenanderenbzw.einerdemanderen:⇨einander;einmalübers/umsandere,einumdasandereMal:⇨wiederholt(1);zumander… … Das Wörterbuch der Synonyme